een paar weken die maatregelen behoorlijk te nemen en tot uitvoer te brengen? Ik begrijp ook niet goed de zin van de motie van de heer Visser. Immers, volgens de nota van aanbieding zal het college in de loop van 1978 met een voorstel hierover komen en volgens de heer Visser zouden wij nu ineens, hals over kop, de politieke beslissing moe ten nemen om het slachthuis te sluiten. Als de heer Visser mij niet duidelijk kan maken om welke grote belangen het hierbij gaat, ben ik niet van plan om de door hem ingediende motie te ondersteunen. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het is nog altijd onze bedoeling dat in de loop van 1978 een beslissing wordt genomen over het al dan niet voort bestaan van ons slachthuis. Recent is nog een vergade ring gehouden van de slachthuiscommissie, waarbij uitvoerig is gediscussieerd over de thans ontstane si tuatie. Inderdaad is er nu een uitkering gekomen van het rijk van f. 232.000,- over de jaren 1976 en 1977, maar het gaat hier om een éénmalige uitkering. Met het oog hierop is in die vergadering van de slachthuis commissie besloten om dit bedrag voorlopig te reser veren als een post voor het slachthuis. Het is daarnaast uitdrukkelijk de bedoeling om voorlopig geen investe ringen in het slachthuis te doen; dat is ook niet nodig op korte termijn. Wel wordt het noodzakehjke onder houd verricht, zoals schilderen, onderhoud van de ma chines en andere apparatuur, enz. Ik ben het dan ook wel eens met de stelling van de heer De Wilde dat de motie van de heer Visser prema tuur is. Er is nog een aantal mensen werkzaam in het slachthuis en er zijn nog gebruikers van het slachthuis; de heer Visser spreekt daar ook zelf over. Na de verga dering van de slachthuiscommissie is nog een gesprek gevoerd tussen een aantal gebruikers van het slacht huis en de directeur van het slachthuis, waarbij de vraag aan de orde is gekomen wat men denkt te gaan doen. Er is toen een bepaald idee naar voren gekomen dat echter nog helemaal verder moet worden uitgewerkt, dus men moet hieraan nog geen consequenties verbin den. Dit idee houdt in dat, zolang er geen grote inves teringen behoeven te worden gedaan, voorlopig in overleg met de gebruikers en de daar werkzame men sen, waaronder een ambtenaar van de gemeente die overigens volgend jaar direct in een dan ontstane vaca ture bij het gasbedrijf zou kunnen stappen, het slacht huis gehandhaafd blijft. Aangezien er ook nog een ambtswoning bij het slachthuis aanwezig is en wellicht een oplossing kan worden gevonden voor de huidige bewoner - dat zal ook nog niet zo eenvoudig zijn, maar dat blijkt dan wel - is het misschien ook nog mogelijk om toezicht te realiseren bij het slachthuis door iemand die het klappen van de zweep kent en kan let ten op het eventueel uitvallen van bijvoorbeeld de vriesmachines. Wij denken daarvoor aan de reeds ge noemde ambtenaar die dan formeel werkt bij het gas bedrijf, maar ook nog toezicht kan uitoefenen op het functioneren van het slachthuis. Op die manier denken wij te kunnen komen, in over leg met de gebruikers, tot een voorlopige vorm van gebruik van het slachthuis waarmee beide partijen ge diend zullen zijn. Er zijn immers nog wel belangrijke zaken aanwezig in het slachthuis, ook genoemd door de heer Hilhorst, zoals de noodslachtplaats die voor ons gebied vrij belangrijk is, en de vrijbank. Het rapport van het E.T.I. is inderdaad al enige tijd binnen. Wij hebben in de slachthuiscommissie niet apart over dit rapport gesproken, maar het is wel ter sprake geweest toen het ging om de opstelling van de begroting, in augustus jl. Toen wisten wij overigens nog niet of de afschaffing van artikel 8 van de Vlees- keuringswet door de Tweede Kamer zou worden aan vaard en het zou daarna ook nog door de Eerste Ka mer moeten worden aangenomen. Er is nu dan ook een gewijzigde begroting van het slachthuis opgesteld die een aardig sluitend geheel vormt. Trouwens, zelfs als er een vrij klein tekort zou komen, zou het nog geen ramp zijn, gezien de uitkering van het rijk die wij nu hebben gekregen. Dit kost dus verder de algemene dienst geen geld en behoeft ook niet tot belastingver hogingen of iets dergelijks te leiden. Wat de investeringen betreft, zijn er inderdaad nog wel enige zaken die binnenkort of over een aantal jaren om de hoek zouden kunnen komen. Op dat moment zullen wij de zaak opnieuw moeten bekijken. Zolang die grote investeringen echter nog niet nodig zijn en het slachthuis behoorlijk kan blijven draaien in overleg met de gebruikers, meen ik dat het slachthuis gewoon gehandhaafd moet blijven. Dat heeft ook grote sociale voordelen, zeker vergeleken bij het voorstel van de heer Visser om de zaak nu maar meteen per 1 januari a.s. af te kappen. Ik meen dan ook dat deze motie prematuur is. Wij hebben gezegd dat wij in de loop van 1978 een en an der weer opnieuw onder de loep zullen nemen, juist ook in overleg met de gebruikers en de mensen die er nu werken. De heer Van Logtenstein heeft nog gevraagd of het voorstel inzake de keurlonen en rechten consequenties heeft voor de slagers, hotels enz. De keurlonen en rechten zijn nu gebaseerd op een systeem per te slach ten dier, een systeem dat in alle slachthuizen in Neder land wordt gehanteerd. Wij hebben echter niet het volle pond eruit willen halen en de tarieven zijn dan ook niet kostendekkend. Ik wijs er in dit verband nog op dat het slachthuis in Amersfoort met een enorm tekort zit, juist omdat men daar bewust niet naar kostendekkende tarieven is gegaan, zoals men wel heeft gedaan in bijvoorbeeld Hilversum. Misschien heeft Amersfoort daarbij wel in het achterhoofd gehad - het is overigens een ondeugende gedachte mijnerzijds - dat er binnenkort toch wel een gemeenschappelijke rege ling voor de regio komt, waardoor de andere deelne mende gemeenten bij zouden dragen in dit grote te kort van het Amersfoortse slachthuis. In ieder geval sta ik ook met het oog hierop toch wat aarzelend tegenover een en ander. Zolang het de ge meente geen geld kost, meen ik dan ook dat wij het slachthuis nog moeten laten draaien en in het ko mende jaar de zaak evalueren. De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Ik zal nog graag horen of de rijksoverheid ons misschien kan dwingen om het slachthuis te sluiten. Wethouder EBBERS: Neen, dat is niet het geval. De gemeente moet besluiten om het slachthuis te sluiten en dat zal dus volgens ons moeten gebeuren als een en ander ons te veel geld zou kosten. Dat is dan ter beoor deling van de gemeenteraad. Ik moet overigens nog mijn beantwoording aan het adres van de heer Van Logtenstein afronden. Ik kan hem zeggen dat de nieuwe keurlonen en rechten een lichte stijging van de prijzen tot gevolg zullen hebben. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het betoog

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 411