De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter' Ik daag alle grote politieke partijen hier in Soest uit om vol gend jaar de verkiezingen in te gaan met de leuze dat zij bereid zijn, de portefeuille ruimtelijke ordening te gaan beheren, opdat wij politiek gesproken weer greep op de zaak krijgen Volgens mij durft niemand het aan. Als ik de voorzitter van de commissie ruim telijke ordening in de vergadering van 22 november hoor zeggen „dat het bestuurlijk centrum nooit aan de Dalweg zal komen", dan denk ik - neen, wat ik denk zal ik maar niet zeggen - dan vraag ik mij af: Zit de overheid er nu ten dienste van de burgers of zijn de burgers er ten dienste van de overheid Zo is het ook met de portefeuille voorlichting. In het antwoord op vraag 1 37 geeft u toe dat niet alle dis ciplines in dit voorlichtïngsapparaat aanwezig kun nen zijn. Ik vind het door u toegezegi beraad te vaag. In Heerhugowaard (28 000 inwoners) zitten drie voorlichtingsambtenaren. In kleinere plaatsen dan Soest, zoals Leusden en Huizen, werken er ook meer. Noemt u mij één gemeente boven de 30,000 inwo ners waar maar één voorlichtïngsman functioneert. Alleen Soest. Ondanks mijn aandringen in de commissie financiën om nu eens aan de bevolking van Soest duidelijk te maken, in begrijpelijke taal, dat een gemeente die elk jaar een miljoen gulden of meer overhoudt, toch haar belastingen zo nodig moet verhogen, vind ik hiervan niets in „Op 't Hoogt" terug. Of maakt u eens duide lijk wat er terecht is gekomen van de V.V.D.-eis van verleden jaar om 1% te bezuinigen Ik denk verder aan alle hinderwetzittingen waarmee de burgers deze zomer min of meer werden overval len, of ik denk aan de gerechtvaardigde angst van de Soesterbergse middenstand die achter geheime plan nen komt dat er Amerikaanse toko's in hun buurt komen. Of ik denk aan uw verbod om de video-opna men van de actiegroep Zuideieng-Nee af te draaien voor gemeentepersoneel; dat heeft in de krant ge staan. Ook de portefeuille voorlichting is een belangrijke politieke portefeuille die in handen moet zijn van een gekozen wethouder die verantwoording af kan leggen van zijn doen en laten aan de kiezers, Over het begrotingsonderzoek kunnen wij voor het eerst in deze raadsperiode tevreden zijn. Verleden jaar hadden wij nog 199 schriftelijke vragen te stellen, dit jaar zijn het er maar 74 Vervelend vind ik wel dat na een paar vragen mijnerzijds tijdens het begrotings onderzoek in de eerste afdeling over bestemmings plannen en inspraakprocedures, u in conclaaf ging met de fractievoorzitters van V V D. en C.D.A. Een gefluis ter in ons aller aanwezigheid dat erg onplezierig over komt in gezelschap. Verheugd ben ik over uw toezegging in antwoord 1.33 dat u bereid bent een nota op te stellen over de conse quenties van de vertegenwoordiging van de gemeente in diverse instellingen door raadsleden c,q, wethouders. Ik kom tenslotte tot de nota van aanbieding. Kernzin hierin op bladzijde 7 is: „Het is zaak om niet zonder meet te aanvaarden wat hogere instanties wensen Langzamerhand begint dit gemeentebestuur een ludie ke actiegroep te worden Ik mag deze opstandigheid wel. Het moet mij verder van het hart dat ik mij erover ver heug dat de achterstand in het uitbrengen van jaar rekeningen zo is ingelopen. Ik kom daarmee vanzelf bij het jaarlijkse compliment aan het voortreffelijke ambtenarencorps dat wij hier in Soest hebben. Pro gressief Soest is ook zeer tevreden met de noodzake lijke uitbreiding van 13 personen. De krokodillen tranen over het gebrek aan woonruimte bij het be noemen van personeelsleden voor de secretarie, de politie en het onderwijs zijn misplaatst. Een ge meente die kans ziet een prachtige woonerfwijk te bouwen voor Amerikaanse militairen en daarvan elk jaar een verfijningsuitkering in haar zak steekt van f. 375.000,—, moet dat geld dan maar aanwenden voor de huisvesting van haar eigen burgers. Tenslotte deel ik u mede mijn stem niet te zullen ge ven aan de 5% extra belastingverhoging jaarlijks ten bate van het ontwikkelingsplan, waar wij het in Soest nog lang niet over eens zijn. Ik wil mijn betoog beëindigen met een zeer kort ge dicht uit mijn nieuwe bundel „Klaarwater", een één regelig gedicht dat ik opdraag aan alle stukken, no ta's, plannen, papieren, brieven, voorstellen, notities, overzichten, paperassen, boekjes, verslagen, uittrek sels, studies, rapporten, notulen en bladen die wij voorgeschoteld krijgen: „Wie dit leest wordt gek"! De VOORZITTER schorst hierna de vergadering. Wanneer de vergadering is heropend, zegt de VOOR ZITTER: Dames en heren! Door de sprekers zijn een groot aantal belangwekkende onderwerpen aan de orde ge steld. Daarbij is het ons opgevallen dat sommige fractievoorzitters hun taak anders hebben opgevat dan andere fractievoorzitters. Hierdoor zijn enkele punten al aangeroerd door verschillende fractievoor zitters die door de andere fracties pas bij de hoofd stukken aan de orde zullen worden gesteld Ik stel u met het oog hierop voor dat wij nu niet op alle meer concrete punten antwoord geven, teneinde te voor komen dat wij bij de behandeling van de hoofdstuk ken weer in herhaling zouden moeten vervallen en om de andere fracties niet de gelegenheid te ontne men om hierover alsnog te spreken. Ik geef nu eerst het woord aan de wethouder van financiën. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Uit de algemene beschouwingen is gebleken dat de raad in het algemeen positief staat ten opzichte van het fi nanciële beleid van de gemeente, overigens met enke le vraagtekens hier en daar. Mevrouw Korthuis heeft hierop gedoeld door te wijzen op de belastingverho ging met 5,94%, terwijl het Centraal Planbureau voor 1978 een prijsstijging voorziet van 5,75%, dus maar een fractie lager dan de thans voorgestelde belasting verhoging. Ook de heer Van Poppelen heeft dit punt aange roerd, met een aantal vragen daarbij, met name de vraag of het in het licht van de jaarlijkse overschot ten die steeds toenemen, niet mogelijk is om de be lastingverhoging pas in de loop van 1978 door te voe ren. Nu is dat technisch niet mogelijk; een belasting verhoging moet steeds aan het begin van een jaar worden doorgevoerd. Bovendien wijs ik erop dat uit het voorstel tot le wijziging van de begroting blijkt dat de post onvoorziene uitgaven door de nog in 1977 genomen raadsbesluiten inmiddels al is teruggelopen met een bedrag van f. 370 552,-. Hierdoor resteert

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 394