r °P sves- Lan- een :nsen :ens en waar aan, \d in icht te ing die :wel zijn. ald ied ij ook /illen vol ook in- rsteem k die n ook em- :nten lat e tijd Gruij- o wiens en rijgen, lp van n. meen, tig ren heb ioet it hij Als recht want [ang el ge- r als .rgers lid wel in ho- nte- le Cen- :r De srop n aan d van :elijk over epen verzet, iver te volgen procedures gesproken, terwijl men vervolgens kwam met vragen om informatie waarover wij gewoon niet beschikken, zoals vierkante mecerprijzen, teneinde voor de middenstand te kunnen uitmaken of het nut tig zou zijn om zich in het centrum te vestigen, enz. De rapporten daarover kwamen echter pas in de loop van de afgelopen zomer en nog niet zo lang geleden hebben wij daarover een openbare bijeenkomst belegd met vertegenwoordigers van de middenstand, waarbij vragen zijn beantwoord en informatie is gegeven, waar door iedereen beter geïnformeerd is over concrete za ken die met het centrum te maken hebben. De enquete is mede door u opgesteld; de raad heeft het stuk voor zich gehad in een besloten vergadering. Daarop is de enquete de deur uitgegaan en gebleken is al dat de respons van de Soester middenstand in het algemeen bijzonder positief is. Voor een groot aantal vierkante meters heeft men zich al met zekerheid aan gemeld voor verplaatsing - ik meen dat het daarbij ging om 4.000 a 5.000 m2 - terwijl men voorts voor een zeer groot aantal vierkante meters interesse heeft la ten blijken, zelfs al zodanig dat het helemaal niet meer mogelijk zou zijn om aan alle wensen te voldoen. Onder degenen die zich per se willen verplaatsen naar het centrum, zijn echter bijvoorbeeld wel vier super markten, zodat het met de brancheverdeling nog wel aardig zal kunnen uitkomen. Op zichzelf behoeven wij dus niet bang te zijn voor de animo van verplaat sing van de ondernemers. Ik ben ook bijzonder blij dat wij hen op de laatste bijeenkomst, alsmede in de brief die zij gekregen hebben, een indicatie hebben kunnen geven van de maximum prijzen die betaald zouden moeten worden, omdat de ondernemers daar door nog beter geïnformeerd waren. De P.P.C. heeft indertijd ook gevraagd of wij kort voor de behandeling in de raad nog een enquete wil den houden onder de Soester ondernemers. Daar is nu dus aan tegemoet gekomen. Het is overigens duidelijk dat de behandeling hiervan niet meer in februari a.s. kan plaatsvinden. Wel is wel licht een behandeling in de raadsvergadering van april a.s. haalbaar. Deinspraakwerkgroepen hebben enige tijd gewacht met verdere werkzaamheden totdat de behandeling in de P P.C. zou hebben plaatsgevonden en de P.P.C. heeft vervolgens ook nog eens een maand de beslissing aangehouden, zodat er de nodige vertra ging is opgetreden. Thans echter kunnen de inspraak werkgroepen weer aan het werk en een deel van deze groepen is ook alweer begonnen met de werkzaamhe den. De inspraakgroepen hebben indertijd gesteld dat, als zij een gesprek wensten te voeren met de commissie ruimtelijke ordening, zij die wens kenbaar zouden ma ken. Dat is tot nu toe nog niet gebeurd, terwijl zij ook nooit de wens te kennen hebben gegeven om met de portefeuillehouder te willen spreken. De „verbin ding" tussen de inspraakwerkgroepen en het gemeen tebestuur wordt onderhouden door de heer Hulsber gen en hij heeft mij zojuist medegedeeld dat deze wens tot nu toe niet naar voren is gekomen. Als porte feuillehouder ben ik overigens altijd bereid om naar een inspraakwerkgroep toe te gaan. Ik ga er echter niet naar toe als ik niet word uitgënodigd, want ik meen dat ik mijzelf niet moet opdringen. De heer Visser heeft