1
Nr. 15 Soest, 7 december 1977
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 7 december 1977 te 19.00
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer mr. J.M. Kruitwagen.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J. Eb-
bers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelis-
sen, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, J.W.
Hilhorst, mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R.A. van
Logtenstein, J.L. Menne, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J.
Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen,
G. Stam, mevrouw M.F van Stiphout-Croonenberg,
P.L.J.M. Storimans, C. Verheus (later), J. Visser en K. de
Wilde.
Afwezig met kennisgeving het lid: D. Hoekstra.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen.
Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter
plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is
ontvangen wege ns ziekte van wethouder Hoekstra.
210 Algemene beschouwingen van de fractievoorzitters
met betrekking tot de vaststelling van de begroting
der gemeente en die der bedrijven en tot goedkeuring
van de begroting van de Stichting Zwembaden Soest
en de Sportstichting voor het jaar 1978.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Wij hebben in dit jaar vrij veel principiële debat
ten gevoerd, waarbij onze doelstellingen uitvoerig aan
de orde zijn gekomen. Vanavond zullen wij in het bij
zonder spreken over onze financiële spankracht voor
het komende jaar en over de zaken die wij daarin van
stapel kunnen laten lopen.
Het nu bijna achter ons liggende jaar was niet eenvou
dig, zowel in het persoonlijke als in het zakelijke vlak.
Op 1 januari reeds overleed geheel onverwacht onze
secretaris, de heer Borreman, Daarnaast waren en
zijn er nog verschillende langdurig zieken onder onze
gemeentelijke medewerkers. Zonder hen met name te
noemen gaan onze gedachten naar hen uit.
Zakelijk gezien stonden en staan wij voor enorm moei
lijke en diep ingrijpende beslissingen, in verband met
de totstandkoming en tenuitvoerlegging van het ont
wikkelingsplan. Het is bijzonder gemakkelijk, in emo
tionele bewoordingen te pleiten voor instandhouding
van wat is, voor natuurbehoud en behoud van oor
spronkelijke dorpsgezichten. De kranten staan er da
gelijks bol van. Dat is op zichzelf goed, want er zijn
tijden gewee st dat men van dat alles al te licht en
zonder er verder over na te denken afstand deed. Als
ik zeg „afstand doen", dan vereist dat nog een beslis
sing, maar vaak ook was het kwaad al geschied voordat
men zich realiseerde wat er aan de hand was.
Heden ten dage vervallen wij echter in het andere
uiterste. Het lijkt er warempel op of de raadsleden, de
gekozen vertegenwoordigers van onze Soester burgerij,
juist met al hun plannen een bedreiging vormen voor
diezelfde burgerij en voor wat haar lief is. Maar dat
kunt u toch niet geloven! Met de term ,,u" richt ik mij
over uw hoofd heen tot onze burgerij. Niets is immers
minder waar. Zoals vaak in het leven, liggen de zaken
niet zo eenvoudig als men wel zou wensen. Stuk voor
stuk, zoals wij hier als leden van het gemeentebestuur
zitten, gaat dit alles ons juist zeer ter harte, Wij zijn
avond aan avond en ook nog op velerlei andere ogen
blikken hiermee bezig en wij zetten ons in voor het
welzijn van onze burgers, juist ook op lange termijn
Dat nl. vormt onze algehele verantwoordelijkheid.
Niet alleen één aspect, maai het welzijn van onze
burgers ook op de lange termijn. Dan vraagt die bur
gerij wel goede woningen, veilige verkeersstructuren,
goede winkel- en werkgelegenheid, kortom: een leef
bare gemeenschap waar een ieder zich wél bevindt,
ook op de langere termijn.
Ik meen dat juist door de omvang van de problema
tiek waar wij ons voor gesteld zien en de ernst die wij
daarmee maken, in het bijzonder de partijen die zich
te zamen verantwoordelijk weten voor het collegebe-
leid, wij tot een opbouwende kritische samenwerking
en vaak indringend overleg zijn gekomen.
Toch vragen wij ons voortdurend af, hoe het komt
dat de bevolking, of althans groepen uit de bevol
king, vaker en meer dan men redelijkerwijze gespro
ken mag verwachten, zich zo verontrust betonen. Dit
vraagt een grondige bezinning. Twee punten zijn hier
bij onzes inziens van belang: de voorlichting en het
meedenken door middel van inspraakprocedures.
Ten aanzien van de voorlichting menen wij dat deze
toch enigszins anders zou moeten worden opgezet. Wij
hebben waardering voor het werk van de voorlich
tingsambtenaar, maar de voorlichting zoals deze nu is
opgezet, schiet tekort. Wij vinden een goede voorlich
ting - juist omdat Soest thans zo in beweging is - van
groot belang. In antwoord op een vraag over de voor
lichting bij de afdelingsbehandeling (nummer 1-37)
antwoordt het college dat het doel van voorlichting is
onder meer het geven van directe informatie en in
formatie omtrent alle maatschappelijke diensten en
mogelijkheden die de overheid de bevolking biedt.
Verder zegt het college dat het zich zal beraden over
het in de toekomst te voeren beleid. Welnu, wij heb
ben ons beraden over het in de toekomst te voeren
beleid en wel over een bijzonder urgent aspect van
de voorlichting dat onzes inziens op dit ogenblik al
geen uitstel meer toelaat.
Of er bij iedere dienst een eigen voorlichtingsappa
raat moet komen en of er een gereorganiseerd centraal
voorlichtingsapparaat moet komen, zijn vragen waar
over wij ons nu niet willen uitspreken, maar graag uw
advies willen afwachten. Waarover wij het nu wél
eens zijn is dat, wil de uitvoering van het ontwikke
lingsplan slagen, er zo spoedig mogelijk een perma
nent info-centrum moet komen waar een ieder zich
te allen tijde kan informeren en inzicht kan krijgen
in de samenhang van de verschillende gemeentelijke
plannen. Het gemeentehuis kan hiervoor geen plaats
bieden, zo zult u ons meteen tegenwerpen, maar ge
zien de urgentie van deze zaak stellen wij u voor, de
hal van de Margrietschool hiervoor in te richten.
Mocht de bibliotheek hierin eventueel ook onderge
bracht worden, dan zou dat een extra ondersteuning
zijn. Wij erkennen dat het niet ideaal is, maar in af
wachting van het nieuwe gemeentehuis is dit toch de
beste oplossing. Wij zijn bereid de financiële conse
quenties, ook ten aanzien van de personele bezetting,
onder ogen te zien Dit alles juist omdat wij menen dat
het punt van de voorlichting in dit stadium van de
gemeentelijke ontwikkelingen van immens belang is.
321