leefsituatie van de mens centraal. De hoofdlijnen bij
onze gedachtenvorming zullen zijn:
1. Het scheppen van voorwaarden voor een comfor
tabele huisvesting van onze bevolking in kwantitatieve
en kwalitatieve zin.
2. Verbeteren van het leefmilieu door het verminde
ren van niet-bestemmingsverkeer.
3. Het bevorderen van ontplooiingsmogelijkheden van
de middenstand en het scheppen van parkeergelegen
heid.
4. Het bevorderen van veilige fiets- en voetgangersge
bieden.
5. Het verbeteren van de verkeersveiligheid.
Andere factoren waarmee wij in ons beleid rekening
moeten houden, zijn:
- Nog steeds toenemende groei van onze Soester be
volking.
- Druk van buiten.
- Achterstand in de infrastructuur.
Ten aanzien van het openbaar vervoer in Soesterberg
is er nog steeds niets veranderd. Al jaren wordt be
weerd dat dit te kostbaar is. Wij zouden nu eindelijk
wel eens daden willen zien. Het moet toch mogelijk
zijn de buslijnen zo te verleggen dat de loopafstanden
naar de haltes aanzienlijk worden bekort?
Bij de vaststelling van het ontwikkelingsplan is door
ons een aantal kritische opmerkingen gemaakt met
betrekking tot de afslag van rijksweg 28 bij de Richel-
leweg. Kan het college ons hierover al nadere informa
tie geven? Hetzelfde geldt voor de reconstructie van
de Rademakerstraat en de Amersfoortsestraat. Een in-
haalverbod op deze weg zou onder de huidige om
standigheden de verkeersveiligheid mogelijk bevorde
ren. Wat is de mening van het college hierover?
In de commissie ruimtelijke ordening is meerdere ke
ren het aanwijzen van een plaats voor een woonwa
gencentrum ter sprake geweest. Wij zijn ons ervan
bewust dat, hoe en waar men een kamp wil realise
ren, dit altijd op bezwaren van om- en aanwonenden
stuit. Toch zal er een oplossing moeten komen. Die
verantwoordelijkheid hebben wij als gemeente geno
men. In de laatste commissievergadering voor ruimte
lijke ordening zijn hierover nog voorstellen gedaan.
Wij vragen ons af of de 25 gegadigden voor het te
stichten woonwagenkamp niet beter geholpen zou
den worden met het bouwen van 25 aangepaste wo
ningen Hoe is de mening van het college hierover?
Mevrouw de voorzitter! Ik wil vervolgens enkele op
merkingen maken over het welzijn. Hoewel er nog
steeds nood is op het gebied van de huisvesting van
buitenlandse werknemers, verdient onzes inziens de
stichting die zich hiermee bezig houdt, alle lof en
waardering. Kunt u ons informeren over de vraag wat
er gedaan wordt aan de begeleiding van de gezinnen
van buitenlandse werknemers die zich in onze gemeen
te hebben gevestigd? Aanpassing aan onze samenle
vingsvormen lijkt ons voor deze mensen noodzakelijk
in verband met hun blijvende vestiging in ons land.
Het werk van de plaatselijke hulpcentrales op dit en
ander terrein verdient eveneens ons aller waardering
en steun. Zeker nu het duidelijk is geworden dat de
subsidiebomen niet tot in de hemel groeien en wij
weer gedeeltelijk terug zullen moeten vallen op een
daadwerkelijk stuk onbaatzuchtige naastenliefde.
Het onderwijs, als onderdeel van het totale welzijns-
gebeuren, neemt een zeer belangrijke plaats in. Toch
bekruipt ons de vrees dat de rijksoverheid wel eens te
veel oog heeft voor het experiment en te weinig voor
de hoge kosten die de gemeenten zich moeten getroos
ten om het onderwijs draaiende te houden. De rijksver
goedingen zijn nog steeds te laag. Wie weet ligt hier een
taak voor de nieuwe regering. Hoe is het overigens bij
het openbaar onderwijs gesteld met de ouderparticipa
tie? Wij hebben de indruk dat dit onderwerp wat op de
achtergrond is geraakt. Zijn er in dit verband nog
nieuwe impulsen van de zijde van het college te ver
wachten?
Aangezien wij nog zeer recent de cultuurnota in de
raad hebben behandeld, wil ik over dit onderwerp nu
kort zijn. Wij stellen het college voor over te gaan tot
het stichten van een oudheidkamer voor onze gemeen
te, mede met het oog op het 950-jarig bestaan van
Soest in 1979. Is het college al met plannen bezig
voor de eventuele festiviteiten?
De andere leden van mijn fractie zullen nog nader op
een aantal zaken ingaan, ook ten aanzien van de ver
schillende stichtingen en bedrijven. Een enkele op
merking in het kader van deze algemene beschouwin
gen wil ik echter nog wel plaatsen.
In het kader van de energiebesparing zouden wij een
onderzoek ingesteld willen zien naar de isolatie van
het gemeentelijk woningbezit, alsmede de daaraan
verbonden kosten. Een globale berekening heeft ons
geleerd dat bijvoorbeeld de woningen voor f. 7 50,-
tot f. 1.000,- per eenheid voorzien zouden kunnen
worden van spouwmuurisolatie.
Dankzij de inzet van het personeel van de dienst ge
meentewerken is het uiterlijk aanzien van ons dorp en
het totale verzorgingspeil zeker goed te noemen. Dat
beinvloedt mede de leefbaarheid in positieve zin.
Het werk van de politie en de brandweerkorpsen wordt
door ons zeer gewaardeerd. De proef met de wijk
agent in Soesterberg is zeer positief ontvangen. Uit
breiding van dit soort politiewerk is zeker aan te beve
len en werkt preventief.
Onze dank gaat uit naar alle medewerkers in ons ge
meentelijk apparaat die qua huisvesting bepaald niet
te benijden zijn, althans het secretariepersoneel, voor
alles dat zij voor ons raadsleden en voor onze inwo
ners hebben gedaan. Wij zijn hen allen, zonder uitzon
dering, daarvoor zeer erkentelijk. Met de bede dat het
ons als raad onder uw leiding, mevrouw de voorzitter,
gegeven mag zijn om vruchtbaar samen te werken in
het belang van ons mooie dorp, wensen wij u en de le
den van het college daarbij zeer veel sterkte en wijsheid
toe.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! In de
achter ons liggende jaren deden zich in deze gemeen
te enkele tumultueuze ontwikkelingen voor in de ver
houding tussen bestuurden en bestuurders. Wij noe
men de vrij massale afwijzing van Zuidereng. Die
Zuiderengtoestand heeft ons destijds doen pleiten
voor een procedure, waarbij zou worden gegaan van
het geheel naar de delen, hetgeen betekende: Eerst
voor het geheel van de gemeente een ontwikkelings
plan vaststellen en vervolgens, daarop gebaseerd, be
stemmingsplannen voor onderdelen.
De Zuiderengmoeilijkheden hebben onze fractie ook
doen besluiten, in augustus 1975, om een initiatief
voorstel ter verbetering van de inspraak in het ruim
telijk beleid bij de raad van deze gemeente in te die
nen. Wij bepleitten in dat voorstel de instelling van een