De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb zo juist de tweede aanvullende lijst van ingekomen stuk ken op mijn tafel gevonden, op welke lijst dit stuk staat vermeld. De brief zelf heb ik echter niet gezien. De VOORZITTER: De brief was gevoegd bij een zen ding andere stukken De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik vind dat deze brief wat achter de feiten aanholt, ge zien hetgeen wij in de vorige raadsvergadering hebben behandeld en gezien de in de leesmap ter inzage ge legde brief, waarin al is gereageerd in de door de wijkraad voorgestelde richting. Ik meen dan ook dat op deze kwestie, ook wat betreft de ruimtelijke-orde ningsprocedure, reeds voldoende is gereageerd. De VOORZITTER: Vandaar dat wij u voorstellen de brief voor kennisgeving aan te nemen. De door burgemeester en wethouders voorgestelde afdoening van het stuk wordt daarop zonder hoofde lijke stemming aangenomen, j. Brief d.d, 12 september 1977 van S. de Mooij en drie anderen over het anti-speculatiebeding bij de ver koop van grond voor de bouw van woningen in het plan Overhees, 2e fase, met voorstel deze brief te be handelen bij agendapunt 21 (volgnummer 174). De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! U stelt voor deze brief te behandelen bij agendapunt 21. Ik had willen voorstellen - maar misschien kan dat beter worden besproken bij de behandeling van agen dapunt 21 - deze brief ter behandeling te stellen in handen van de financiële commissie en de commissie ruimtelijke ordening. Dit vanwege het feit dat wij geen tijd hebben gehad om voldoende kennis te nemen van de inhoud van de brief. Beide commissies kunnen dan nagaan welke punten nog gewijzigd moeten worden. Anders vindt er een maand uitstel plaats, terwijl men in oktober wil beginnen met de bouwerij. Ik vind het echter onjuist om de brief vanavond geheel af te doen, zonder dat we een en ander voldoende hebben kunnen bestuderen en in de fractie hebben kunnen doorpra ten. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik was van plan bij de behandeling van punt 21 voor te stellen de kwestie van het anti-speculatiebe ding nog even aan te houden, omdat die zaak onvol doende is besproken. Dat punt is bovendien niet aan de orde geweest in de juridische commissie, terwijl het beding toch vergaande juridische consequenties heeft voot degenen die het krijgen opgelegd. Ik had dat aspect minstens ook aan de juridische commissie willen voorleggen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ook ik had willen voorstellen het punt van het anti-speculatiebe ding even uit te stellen. Ik begrijp nu van mevrouw Korthuis, dat deze kwestie niet in de juridische com missie is geweest. Ook ik acht dat een manco. De VOORZITTER: Dames en heren! Het lijkt mij goed bij de behandeling van agendapunt 21 verder op deze zaak in te gaan. Daarbij kunnen wij ook afspre ken welke commissies - eventueel kan er een gezamen lijke commissievergadering plaats vinden - de machti ging van de raad krijgen om het betrokken punt af te handelen. Besloten wordt het stuk te behandelen bij agendapunt 21 (volgnummer 174). 158 Vragenhalfuurtje, De VOORZITTER deelt mede dat van de fractie van het C.D.A. de volgende vragen zijn ingekomen. „1. Wordt de volgorde van de nummering van de re servelijst voor Overhees 2 gehanteerd bij eventuele toe wijzing, of zijn er nog andere criteria en zo ja, welke 2. Is Uw College bereid om de eerste 25 reservecandi- daten op de voorlichtingsavond van eind september a.s. mee uit te nodigen en hen dus ook te voorzien van het materiaal, dat de gegadigden ontvangen? 3. Kan Uw College ons informeren hoe de gezinssa menstelling is van de ruim 200 gegadigden die een wo ning kregen toegewezen; hoe groot is het aantal huur woningen welke door deze doorstroming weer voor de verhuur beschikbaar komt? De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Als toelichting op de vragen het volgende. In maart heeft een aantal gegadigden voor een koop woning in Overhees 2 bericht gehad dat zij voor een dergelijke woning in aanmerking kwamen. Tegelijker tijd hebben 120 reservekandidaten bericht gehad. De genen die in aanmerking komen voor een woning, hebben een uitnodiging ontvangen voor de eind sep tember te houden voorlichtingsavonden. De reserve kandidaten hebben daarover echter totaal niets ge hoord. Er heerst onder deze mensen een grote onge rustheid. Die ongerustheid is duidelijk verwoord tij dens de politieke soos van het C.D.A. maandag jl. Daarbij ging het vooral om de principiële vraag: Hoe heeft de toewijzing plaats gevonden? Welke rechten en aanspraken hebben de reservekandidaten? Heb ben deze reservekandidaten voorrang bij de toewij zing van de woningen van het tweede gedeelte van Overhees 2 of van Overhees 3? Wat mij tijdens bedoelde politieke soos het meest op viel, was het volgende. Namens de reservekandidaten sprak een woordvoerder. Wanneer bepaalde reserve kandidaten daarnaast het woord namen, bleken zij echter slechts schoorvoetend hun naam te willen noe men. Men was nl. bang dat te zijner tijd bepaalde re presaillemaatregelen tegen hen zouden worden geno men. Met andere woorden: zij vreesden dat men het hun kwalijk zou nemen dat zij kritiek op het beleid leverden. Tegen die achtergrond lijkt het mij goed, dat het college onze vragen niet met een kort „ja" of „neen" beantwoordt, maar er iets uitvoeriger op in gaat dan normaal het geval is. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Met betrekking tot de eerste vraag het volgende. Wanneer er afvallers zijn onder degenen die een woning hebben toegewezen gekregen en die afvallers zijn er inmid dels al -, dan wordt de volgorde van de reservelijst on verkort gehandhaafd. Daarbij worden derhalve aange houden de nummers die de kandidaten hebben gekre gen tijdens de indertijd gehouden informatie-avond. De heer MENNE: Kunnen urgente gevallen tussen die volgorde komen? Wethouder EBBERS: Neen, de door mij bedoelde volgorde wordt aangehouden. De vraag of nog andere criteria worden toegepast, kan derhalve ontkennend worden beantwoord, De tweede vraag kan bevestigend worden beantwoord. Op het ogenblik zijn er zeven a negen afvallers. Tijdens de voorlichtingsavonden zullen vermoedelijk nog meer mensen afvallen. Het is daarom zelfs de vraag of het voldoende is om de eerste 25 reservekandidaten voor de voorlichtingsavonden uit te nodigen. Wanneer het aantal afvallers daartoe aanleiding geeft, zullen wij voor de reseivekandidaten een aparte voorlichtingsbij eenkomst beleggen Anders zou je ook te veel mensen 236

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 299