Nr. 11 Soest, 18 augustus 1977 NOTULEN i van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 18 augustus 1977 te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften. SECRETARIS de heer J.L. van Dommelen, loco-secre taris. Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, W. A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, J.W. Hil- horst, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lan ge, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonen- berg, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde. Afwezig met kennisgeving de leden: M.A. van Ee en P.L.J.M. Storimans. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de heren Van Ee en Storimans. 112 Vaststelling van de notulen van de openbare verga dering van 2 juni 1977 en 3 juni 1977 (vervolg). Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Naar aan leiding van het gestelde in de notulen van 3 juni jl. op bladzijde 159 wil ik een technische opmerking, betrekking hebbend op een bedrag van minstens een half miljoen gulden, maken. Aan de orde was het ont wikkelingsplan dat in totaal f. 50 miljoen zal gaan kosten, waarvan f. 40 miljoen direct voor het ontwik kelingsplan en f. 10 miljoen indirect. Er werd toen on der andere gesproken over de geldontwaarding aan de ene kant (daarmede heeft de middelenkant te maken) en de bouwkostenstijging aan de andere kant. Naar aanleiding daarvan heb ik gezegd dat de bouwprijzen in het algemeen sneller stijgen dan de geldontwaarding. Wethouder Ebbers antwoordde daarop: „Op dit mo ment niet meer, mijnheer Menne." De heer Lange on dersteunde de opvatting van wethouder Ebbers. Op dat moment heb ik over die kwestie niets meer gezegd, maar ik heb wel het Centraal Economisch Planbureau en het C.B.S. gebeld. Ik heb geïnformeerd naar wat in het centraal economisch plan voor 1977 staat en wat er komt te staan in het eerstvolgende plan. Mij is gebleken dat de stijging van de bouwprijs minimaal 1,5% hoger is dan de geldontwaarding en dat zal ook in de nabije toekomst het geval zijn. Ik heb mijn opmerking gemaakt om haar straks te kunnen meenemen bij de discussie over het bij het ontwikkelingsplan behorende dekkingsplan. De VOORZITTER: Uw opmerking zult u terugvin den in de notulen van deze vergadering. Voor wij aan de ingekomen stukken beginnen wil ik de raad erop opmerkzaam maken, dat wij een lange agenda hebben. Het zal van de raadsleden afhangen hoelang deze vergadering duurt en of vanavond alle punten kunnen worden behandeld. Ik stel mij voor om, wanneer wij vanavond niet klaarkomen, de raad morgenavond tegen zeven uur weer bijeen te roepen. De heer LANGE: Is dat een voorstel? Mevrouw KORTHUIS-ELION: Een dreigement! De VOORZITTER: De voorzitter kan volgens de ge meentewet een vergadering bijeenroepen. Wanneer het zover komt, ben ik altijd bereid om overleg te plegen. Voorlopig was er sprake van een medede ling. 113 Ingekomen stukken. a. Brief van de heer A.A. van Breukelen, Nieuw- straat 17 te Soest, die namens een 55-tal belangheb benden bezwaar maakt tegen een eventuele afslui ting van de Nieuwstraat tussen de Hartweg en de Vinkenweg in het kader van het Ontwikkelingsplan Soest 1977 om zodoende het verkeer buiten de wijk 't Hart te houden. b. Brieven van: a. de Familie Van Steendelaar, Lange Brinkweg 50; b. S. van Gorkum, Lange Brinkweg 52 en 22 anderen; c. M.G. Brouwer, Lange Brinkweg 48 en 32 anderen inzake overlast van pluizen-„regen" van bomen aan de Lange Brinkweg. Deze stukken worden gesteld in handen van burge meester en wethouders om pre-advies. c. Afschrift brief van de heer W.C.J. Scholten na mens bewoners complexen Weegbreestraat, Smitsweg en Varenstraat, gericht aan de Stichting Samenwer king Woningbouwcorporaties. Besloten wordt adressant te berichten conform de ter inzage liggende concept-brief. d. Brief d.d. 10 juni 1977 van de Voorzitter van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, inhou dende verzoek om verweer inzake het door G.A.J. Maris te Soest ingestelde beroep ingevolge de Wet A.R.O.B. tegen de ongegrondverklaring d.d. 20 ja nuari 1977 van het beroep van de beslissing van bur gemeester en wethouders d.d. 12 oktober 1976 tot weigering van een bouwvergunning, met het voorstel het verweerschrift van burgemeester en wethouders te bekrachtigen. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit ter! Er is mijns inziens sprake van een totaal uit de hand gelopen zaak die schreeuwt om een snelle op lossing, Ik neem aan dat het iedereen bekend is waar om het gaat. Precies een jaar geleden kreeg reclamant de eerste aanschrijving De VOORZITTER: Ik heb niet de gewoonte om iemand vlug te onderbreken, maar ik wil erop wijzen, dat de zaak op het ogenblik in handen is van de Raad van State. Wij hebben een verweerschrift ge schreven, omdat wij zijn gebonden aan bepaalde ter mijnen. Het college vraagt de raad alleen het ver weerschrift te bekrachtigen, want de Raad van State gaat nu uitmaken wie er gelijk heeft. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Maar de Raad van Sta te heeft al uitgemaakt, dat er sprake dient te zijn van een tijdelijke schorsing. Betrokkene leeft nu al een jaar in onzekerheid. Wethouder HOEKSTRA: Iedereen kan schorsing aan vragen. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Ik wil graag weten of er geen snellere oplossing kan worden gevonden. De VOORZITTER: Dat kan niet. Dit is een A.R.O.B.- zaak waarbij onder andere schorsing is gevraagd. Nu moet de rest van de zaak ten principale worden uitge zocht. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Ik vind dat erg spijtig, want de commissie voor de beroepschriften was van 197

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 260