nog gevraagd hoe wij ons een eventuele behandeling van de eerste herziening van het ontwikkelingsplan voorstellen en of wij daarvoor een inspraakprocedure op touw zullen zetten. Ik kan zeg gen dat ons 18 reacties hebben bereikt, waarbij overigens van een aantal personen een gelijkluidende brief is ontvangen, zodat het aantal in wezen minder is. In enkele reacties wordt ook nog ingegaan op de procedure, min of meer in de zin zoals de heer De Wilde hierover heeft gesproken. Daarnaast zijn er en kele adhesiebetuigingen gekomen met het plan van de bewoners van de Ossendamweg. Een aantal reacties - dat zijn er nogal wat - slaan rechtstreeks op het Cen trumplan en op de Centrumweg, terwijl er ook nog reacties zijn gekomen die betrekking hebben op an dere aspecten van het verkeer. Wij zijn nu doende een en ander op een rijtje te zetten. Een aantal reacties zullen wij (moeten) betrekken bij het Centrumplan en de Centrumweg en over de overige reacties zullen wij een notitie maken,waarbij wij zullen nagaan of de re acties tot wijzigingen van het ontwikkelingsplan moe ten leiden, dan wel duidelijk op een andere manier aan de orde dienen te komen. Ook zullen wij dan be kijken of nog een aparte inspraakprocedure moet wor den gehouden voor deze reacties. Mijn eerste indruk is echter dat dit niet nodig zal zijn, maar wij zullen het nog goed bekijken als de reacties allemaal op een rijtje zijn gezet. Officieel is mij niets bekend over de vraag van de heer Lange inzake het Slangenbosje. Wel heb ik hierover iets horen murmureren, maar het zou niet juist zijn om hierop nader in te gaan. Ik meen dat op 29 decem ber a.s. het plan Soestdijk door de Raad van State zal worden behandeld, maar een Kroonuitspraak blijft dan meestal nog wel geruime tijd weg. Degenen die een artikel 19-aanvraag bij gedeputeerde staten hebben ingediend - althans degenen voor wie wij de verklaring van geen bezwaar hebben aangevraagd - hebben er mijns inziens wel recht op dat gedeputeerde staten nu snel een uitspraak doen. In het gesprek dat ik binnen kort met de gedeputeerde zal hebben, zal ik hierover zeker nog van gedachten wisselen. De reactie van het gemeentebestuur van Zeist over de oprichting van een asfaltfabriek nabij de grens van on ze gemeente is ook aan de orde gekomen; er is althans gevraagd wat die reactie is geweest. Welnu, het gemeen tebestuur van Zeist heeft de artikel 17-ontheffing niet verleend; die asfaltfabriek zal er dus niet komen. Mij is niet bekend dat in ons plan Landelijk Gebied agrarische gronden in het kader van de zogenaamde re latienota.zouden zijn aangewezen als gebieden waar beperkende bepalingen ten aanzien van de bedrijfsvoe ring van kracht zouden zijn. Ik kijk nu overigens even naar de heer Van Poppelen, want die is hiervan meestal goed op de hoogte. De heer VAN POPPELEN: In het plan Landelijk Ge bied, vastgesteld door de raad, waren nog een aantal natuurgebieden begrepen. Volgens het streekplan Utrecht-oost is het gehele gebied nu echter agrarisch gebied geworden, De VOORZITTER: Ik kom vervolgens tot de vraag over de rechtspersoonlijkheid van het Samenwer kingsorgaan Eemland. Ik meen al te hebben gezegd dat de Kroon de nieuwe regeling nog niet heeft goedge keurd. De voorzitter van Eemland heeft hier nog naar geïnformeerd, maar het is niet duidelijk wanneer die goedkeuring te verwachten is. De heer Lange heeft nog gezegd dat wij alle registers van vindingrijkheid moeten openzetten. Ja, hij moest eens weten hoe wij ons best doen om sommige zaken te versnellen. 407

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 472