sparing, worden geinformeerd (of doorverwezen) door
mensen die bij het gasbedrijf werkzaam zijn. Het is de
bedoeling dat er dan ook folders kunnen worden ver
strekt.
De begroting van het gasbedrijf wordt zonder hoofde
lijke stemming voorlopig vastgesteld.
De centrale antenne-inrichting,
De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Ik
spreek graag namens onze fractie onze waardering uit
voor de wijze, waarop het probleem van de C.A.I. in
Soest is aangepakt en voorbereid. Wij hopen dat in
1978 voor heel wat Soester gezinnen het C.A.I.-signaal
werkelijk de huiskamer zal bereiken. Wel menen wij
dat in de komende jaren gestreefd moet worden naar
één tarief voor heel Soest, zodat geen verschil in beta
ling per wijk meer zal bestaan.
Wethouder EBBERS: Mevrouwde voorzitter! Het
streven naar één tarief is ook het streven van het col
lege. Alleen is gebleken dat dit toch nog wel enigszins
moet worden beperkt, gezien de investeringen in ver
schillende delen van onze gemeente; een en ander
moet dus niet in één keer worden gelijkgetrokken.
Ook het voorzieningenpakket kan trouwens verschil
lend liggen en ook op grond hiervan zouden er voorlo
pig nog enige verschillen in tarief kunnen blijven. Op
zichzelf echter streven ook wij naar een geleidelijke ge
lijkschakeling van de tarieven.
De begroting van de centrale antenne-inrichting wordt
zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
De begrotingen van de stichting zwembaden en de
stichting voor lichamelijke opvoeding en sport.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! In de
loop van dit jaar zijn wij een belangrijk kritisch punt
in de exploitatie van het natuurbad kwijtgeraakt. Wij
zijn nu nl. uit de narigheid van het restaurant geko
men. Dit zet weliswaar niet zoveel financiële zoden
aan de dijk, maar het was toch een punt van voortdu
rende zorg en aandacht en dit ligt nu achter ons.
Het grote probleem bij zwembaden in het algemeen is
het verschil tussen de opbrengsten en de uitgaven. Op
dé begroting is een tekort van f. 675.000,- geraamd,
waarvan f. 450,000,- voor het natuurbad. In de op
brengstkant valt er weinig te verbeteren. In de eerste
plaats zijn er immers de prijsmaatregelen van de mi
nister van economische zaken en in de tweede plaats
zijn medebepalend de prijzen van de baden in de om
geving. Hiermee hangt overigens samen dat de verhou
ding tussen de vraag en de prijs nog onbekend is, dus
dat de prijselasticiteit van de vraag onduidelijk is, dit
wil zeggen het verband dat bestaat tussen het totaal
van de opbrengsten en de hoogte van de tarieven.
Ten aanzien van de uitgavenkant zijn de bezuinigings
mogelijkheden niet groot indien wij de huidige doel
stellingen handhaven. Een verandering van doelstelling
zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat in ieder geval de va
riabele kosten door de bezoekers moeten worden ge
dragen, met daaraan gekoppeld een ander inzicht ten
aanzien van de personeelskosten. De meeste uitgaven
betreffen nl. de salarissen, voor het natuurbad onge
veer f. 400.000,-. Terugbrenging van de personeelsbe
zetting zou dus rechtstreeks van invloed kunnen zijn
op de tekorten in de toekomst. Dit houdt echter een
andere wijze van toezicht in. Het is ons bekend dat
in Duitsland het toezicht anders geregeld is en daarmee
ook de verantwoordelijkheid voor het bad anders is.
Kan eens bij het ministerie van justitie worden gein
formeerd wat eigenlijk de minimale eisen van toezicht
zijn in verband met de verantwoordelijkheid voor het
bad?
Wij brengen dit mede in verband met de door onze
fractie voorgestane spoedige bouw van een overdekt
zwembad. De bomen groeien immers niet tot in de he
mel en dit geldt ook voor de voorzieningen op het ge
bied van het zwemmen. Wij zijn bij dit overdekte
zwembad voor een zodanige opzet dat de verhouding
tussen kosten en opbrengsten geoptimaliseerd wordt,
dus dat niet in eerste instantie wordt gekeken naar het
investeringsbedrag, maar vooral op de langere termijn
naar de exploitatiekosten. Het is van groot belang dat
wij een zodanige opzet kiezen dat de exploitatiever
liezen zo laag mogelijk blijven.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter Het
draagvlakonderzoek inzake een overdekt zwembad
door de V.N G. is een positieve zaak. Ook hier toont
het college begrip te hebben voor andere dan alleen
de zogenaamde populaire sporten. Ook blijft Soester-
berg hierbij niet het traditionele stiefkind. Wij juichen
dit dus van harte toe Wanneer denkt het college dat
dit onderzoek afgerond is?
Een zwembad, of beter gezegd: een instructiebad in
Soesterberg zou natuurlijk één van de twee laatste
wensen zijn op het gebied van het sportgebeuren, al
thans voorlopig. Wij zien dan het liefst een bad met
een beweegbare vloer. De plaats is onzes inziens geen
probleem; het bad kan worden aangebouwd achter het
Dorpshuis op het terrein van de r.k.-kleuterschool.
Kan deze aardige suggestie misschien in de besluitvor
ming worden betrokken?
Wij zijn ons ervan bewust dat dit op zichzelf zo maar
een kreet is die niet gestoeld kan worden op enig over
leg of mogelijke geruchten in deze richting. Toch is
dit wel het overwegen waard, Het Dorpshuis bezit al
enige faciliteiten die noodzakelijk zijn voor een in
structiebad Er hoeven dan ook geen dure gehuurde
bussen meer te rijden en de kinderen van de scholen
kunnen dan wat langer les krijgen, want de reistijd
vervalt.
Volgens kranteberichten zal het dan toch gebeuren dat
er een sporthal komt en nog wel gebouwd en betaald
door het ministerie van defensie Wanneer kan de
eerste burger naar verwachting een voet in deze zaal
zetten?
Enige zorg baart ons het wel en wee rond het sport
park aan de Kerklaan. Het juist volgen van de verkeers
regels heeft inmiddels de aandacht, maar ook het par
keren lijkt nog problemen op te leveren. Voorspellin
gen die in de commissie openbare werken zijn gedaan,
lijken uit te komen. Het daar toegezegde onderzoek
en eventueel te nemen maatregelen daarop is wellicht
al gestart?
Meer zorgen baart ons de veiligheid van de spelende
kinderen, als er sneeuw ligt, bij gebruik van de slede
helling. Deze is nl. zodanig gesitueerd dat de toevoer-
weg naar de skihelling wordt gekruist, waar het nogal
druk is en waar men zelfs bijzonder actief is. Eigenlijk
moet de sledehelling de classificatie hebben „levensge
vaarlijk voor spelende kinderen". Wij vragen graag de
aandacht van het college hiervoor.
Over het algemeen kunnen wij tevreden zijn met het
geen het college doet voor de sportin Soest. Wij hopen
dat een ieder dat ook zo ervaart en tracht enig begrip
op te brengen als niet iedere wens onmiddellijk ver
vuld kan worden.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! Steeds vaker kom je in allerlei publica
ties tegen dat de sport moet passen in het totale wel
zijnsbeleid. Sport, aldus de toelichting op de begroting
359