overleg nu spoedig wordt afgerond weet iedereen in Egghermonde waaraan hij toe is. Dat vind ik een veel betere oplossing. Wethouder HOEKSTRA: Ik kan natuurlijk nooit be loven dat het overleg over vier weken achter de rug is. De VOORZITTER: Daarom vind ik dat wij de nu aangevraagde bouwvergunning formeel moeten wei geren. Stel dat uit het nog af te ronden overleg als conclusie komt dat schuttingen tot 1.80 meter toe laatbaar zijn. In dat geval zal het college alsnog de bouwvergunning verlenen. Het is echter ook moge lijk dat uit het overleg de conclusie komt dat de schuttingen in het algemeen niet hoger moeten zijn dan 1 meter. In dat geval weigeren wij een volgende bouwaanvraag. De heer VAN LOGTENSTEIN: Ik vind dat een om gekeerde procedure; wij moeten nu een beslissing ne men over een bouwaanvraag. De zaak zal zijn beëin digd, wanneer de raad nu beslist de bouwaanvraag te weigeren. In dat geval heeft de raad niet het advies van de commissie voor de beroepschriften gevolgd. Ik zou het voorstel nu alleen willen aanhouden; ik meen dat nu niet moet worden besloten de gevraag de bouwvergunning te weigeren. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik zou wel met uw voorstel willen meegaan, maar mijn bezwaar is dat wij de beroepsmogelijkheid van de heer Van Dongen hebben afgesneden, wanneer wij nu definitief neen zeggen. Wethouder HOEKSTRA: Hij kan een nieuwe bouw aanvraag indienen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik geloof dat wij de heer Van Dongen dan beter kunnen adviseren zijn beroep in te trekken in afwachting van het resultaat van het overleg dat nog wordt gevoerd. Kan dat niet? De VOORZITTER: Hij kan een nieuwe bouwaan vraag indienen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: En dan mag hij weer in beroep gaan? De VOORZITTER: Misschien zijn de omstandighe den in die tijd veranderd, want dan heeft het overleg plaats gevonden. Dat zou kunnen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Maar het kost de heer Van Dongen dan wel geld? De heer VAN POPPELEN: Is de procedure die nu wordt voorgesteld niet omslachtig? De heer GOOTE: Wij zijn het met de heer Van Log- tenstein eens; ook wij menen dat aanhouden de ge makkelijkste procedure is. Wij vinden de door u, me vrouw de voorzitter, voorgestelde procedure te om slachtig. Het voorstel wordt aangehouden. 119 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op een door de heer W. Uyland ingesteld beroep tegen de weigering van een bouwvergunning. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Er wordt in dit stuk gesproken over de Schooldwarsweg die aan één kant is afgesloten, terwijl deze weg toch openbaar is. Welke juridische stappen zijn er door het college genomen om deze weg weer geheel openbaar te doen zijn? De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zullen de ze zaak onderzoeken. Het college heeft de bouwver gunning geweigerd vanwege bezwaren die door omwo nenden zijn geuit. De commissie voor de beroep schriften zegt dat het verkeer door de Schooldwars weg op een andere manier kan worden voorkomen. Daarvoor zouden wij deze weg aan het openbaar ver keer moeten onttrekken en daarvoor is ook weer een hele procedure nodig. De commissie voor de beroep schriften vindt dat wij moeten proberen de artikel 19 - procedure door te zetten, hoewel wij de bezwaarschrif ten al aardig gegrond vonden. Wij willen dat wel pro beren. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 120 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op een door de heer J. Betsman ingesteld beroep tegen de weigering van een bouwvergunning. De VOORZITTER: Dames en heren! Het college schaart zich volledig achter het voorstel van de com missie voor de beroepschriften; bepaalde omstandig heden waren de leden van het college die destijds aan wezig waren niet bekend. De heer MENNE: Betekent dat een uitbouw van 6 meter of 10 meter? De VOORZITTER: De bouwvergunning is verleend en dan moet u mij op dit moment niet vragen wat er in de bouwvergunning staat. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil thans te rugkomen op de interpellatie-aanvraag van de heer De Wilde, omdat de brief van de heer De Wilde inmiddels is rondgedeeld. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik onder steun de interpellatie-aanvraag. Gelet op de inhoud van de brief van de heer De Wilde lijkt het mij belang rijk genoeg orn de interpellatie toe te staan. De VOORZITTER: Uit het feit dat geen der raads leden meer het woord verlangt concludeer ik dat de raad akkoord gaat met het toestaan van de interpella tie. Ik stel voor om de interpellatie te doen plaats vinden na afhandeling van de agenda. Het voorstel van de voorzitter wordt zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 121 Voorstel tot het benoemen van mevrouw A. de Groot- Mol tot hoofdleidster aan de openbare kleuterschool „De Schakel". De VOORZITTER verzoekt mevrouw Greefhorst- Van Overdam en mevrouw Korthuis-Elion met haar het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 23 stemmen op mevrouw A. de Groot-Mol, zodat deze met algemene stemmen is be noemd. 122 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als be doeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Or dening (voorbereidingsbesluit). De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Tegen een aantal punten heb ik geen overwegende bezwaren, maar punt 7 van de omschrijving luidt: „gronden gelegen ten westen van de spoorlijn Utrecht- Baarn ter hoogte van het station Soest-Zuid en be grensd door de groengordel achter de achterperceels- grenzen van de woningen aan de Parklaan tot de Nieuweweg en vanaf de Nieuweweg tot aan een lijn halverwege de Klein Engendaalweg tot de spoorlijn Utrecht-Baarn" (plan Centrum en Centrumweg). 213

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 276