Kroon! Toch staat op bladzijde 17 van het bestem
mingsplan Centrumweg (dat de burger wél bindt)
„De inspraakprocedure van dit bestemmingsplan
wordt conform de door de raad van Soest op 18 maart
1976 aanvaarde inspraaknota opgezet." Een van de ar-
tikel-8-instanties had nog nooit van deze nota gehoord,
schreef ze terug.
Ik wil graag uitvoerig van u horen, mevrouw de voor
zitter, hoe u na deze fatale avond verder denkt te
gaan. Hoe gaat u inspreken, wat doet u met de zestien
inspraakformuliertjes, wie gaat de inspraak begelei
den, wat krijgen de insprekers wel en niet te zien?
Kortom: wat zijn uw plannen op korte termijn?
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter, zou ik
de heer Visser nog iets mogen vragen?
De VOORZITTER: Gaat uw gang.
De heer DE WILDE: Naar aanleiding van de stelling
van de heer Visser dat ik de moed mis om „neen" te
zeggen, wil ik hem de stellige vraag voorleggen hoe hij
aan de ene kant de mensen van de Ossendamweg ge
lijk kan geven, terwijl hij aan de andere kant dat ge
lijk niet wil honoreren. Hoe wil hij zich daaronder uit
draaien?
De VOORZITTER: Wil de heer Visser daar heel kort
op antwoorden?
De heer VISSER: Ik heb al gezegd: Ik sta achter de
bezwaren van de mensen van Ossendamweg-Vondel
laan. Ik zou daar niet graag wonen. Maar de oplos
sing die u kiest, is nog rampzaliger dan hetgeen zich
daar nu reeds afspeelt. U verlegt de problemen van de
Ossendamweg een aantal meters naar het Verlengde
Driftje, dat een snelweg zal worden dwars door een
woonbuurt. Wij krijgen dus de gevaarlijke Centrum-
weg; wij krijgen de Koningsweg dwars door twee wij
ken heen
De heer OLDENBOOM: Hier zit een stuk demagogie
in. Het Verlengde Driftje wordt slechts een aanvoer-
weg voor de Centrumweg.
De heer DE WILDE: Ik heb de heer Visser niet ge
vraagd aan te geven hoe het niet moet. Ik heb hem
gevraagd of hij kan aangeven wat dan zijn oplossing
is.
De heer VISSER: Dat kunt u van mij niet verwach
ten. Ik mis de deskundigen, de tijd, de gelegenheid en
het geld om dat te doen. Wanneer u mij die middelen
geeft, zal ik u onmiddellijk de oplossing bieden!
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter!
Positieve oplossingen komen er van die kant nooit!
De VOORZITTER: Dames en heren! Vanavond be
spreken wij inderdaad een van de twijfelpunten die
met betrekking tot het ontwikkelingsplan nog waren
blijven bestaan. De meerderheid van de raad heeft
zich vorig jaar gesteld achter het collegevoorstel in
zake het tracé voor de Centrumweg over de Eng. Be
sloten werd - voornamelijk op verzoek van de heer
De Wilde - een maquette van het tracé te laten ver
vaardigen. Dit om na te gaan of de raad met betrek
king tot bedoeld tracé tot een eensluitend standpunt
zou kunnen komen. Bij de behandeling van het ont
wikkelingsplan heeft men, teneinde tot een unanie
me uitspraak daarover te komen, onder andere de
kwestie van het tracé over de Eng nog even laten lig
gen, omdat er terzake nog wat meer duidelijkheid
diende te komen. Ondertussen was de maquette ge
reed. Het college achtte het noodzakelijk dat er nu
duidelijkheid komt over het tracé Nieuweweg-Kerk-
straat. Dit omdat wij, in overleg met de commissie
ruimtelijke ordening, het ontwerp-bestemmingsplan
Centrumweg in het vooroverleg hebben gebracht.
Daarbij gaat het om het eerste vooroverleg, waarbij
diverse instanties om advies wordt gevraagd. De door
deze instanties uitgebrachte adviezen worden door
het college bekeken en besproken met de commissie
ruimtelijke ordening. Daarna wordt het ontwerpbe-
stemmingsplan voor het tweede vooroverleg (behan
deling in de P.P.C.) gereed gemaakt. Nu het eerste
vooroverleg heeft plaats gevonden, is het college van
oordeel dat de raad dient uit te spreken met welk
tracé wij verder moeten gaan. Nu heeft de heer De
Wilde gevraagd: Kan hetgeen door de in eerste in
stantie ingeschakelde adviesorganen naar voren is ge
bracht, nog wijziging in het aangegeven tracé brengen?
Alles is natuurlijk mogelijk. Nu wij echter eerst bij de
raamstructuur, daarna bij het ontwikkelingsplan en
hedenavond opnieuw over het tracé hebben gespro
ken, geloof ik dat er wel heel belangrijke nieuwe ar
gumenten moeten komen om naderhand tot een an
der tracé te geraken dan het vanavond vast te stellen
tracé. Formeel moet men die mogelijkheid natuur
lijk openhouden. Maar materieel is de situatie, dat
wanneer de raad vanavond het tracé vaststelt, het
college in overleg met de commissie ruimtelijke orde
ning op grond van dat tracé aan het bestemmingsplan
verder zal werken.
Het is gebleken dat diverse instanties in Utrecht zich
erover hebben verwonderd, dat hun adviezen hier zo
maar in de krant verschenen. Voor het laatste zijn wij
niet verantwoordelijk. Wij hebben die adviezen wel
overgelegd aan de commissie ruimtelijke ordening. Wij
staan nl. op het standpunt, dat niet alleen het college
van burgemeester en wethouders de zaken voorbe
reidt en dat bij die voorbereiding minstens de commis
sie ruimtelijke ordening ingeschakeld dient te worden.
Wij vinden het dan niet zo vreemd dat de betrokken
stukken, al dan niet vertrouwelijk, ter kennisneming
worden overgelegd. Ik vind dat men op een bepaald
moment zelfs de gelegenheid moet hebben daaruit
te citeren. De wet inzake de openbaarheid is nl. niet
voor niets tot stand gekomen. De instanties in Utrecht
zijn op dit punt echter nogal vormelijk en stellen zich
op het standpunt dat zij hun adviezen uitbrengen aan
burgemeester en wethouders. Ik zeg de heer De Wilde
gaarne toe dat wij de betrokken instanties zullen vra
gen hoever wij met betrekking tot de openbaarheid
van bedoelde stukken kunnen gaan.
Wat betreft de bij het bestemmingsplan Centrumweg
te volgen inspraakprocedure, zij erop gewezen dat
het tracé voor de Centrumweg reeds in belangrijke
mate in de inspraak is geweest, met name in het kader
van het ontwikkelingsplan. De inspraakwerkgroepen
inzake het ontwikkelingsplan hebben de heer Wen-
tink een advies over het tracé laten uitbrengen. Naar
aanleiding daarvan heeft de meerderheid van de in
spraakwerkgroepen zich uitgesproken voor tracé A.
Sommigen hebben zich helemaal niet willen uitspre
ken. Een aantal heeft zich tegen dat tracé uitgespro
ken. Ik geloof dat men niet steeds over dezelfde ma
terie kan laten inspreken. Het college heeft daarom
besloten op een rijtje te zetten wat er met betrekking
tot de inspraak over de Centrumweg reeds is gedaan
en wat terzake nog is overgebleven. Dat willen wij de
commissie ruimtelijke ordening voorleggen. De erva
ring heeft geleerd dat, wil je de inspraakwerkgroepen
de gelegenheid geven concreet te werken, je de aan
302