10. Een zeker niet minder belangrijk aspect is de ver
keersveiligheid. Als raad dragen wij mede de verant
woordelijkheid voor een zo optimaal mogelijke ver
keersveiligheid. Het aantal verkeersslachtoffers is ook
in onze gemeente niet gering. Een goede, veilige ont-
sluitingsweg buiten de woonwijken draagt in belangrij
ke mate bij aan het bereiken van dit doel.
Uit het voorgaande blijkt dat tracé A duidelijk de
voorkeur heeft boven tracé B, waarbij ik nogmaals de
grotere verkeersveiligheid van tracé A ten opzichte
van tracé B naar voren wil brengen.
Aan welke eisen moet volgens onze fractie tracé A
voldoen, opdat landschappelijk de minste schade aan
de Eng wordt toegebracht?
- De weg moet worden ingegraven. Op het hoogste
punt moet dit minstens 5 a 6 meter zijn. Door deze
ingraving ziet men geen auto's, hetgeen landschappe
lijk gezien beter is.
- Voorlopig volstaan met de aanleg van één rijbaan
met twee rijstroken. Aanvankelijk waren wij de me
ning toegedaan dat de weg alleen uitgegraven moest
worden voor één rijbaan. Deskundigen hebben ons
echter ervan overtuigd, dat het beter is nu reeds de
weg voor twee rijbanen uit te graven. Door de taluds
zo schuin mogelijk te houden en deze te voorzien van
een dikke laag teelaarde, waardoor de groei van plan
ten en struiken mogelijk is, levert deze aanleg minder
nadelen op dan de aanleg van steile taluds en is ze uit
milieu-oogpunt veel aantrekkelijker.
- De kunstwerken moeten worden uitgevoerd voor
twee rijbanen, want als dit in een later stadium plaats
vindt, kost het niet alleen veel meer, maar gaat er ook
veel meer van de Enggrond verloren, omdat dan de
rijbanen iets verder uit elkaar komen te liggen. Ik
sluit mij graag aan bij hetgeen de heer Lange hierover
heeft gezegd.
Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, kunnen
wij met het collegevoorstel akkoord gaan en kiest de
C.D.A.-fractie dus voor tracé A.
Mevrouw de voorzitterAan de orde is het voorstel
tot het definitief vaststellen van het tracé van de Cen-
trumweg (gedeelte Nieuweweg-Kerkstraat). Staat u
mij toe dat ik nog enkele opmerkingen maak en vra
gen stel die wel op de Centrumweg betrekking heb
ben, maar die verder gaan dan genoemd traject.
1. Is het mogelijk dat de aanleg van de weg vanaf de
Koningsweg tot aan de Nieuweweg bij voorrang
plaats vindt?
2. Volgens verkeersdeskundigen is alleen een kwart
aansluiting van de Centrumweg op de Kerkstraat niet
gewenst. Een retourbeweging verdient de voorkeur.
Wat is uw mening?
3. Is er al iets bekend over het tracé van de Birkstraat
Soest-Amersfoort
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! U stelt
voor het tracé voor de Centrumweg (het gedeelte
Nieuweweg-Kerkstraat) definitief vast te stellen. Het
begrip „definitief" lijkt mij iets te absoluut. Wij doen
thans een uitspraak over een van de punten in het
ontwikkelingsplan, waarover tot nu toe een voorbe
houd is gemaakt. De gehele procedure met betrek
king tot het bestemmingsplan moet echter nog begin
nen. In dit verband vraag ik mij af wat de rol is van de
adviesrapporten, waarover wij terecht hebben afge
sproken dat wij ze wel mochten inzien, maar er geen
beroep op zouden doen.
De heer VISSER: Is hetgeen de heer De Wilde nu
zegt juist, mevrouw de voorzitter?
De VOORZITTER: Ja.
De heer VISSER: Er lag toch een briefje bij de stuk
ken met de mededeling dat wij uit de rapporten
mochten citeren, zonder de bron te noemen?
De VOORZITTER: Dat is juist. Zo bedoelt de heer
De Wilde het ook.
De heer DE WILDE: Dat is de afspraak die wij in het
seniorenconvent hebben gemaakt. Daarop doelde ik.
Er is daarmede overigens niets geheimzinnigs aan de
hand. Ingevolge artikel 8 van het besluit ruimtelijke
ordening dient nl. vooroverleg met andere instanties
te worden gepleegd.
De heer Lange beriep zich zoéven op een rapport van
de heer Wentink. Hij deed dat terecht, want dat rap
port is openbaar. Ik kan echter op de andere rappor
ten geen beroep doen. Anders zou ik in strijd hande
len met de gemaakte afspraak. Ik zou u echter willen
vragen om, wanneer de vaststelling van het bestem
mingsplan aan de orde komt, met de ingevolge arti
kel 8 van het besluit ruimtelijke ordening geraad
pleegde adviseurs overleg te plegen over de vraag, of
de raad in dat stadium zich mag beroepen op hun ad
viezen.
Zal in het kader van het bestemmingsplan ook de
P.P.C. nog aan de zaak te pas komen?
Hoe stelt het college zich voor de inspraakprocedure
met betrekking tot het bestemmingsplan te regelen,
nu wij in het kader van het ontwikkelingsplan een vrij
definitieve keuze maken met betrekking tot het tracé
van de Centrumweg? Ik weet het: iets dergelijks is
eerder gebeurd (bij het bestemmingsplan Centrum).
Het vormt echter wel een grote beperking, dat straks
met betrekking tot het bestemmingsplan wel over de
vormgeving van de weg, maar waarschijnlijk niet meer
over het tracé als zodanig mag worden gesproken,
Gisteravond hebben wij vernomen, dat de P.P.C. (al
thans een kleine meerderheid daarvan) met betrekking
tot het bestemmingsplan Centrum een ontkoppeling
zal adviseren, waarbij het bestuurlijk centrum op een
andere plaats zou komen dan het winkelcentrum,
Voor mij is dat slechts een advies (de heer Lange sprak
van: „Hoe de hoge heren van de P.P.C. ook mogen
beslissen."). De eerste die dan aan zet is, is het colle
ge van burgemeester en wethouders, want voor het
college is het advies bestemd. Vervolgens zullen wij in
de commissie ruimtelijke ordening overleg moeten
plegen over de inhoud van dat advies. Het resultaat
kan zijn een bevestiging van ons voornemen met be
trekking tot het plan Centrum. Het resultaat kan ook
zijn: een herziening, een heroriëntering ten aanzien
van dat plan. Ik loop hier niet op vooruit; ik geef al
leen maar mogelijkheden aan. Mijn vraag is echter:
Heeft het probleem waarmede wij ons vanavond be
zighouden iets te maken met het bestemmingsplan
Centrum? Is het mogelijk dat degenen die nu de Cen
trumweg verdedigen, zich beroepend op het gedach
te Centrumplan, met betrekking tot het aantal rij
stroken een ander standpunt zouden gaan innemen
als men op grond van de uitgebrachte adviezen tot een
andere beslissing komt met betrekking tot het Cen
trumplan?
Over de gemaakte maquette is wat denigrerend gespro
ken, in de trant van: Maquette of geen maquette, de
standpunten stonden toch van tevoren al vast. In ieder
297