C.D.A. wil zijn programma 1974/1978 niet vergeten.
Wij willen verantwoording afleggen aan de inwoners
van onze gemeente en zullen daarom zo goed moge
lijk de hoofdlijnen uit dat program toetsen aan de be
groting die voor ons ligt en die het kwartet begrotin
gen 1974/1978 afsluit
De totale uitgaven van de gemeente Soest zijn inclu
sief de verrekeningen met de woningbouwcorporaties
op ruim f. 58 miljoen begroot. Dat betekent een stij
ging ten opzichte van 1977 met ll1/2%. De verwachte
kostenstijging in aanmerking genomen, is het een re-
ele stijging van circa 4%. Bij nadere beschouwing van
de onderdelen van de uitgaven blijkt onderwijs, waar
op de invloed van de gemeente in financiële zin niet
gering is, het grootste aandeel op te eisen, nl. 221/2%
of circa f. 280,— per inwoner. Een goede tweede vor
men de openbare werken, met een aandeel van bijna
21% of circa f. 258,- per inwoner Wat opvalt is de
reële achteruitgang van de uitgaven voor enkele on
derdelen van openbare werken waar men dat niet
zou vermoeden, nl. voor het onderhoud van de we
gen (min 4%) en voor de riolering (min 6%). Wellicht
kan het college bij de beantwoording van deze alge
mene beschouwingen een verklaring hiervoor geven.
De begroting 1978 sluit, mede dankzij de uitkering
voor buitenlandse militairen en een tweetal speciale
maatregelen, nl. de beschikking over f. 280.000,- uit
de saldireserve en de verhoging van de belastingen en
rechten met in totaal f, 315.250,-, welk bedrag de
inwoners van Soest in 1978 extra zullen moeten op
brengen ten opzichte van 1977. Dit laatste aspect
raakt de Soester bevolking op directe wijze.
Wij willen daarop nu nader ingaan. In de raadsverga
dering van oktober jl. zijn wij akkoord gegaan met
de verhoging van de secretarieleges en de bouwleges,
welke verhoging voor 1978 wordt begroot op
f. 33.750,- in totaal. Het restant, te weten
f. 281.500,-, moet door de Soeste: bevolking in de
vorm van belastingen extra worden opgebracht. Wij
stellen het college voor, daarin enige verlichting te
brengen, een voorstel dat door de volgende overwe
gingen wordt ingegeven. De ervaring van de laatste
jaren leert ons dat het overschot op de rekening jaar
lijks stijgende is. In 1975 is het totaal der meevallers
zelfs circa f. 1,5 miljoen. Dat betekent circa 5% van
de totale gemeentelijke uitgaven. Naar onze mening
is dat in relatie tot andere gemeenten een hoog aan
deel. Zou in dit licht bezien niet kunnen worden
overwogen om het overschot op de rekening 1976
af te wachten en de belastingen in 1978 pas te ver
hogen indien dat overschot duidelijk terugloopt
Een tweede mogelijkheid die wij willen aanbevelen is
de extra belasting (circa f- 7,— per inwoner) te benut
ten voor een versnelde realisering van het overdekte
zwembad, zoals wij dat bij de behandeling van de fi
nanciële paragraaf van het ontwikkelingsplan al
voorhielden aan het college. Is overigens al een indi
catie te geven omtrent de grootte van het overschot?
De paragraaf financiële mogelijkheden geeft een hel
dere kijk op de huidige financiële positie van onze
gemeente. De titel suggereert een aftasting van de rea
liseringskansen van onze wensen op lange termijn.
Dat aspect komt naar onze mening onvoldoende uit
de verf. Er is naar ons gevoel nog te weinig inzichte
lijk verband gelegd tussen de bestaande en duidelijk
omschreven reserves en de betekenis daarvan voor de
realisering van de beleidsvoornemens op middellange
en lange termijn. Kan het college ons deze informatie
nog verschaffen?
In feite is deze begroting al in diverse raadscommissies
aan een gedetailleerde beschouwing onderworpen. Bij
de hoofdstuksgewijze behandeling hopen wij nog op
een aantal punten nader in te gaan. Mijn fractie kan
met het voorgenomen financiële beleid wel instem
men.
Mevrouw de voorzitter! Ik wil thans nader ingaan op
een aantal beleidspunten. Tijdens de begrotingsverga
dering van verleden jaar is onder meer door mij het
functioneren van de raad aan de orde gesteld. Wij
hebben de wens geuit dat in de diverse raadscommis
sies de voorstellen uitputtend zouden worden bespro
ken en wij ons tijdens de raadsvergaderingen zouden
beperken tot de hoofdlijnen en de besluitvorming. He
laas hebben wij hierin nog weinig verbetering kunnen
constateren. Voor de belangstellenden schijnt onze
manier van discussiëren niet erg positief over te ko
men. Het zij nogmaals gezegd dat wij ons meer zelf
discipline moeten opleggen voor wat betreft de spreek
tijd - een en ander gecombineerd met een nog straffere
leiding van u, mevrouw de voorzitter - willen wij ten
minste komen tot een efficiëntere vergaderwijze.
Het aantal commissievergaderingen neemt in omvang
en tijdsduur steeds toe, mede onder invloed van de
inspraakprocedures. Het functioneren van het samen
werkingsorgaan Eemland is in de afgelopen periode
weinig verbeterd. Wanneer verwacht u de goedkeuring
van de Kroon, waardoor een versterking van de re
gionale belangenbehartiging kan plaats hebben?
Vanuit de Wijkraad Soesterberg is het initiatief geko
men om tot rechtstreekse verkiezing van de leden
over te gaan voor de nieuwe zittingsperiode. Wij ho
pen dat de voorstellen terzake ons spoedig zullen be
reiken. Wij zijn benieuwd of de inwoners van Soes
terberg de noodzaak van een goe d functionerende
wijkraad inzien door volgend jaar massaal aan deze
oproep tot rechtstreekse verkiezing gevolg te geven.
Wij verwachten dat een rechtstreeks gekozen wijkraad
met beperkte beslissingsbevoegdheid beter zal kun
nen functioneren en in een behoefte zal voorzien.
Nadat in de raad de inspraaknota is aangenomen,
kunnen de burgers mee oordelen over bestemmings
plannen, in de eerste plaats in hun eigen omgeving
als belanghebbenden en ook in breder verband als be
langstellenden. Het is een goede zaak om zo in de be
sluitvorming de meningen van de inwoners te kunnen
betrekken. Toch is het jammer dat aan deze inspraak
procedure in haar totaliteit enkele schoonheidsfouten
kleven. Niet aan de vastgestelde nota, maar praktisch
in de uitwerking.
Te veel burgers uit Soest - de zeer getrouwe inspre
kers niet te na gesproken - blijven nl. afzijdig staan
en benutten niet de hen geboden gelegenheid om mee
te denken over de verschillende plannen. Het lijkt er
op, dat het overgrote gedeelte van de bevolking vol
doende vertrouwen heeft in het beleid van het gemeen
tebestuur. Een andere groep burgers echter is zeer in
tensief bezig, zich overal en op alle tijden te laten zien.
Dié groep zet zich in met een ijver en enthousiasme
waar je „u" tegen zegt. Overal hoor en zie je ze en de
pers besteedt aan deze groep zeer veel aandacht. Ech
ter, in verhouding tot de gehele burgerij lijkt ons dit
toch een minder goede manier van inspraak. Daarbij
komt nog dat wij wel eens de indruk krijgen dat deze
insprekers niet eerder tevreden zijn voordat al hun
324