de ij" aar- on- an ad !eist kom De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Op 16 augustus 1976 zijn ongeveer dezelfde vragen ge steld. Het college heeft toen geantwoord dat er een nota zou komen. Hetgeen nu voorligt is eigenlijk een herhaling van hetgeen wij reeds meermalen heb ben gevraagd in de commissies en in de raad Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het geen de heer Menne stelt is juist. Wij hebben een no ta toegezegd. Op het ogenblik zijn wij bezig met een uitgebreid onderzoek naar alle subsidies. Zoals bekend is er een subsidienota met betrekking tot de cultuur gereedgekomen. Voorts zijn er twee rapporten die in behandeling zijn bij de sportstichting; het eerste rap port handelt over de accommodaties en het tweede rapport over de tarifering (daarin wordt onder ande re aandacht besteed aan de eigen bijdragen van de verenigingen). Er zullen nu volgende stappen worden genomen. Die rapporten vormen in feite delen van een totaalpakket waarin het gehele subsidiebeleid naar voren moet komen, Men kan zich afvragen waar om wij niet in één keer een totaaloverzicht hebben samengesteld. Wij achten dat in verband met de vele aspecten die een rol spelen niet mogelijk, Wij hebben daarom gekozen voor een deelrapportage die aan de orde kan komen in de verschillende commissies. Uit eindelijk zal er een totaaloverzicht komen. De C.D.A.-fractie vraagt in haai brief of het college voor de komende begrotingsbehandeling een totaal overzicht kan geven. Ik begrijp niet helemaal wat precies wordt bedoeld. Ik neem aan dat de fractie een integratie wil zien van de verschillende deelno- ta's met vermelding van kosten, het aantal leden, de gemeentelijke bijdrage en de verdeling van de subsi dies. Zoals gezegd wordt er nog druk gewerkt aan zo'n overzicht. Ik kan niet beloven dat reeds voor de komende begrotingsbehandeling een exact over zicht kan worden verstrekt. Wel kan ik toezeggen dat de reeds verschenen nota's de raad voor de komende begrotingsbehandeling zullen bereiken en aan de or de zullen worden gesteld De raad is dan in de gelegen heid om zich reeds een mening te vormen over die deelnota's en hetgeen in die deelnota's staat kan wor den meegenomen bij de begrotingsbehandeling. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Kan het college zeggen wanneer een totaaloverzicht (niet al leen van sport of cultuur, maar ook van gezondheids zorg, recreatie, maatschappelijk werk, jeugdwerk etc.) beschikbaar zal zijn? Persoonlijk vind ik het toch wel erg jammer dat ik het taster dat ik heb gemaakt niet ter verduidelijking heb kunnen tonen. Hetgeen moet worden gedaan is niet zo'n geweldig werk. Er dient een inventarisering plaats te vinden van de totale kos ten, de rijksbijdragen, de eigen bijdragen van de vere nigingen, het tekort dat overblijft, het aantal deelne mers per vereniging, het aantal uitvoeringen en de sub sidie van de gemeente per accommodatie, per vereni gingslid, per deelnemer of per uitvoering. Die inven tarisatie is niet zo moeilijk. In andere gemeenten vindt zo'n inventarisatie ook plaats. Ik betreur het dat dat overzicht er nog niet is, want - zoals de heer De Wilde vorig jaar ook al zei - wij dienen grip te krijgen op de totaliteit van de subsi dies. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Juist ter verkrijging van die grip op het geheel hebben wij de zaak in delen gehakt Zaken met betrekking tot de gezondheidszorg e.d. gaan vaak ver buiten ons om en de gemeentelijke bijdrage kan daardoor niet echt als subsidie worden aangemerkt. In het jeugdwerk zullen weer wel subsidies zitten Over het jeugdwerk is reeds een vrij uitvoerig stuk verschenen, maar ik kan mij niet zo direct herinneren of daarin ook over subsidies wordt gesproken. Ik heb reeds in eerste in stantie proberen aan te geven, dat wij ermede bezig zijn te proberen die verschillende delen tot één ge heel te smeden. Een deel van hetgeen de heer Menne vraagt - de tota le uitgaven en de rijksbijdragen - kan natuurlijk wel worden teruggevonden in de begroting zelf, De VOORZITTER verklaart het vragenhalfuurtje voor geè'indigd. 115 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op een door de heer P.N. van Dijk ingesteld beroep tegen de weige ring van een bouwvergunning. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Deze kwestie is al eens eerder in de raad geweest, nl. op 16 januari 1975. Ik heb nog eens met genoegen in de notulen nagelezen wat ik tijdens die raadsvergadering over deze kwestie heb gezegd. Er is sprake van een uniek bedrijf - genaamd De Pil - in Soest dat toch wel een beetje wordt dwars gezeten. Er wordt nog steeds gezegd dat de tuin van de heer Van Dijk een agrarische bestemming heeft. Onlangs ben ik er nog eens langs gereden. Ik heb gezien wat voor troep er achter dat huis staat en welke armoedi ge opslagruimte de heer Van Dijk achter zijn tuin heeft. Een stenen schuur zal de heer Van Dijk dan ook uit het probleem van de opslagruimte halen. Reeds in 1975 heb ik gezegd dat het onzin is om voor die tuin de agrarische bestemming te handha ven, want ik kan mij niet voorstellen dat er in die tuin nog ooit koien zal groeien of dat er koeien in zullen weiden. Misschien is het mogelijk dat de heer Van Dijk een stal bouwt waarin hij zijn spullen opslaat. Ik vind dat er in planologische zin kan worden ge sproken van een misvorming. Mijns inziens wordt de heer Van Dijk alleen maar dwars gezeten om hem te verwijzen naar het nog te stichten winkelcentrum, maar dat centrum zie ik ook niet meer zo zitten. Ik stel voor de bestemming van de grond te wijzigen. De heer Van Dijk heeft erop gewezen dat winkeliers om hem heen wel een schuur hebben mogen bouwen in hun tuin. Het college en de commissie voor de be roepschriften hebben daarop geantwoord, dat die an dere winkeliers vergunning voor een uitbreiding heb ben gekregen en dat hij die vergunning niet kan krij gen, omdat de grond een agrarische bestemming heeft. Daarom stel ik het college voor om te probe ren de bestemming van die grond te wijzigen, zodat de heer Van Dijk de gevraagde vergunning kan wor den verleend. Indien dat niet gebeurt, zal er wellicht weer een winkel in Soest verdwijnen en er verdwij nen al genoeg winkels in Soest. Het college zal onge twijfeld zeggen dat een bestemmingsplan niet kan worden veranderd, maar daarop kom ik dan straks wel terug, want dat is natuurlijk niet waar. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Een groot aantal leden van mijn fractie heeft het moeilijk met dit agendapunt De betrokken drogiste rij verzorgt vooi de buurtschap waarin zij is gelegen een belangrijke functie. Het valt te betreuren dat er in verband met het bepaalde in het bestemmingsplan op formele gronden geen vergunning kan worden verleend 209

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 272