ging te doen met betrekking tot het precieze moment
waarop een en ander er zal komen. De onderwijsnota
zal er zeker niet vóór maart a s, zijn. Wij moeten de
mensen die mee willen denken, daarvoor de nodige tijd
geven.
De heer GOOTE: Wanneer zaken al geruime tijd - meer
dan een jaar - lopen, is het toch niet zo vreemd wanneer
vanuit de raad eens naar concrete data wordt gevraagd?
U zegt nu dat dit niet mogelijk is en ik begrijp de pro
blemen daarbij wel, maar de schoolbioloog bijvoorbeeld
is een zaak die al enkele jaren in discussie is. Langza
merhand ontstaat dan het gevoel dat de zaak eens tot
besluitvorming moet komen en wordt gevraagd om
concrete data.
Wethouder PLOMP: U zegt zelf al dat zo langzamer
hand tot besluitvorming moet worden gekomen. Nu,
daarmee zijn wij bezig. Ik wil mij alleen niet precies
op data vastleggen. Het is ook niet zo - zo was het
vroeger misschien wel - dat één persoon kan uitmaken
wat wanneer verschijnt, Tegenwoordig zijn daar meer
mensen bij betrokken en meer instanties. Langzamer
hand komt de besluitvorming echter aan de orde. De
heer Goote kan daar gerust op zijn
Inzake de inhoud van de onderwijsnota kan erop wor
den gerekend dat deze enerzijds evaluerend zal zijn en
anderzijds beleidsconclusies zal bevatten, hetgeen ik
ook duidelijk heb gezegd. De heer Goote heeft dit ken
nelijk niet goed verstaan.
Daarnaast heb ik ook al geantwoord dat de coördina
tie met betrekking tot cultuur en onderwijs op ambte
lijk niveau op één plaats geschiedt. De heer Goote heeft
daarnaast onduidelijkheden gezien bij de coördinatie
op het niveau van het college. Ik zal dan eerst toch
eens graag horen op welke terreinen die coördinatie
niet juist zou zijn Door de vaagheid van de vraagstel
ling van de heer Goote kan ik daarop nu geen ant
woord geven.
De heer GOOTE: Ik vermoed niets en suggereer ook
niets. U hebt gezegd dat de coördinatie op ambtelijk
niveau geschiedt en mijn vraag daarop is dan of die
coördinatie ook op beleidsniveau geschiedt,
Wethouder PLOMP' Ja, dat heb ik óók gezegd.
De heer GOOTE: Dan heb ik dat kennelijk gemist in
de beantwoording.
Wethouder PLOMP: Ik heb het duidelijk naar voren
gebracht en het is jammer dat de heer Goote dit niet
verstaan heeft.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil graag
nog een opmerking maken over de post 08.6016, de
kosten van de schoolpsychologische dienst. Het gaat
hier om een vrij fors bedrag en ik vraag mij af of dit
bedrag op de begroting staat om ons alvast te laten
wennen aan de kosten die de schooladvies- en begelei
dingsdienst in de toekomst met zich zal brengen. Heeft
het college enig inzicht in de wijze waarop deze kos
ten van de schoolpsychologische dienst zijn opge
bouwd? Is er een bepaalde relatie tussen het uitgevoer
de takenpakket en de gemaakte kosten? Is het college
ervan op de hoogte dat in een aantal gemeenten, on
der andere Veenendaal, géén schoolpsychologische
dienst werkzaam is omdat de taken die, naar ik aan
neem, een schoolpsychologische dienst uitvoert, zijn
overgenomen door de S.P.D. Utrecht-Oost, waarbij
„S.P.D." dan betekent sociaal-psychiatrische dienst?
Als wordt gesproken over het opzetten van een regio
nale schoolbegeleidingsdienst, wil het college dan deze
S.P D, Utrecht Oost daarbij betrekken? Als deze dienst
een aantal taken overneemt, zal dat zeker goedkoper
zijn, omdat de kosten die deze dienst maakt, declara
bel zijn bij ziekenfondsen en particuliere ziektekos
tenverzekeraars.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Over het
kostenpakket valt nog weinig te zeggen, omdat wij in
de gemeente de concept-regeling van het Samenwer
kingsorgaan Eemland
De heer LANGE: Ik bedoel niet het kostenpakket van
de toekomstige schoolbegeleidingsdienst maar van de
huidige schoolpsychologische dienst waaraan wij jaar
lijks zo'n f. 350,000,- bijdragen.
Wethouder PLOMP: U bedoelt dus niet de nieuwe
dienst?
De heer LANGE: Neen, de huidige. Bij de behandeling
van maatschappelijk werk is gesproken over efficiënt
beheer en ik zal graag horen of ook bij de huidige dienst
sprake is van efficiënt beheer en of hierop enige contro
lemogelijkheden zijn. Of krijgen wij alleen een rekening
gepresenteerd die gewoon moet worden betaald?
Wethouder PLOMP: Door het bestuur van deze dienst
wordt voortdurend gelet op een efficiënte besteding
van de gelden. De verslagen van deze dienst liggen ook
ter inzage.
De heer LANGE: Ja, dat weet ik, maar de relatie tus
sen taken en kosten wordt mij daaruit niet duidelijk.
Wethouder PLOMP: Dan zal op een andere wijze moe
ten worden gepoogd om daarin duidelijkheid te ver
schaffen Ik zal het nader aan de orde stellen.
Het eventueel overnemen van taken door de S.P.D.
Utrecht—oost zullen wij bij de besprekingen meene
men. Als dat kostenbesparend kan werken en als er
mogelijkheden zijn moeten wij dat natuurlijk onder
zoeken.
De heer LANGE: De S P.D, Utrecht-oost werkt el
ders, niet in het gebied van de gemeenten waar deze
schoolpsychologische dienst werkt. De S.P.D. Utrecht
oost heeft daar echter taken overgenomen die hier
door deze huidige dienst worden verricht. Bij de S.P.D.
Utrecht-oost wordt ook schoolpsychologisch onder
zoek verricht,ajn ook schoolbegeleidingsdiensten, enz.,
maar de kosten worden daar betaald door de genoem
de instanties en dus niet door de burgers van de desbe
treffende gemeente.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! De heer Lange heeft
in wezen drie problemen in één keer bij de kop. De
diensten die door de S.P.D. Utrecht-oost worden ver
leend in Veenendaal, bestaan uit psychiatrische be
handelingen die inderdaad declarabel zijn bij de zie
kenfondsen. De schoolpsychologische dienst geeft ad
viezen over aanpassingsmoeilijkheden en begeleiding,
binnen de scholen en ook aan de ouders; die adviezen
zijn niet altijd declarabel bij de ziekenfondsen, zoals
duidelijk zal zijn, In de toekomst krijgen wij nu te
maken met drie verschillende zaken. In de eerste
plaats met de ondeiwijsadviesdienst, die de schoolpro
blemen voor zijn rekening neemt, in de tweede plaats
de D.G.D. die de jeugdgezondheidsvoorlichting zal ver
zorgen en in de derde plaats zou een beroep kunnen
worden gedaan op de S.P.D. Utrecht-oost voor zaken
die declarabel zijn bij de ziekenfondsen.
De heer LANGE: Dat is volkomen terecht uiteengezet,
mevrouw de voorzitter. Alleen zal de D.G.D. toch niet
alleen de jeugdgezondheidsvoorlichting verzorgen,
maar - naar ik aanneem - de gehele jeugdgezondheids-
378