Nr. 4
Soest, 17 maart 1977
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag, 17 maart 1977, te
19.30 uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer J.L. van Dommelen, loco
secretaris.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, M.A.
van Ee, J.J. Ebbers, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-
Van Overdam, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion,
P.C. Lange, J. L.Menne, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J.
Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, G.
Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M.
Storimans, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving de leden: mevrouw J.W.D.P. van
Gelder-Cornelissen, J.W. Hilhorst en R.A. van Logtenstein.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik deel u mede dat er
bericht van verhindering is ingekomen van mevrouw Van
Gelder en de heren Hilhorst en Van Logtenstein.
Ik heet welkom de leerlingen van de De SaVornin Lohman-
school. Ik vind dat de jongelui het druk hebben de laatste
dagen. Gisteren hebben zij door de Lange Duinen gesjouwd
en hebben zij geweldig veel prachtig materiaal in de grond
gestopt, waardoor wij hopen dat de duinen weer wat vaster
komen te liggen en vanavond zijn zij in de brandweerkazerne
om een gemeenteraadsvergadering bij te wonen. Daaruit
blijkt dus wat voor goede leden van de gemeenschap van
Soest zij zijn.
33 Notulen van de raadsvergadering van 17 februari
1977.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
34 Ingekomen stukken.
a. Brief van 3 november 1976 van de E.N.W.B., afde
ling Amersfoort, over het onderhoud van het fiets
pad Soestduinen-Den Dolder, met het voorstel te ant
woorden overeenkomstig de ter inzage gelegde ont-
werp-brief.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
De brief van de E.N.W.B. dateert van 3 november
1976. Het gedeelte van het fietspad dat op Soester
grondgebied ligt is goed. Het gedeelte op het grond
gebied van Zeist is echter slecht. Is de asfaltlaag op
Soester gebied aangebracht nadat de brief van de
E.N.W.B. is ingekomen? Ik meen dat, indien dat niet
het geval is geweest, de E.N.W.B. goed fout heeft ge
zeten met zijn opmerking, dat het fietspad op het ge
bied van Soest slecht is.
Ongeveer een jaar geleden hebben wij een krediet
vastgesteld voor verbetering van de fietspaden. Hoe is
het daarmede gesteld?
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! In de voorlaatste alinea van de ontwerp-
brief wordt gesproken over „een aantasting van het
karakter van het pad". Ik meen dat moet worden ge
sproken over „het karakter van de omgeving".
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De
brief van de E.N.W.B. is in november binnengeko
men. In december heeft de dienst gemeentewerken
advies uitgebracht. De ontwerp-brief van het college
is het gevolg van dat advies.
Ik kan niet precies nagaan of het jaarlijkse onderhoud
heeft plaats gevonden nadat de brief van de E.N.W.B.
is binnengekomen. Dat kan best het geval zijn, maar
of de E.N.W.B. nu wel of niet een brief had geschre
ven, de onderhoudswerkzaamheden aan het fietspad
waren toch uitgevoerd.
Ik heb het idee dat de E.N.W.B. een zelfde brief zal
hebben gestuurd naar de gemeente Zeist. Ik neem aan
dat deze bond de fietspaden in de gehele omgeving
heeft bekeken.
De verbetering van de fietspaden in de bossen is op
de asfaltering na klaar. Dat asfalteren kan het beste
gebeuren, wanneer het buiten een beetje warmer is.
Daarop is nu het wachten. In de boscommissie is ge
vraagd of de bovenlaag van de fietspaden enigszins
zou kunnen worden aangepast aan de kleur van de
bossen. Er is nu voor de bovenlaag een kleur uitge
zocht die niet al te zwart en te grauw is.
Ik heb er helemaal geen bezwaar tegen om in de
brief aan de E.N.W.B. te spreken over „het karakter
van de omgeving".
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burge
meester en wethouders is voorgesteld.
b. Brief d.d. 21 december 1976 van de heer A. Luy-
ben inzake toepassing Hinderwet op „Centrilab"
B.V. te Soest.
Met betrekking tot dit stuk wordt besloten te ant
woorden overeenkomstig de ter inzage gelegde ont
werp-brief.
c. Brief d.d. 8 februari 1977 van „The Oldtimers"
betreffende het toewijzen van een vliegveld ten behoe
ve van de vliegtuigmodelsport, met het voorstel de
brief om advies in handen te stellen van burgemeester
en wethouders.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De club
schrijft ons dat er werd gelast het in gebruik zijnde
terrein niet meer voor het vliegen met modelvlieg
tuigen te gebruiken. Ik zou graag zien dat in het
ontwerp-antwoord wordt vermeld wie dat heeft ge
last.
Aan het einde van de brief vraagt de club om een na
der vast te stellen gesprek. Ik zou bijzonder op de
totstandkoming van dat gesprek willen aandringen,
want het lijkt mij beter dat er wordt gepraat dan dat
er over en weer brieven worden geschreven.
De VOORZITTER: Het voorstel is dat de brief in
handen wordt gesteld van burgemeester en wethou
ders om advies. Er zal een gesprek met „The Oldti
mers" plaats vinden.
Ik meen dat het gelasten is gebeurd door de militai
re autoriteiten, maar dat zullen wij nog wel uitzoe
ken.
Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester
en wethouders om advies.
d. Brief d.d. 28 december 1976 van J.H.M. Heuer,
Dr. Rupertlaan 1 te Soest, inhoudende bezwaren te
gen verlening van bouwvergunning aan H.J. Bos
boom, Burg. Grothestraat 60 en tegen gebruik achter
pad bij de percelen Burg. Grothestraat 48-62, met
voorstel te antwoorden conform bijgevoegde concept
brief.
41