ieder- t van vaak 5e en ver- ir is de a die olks- De VOORZITTER: Dames en heren! Wij vonden het onderhavige model het eenvoudigste. Het is ook mo gelijk een aparte commissie ex artikel 61 te creëren, terwijl het ook mogelijk is de commissie voor de be roepschriften in te schakelen. Er zijn drie overheidsbeschikkingen waartegen op gemeentelijk niveau in beroep kan worden gegaan: 1. een beschikking van de burgemeester (komt weinig voor); 2. een beschikking van burgemeester en wet houders (komt heel veel voor) en 3. een beschikking van de raad (komt eveneens heel weinig voor). In het geval dat er sprake is van een beschikking van de bur gemeester achten wij het logisch, dat degene die de beschikking heeft uitgevaardigd de mensen ook hoort. In het geval dat er sprake is van een beslissing van burgemeester en wethouders is het logisch dat een lid van het college met de gemeentesecretaris de mensen hoort. In het geval de raad een beslissing heeft genomen, dienen de raadsleden de mensen te horen. Wij menen dat dat het beste kan gebeuren door leden van de juridische commissie. De commissie voor de beroepschriften is een beroepen- commissie voor besluiten van burgemeester en wethou ders. Ingevolge de Wet A.R.O.B. dient, voordat het beroep gaat dienen bij de Raad van State, eerst nog eens een gesprek plaats te vinden met de instantie die de beschikking heeft uitgevaardigd. De commissie voor de beroepschriften is echter een hogere instantie voor hetgeen een lagere instantie heeft gedaan. Daar om menen wij dat het door ons voorgestelde model het meest eenvoudige is. Bovendien zal volgens deze me thode het snelst kunnen worden gewerkt. Bij een beschikking van burgemeester en wethouders zal het horen geschieden door de bij de zaak betrok ken portefeuillehouder,. Dat kan op ieder moment van de dag gebeuren, maar dat horen zal veel ingewikkel der zijn, wanneer mensen van buitenaf moeten worden ingeschakeld. De heer VISSER: Een en ander is duidelijk, maar het bezwaar is dat de mensen worden gehoord door de instantie die een negatieve beslissing heeft genomen. Daarom ben ik voor inschakeling van een commissie waarin mensen zitten die niet alleen deskundigheid en ervaring hebben, maar die ook buiten de zaak zelf staan. Daarom vind ik model 2 beter. De VOORZITTER: Er is geen sprake van een beroeps mogelijkheid. Er dient alleen te worden gehoord, waar door het college dat de beslissing heeft genomen wordt geconfronteerd met de bezwaarde en waardoor dat college wellicht tot andere gedachten komt. Zo als gezegd is er geen sprake van een beroepsmogelijk heid. Stel dat er nu toch een andere instantie wordt ingeschakeld. In dat geval moeten degenen die heb ben gehoord, terug naar bijvoorbeeld het college (de instantie die de beslissing heeft genomen). Er zijn massa's voorbeelden; wethouder Hoekstra heeft er net een paar achter de rug, want deze zaken doen zich aan de lopende band voor. Wethouder HOEKSTRA: Morgen vroeg heb ik bij voorbeeld een hoorzitting om kwart over tien en dan kan het best zijn dat het college alsnog een andere be slissing neemt. De zaak betreft het zonder meer aan vragen van een kapvergunning. Die kapvergunning is geweigerd. Deze inwoner van Soest heeft alleen een briefje geschreven met de vraag of hij een boom mocht kappen. Het kan echter best gebeuren dat de motie ven zo overtuigend zijn, dat alsnog de kapvergunning 38 wordt verleend. Het gebeurt echter ook, dat er tijdens hoorzittingen geen enkel nieuw motief naar voren wordt gebracht. De heer VISSER: Is de openbaarheid van die hoorzit tingen geregeld? De VOORZITTER: Neen. De heer VISSER: Die hele kwestie van de Wet A.R.O.B. is nogal moeilijk aan het publiek over te brengen. Is het mogelijk dat de voorlichtingsambtenaar zorgt voor enige verduidelijking? De VOORZITTER: Wij hebben in het begin al eens iets in Op 't Hoogt gehad. De materie blijft echter moeilijk. Het is natuurlijk ook zo dat, wanneer je probeert een moeilijke materie te comprimeren, er niets overblijft. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil nog even nader ingaan op het voorbeeld van de heer Hoekstra. Iemand vraagt om een kapvergunning en dat verzoek wordt geweigerd door het college. De eerstvolgende stap is volgens de wethouder dat de be langhebbende naar de hoorzitting komt. Wethouder HOEKSTRA: Hij dient een bezwaar schrift in. Ingevolge de Wet A.R.O.B. moet de be langhebbende dan eerst worden gehoord en pas daarna gaat het bezwaarschrift naar Den Haag. De heer MENNE: De instantie die weigert, neemt kennis van de motieven van de belanghebbende, maar zij blijft bij haar beslissing. Moet de belanghebbende dan niet eerst bij de raad een bezwaarschrift indie nen? De VOORZITTER: Neen; dat kan niet. De heer MENNE: Daarna zal dan de commissie voor de beroepschriften een uitspraak kunnen doen. De VOORZITTER: Voor dergelijke zaken bestaat geen beroep op de raad. Beroep op de raad is moge lijk, wanneer het om een bouwvergunning gaat. Het gaat om de zaken waarvoor geen beroepsinstantie is. Stel dat het college een aanvraag om een bouw vergunning weigert en dat ook de raad, nadat de commissie voor de beroepschriften de zaak heeft be handeld, de bouwvergunning weigert. In dat geval gaat een bezwaarschrift meteen door en wordt de be langhebbende noch door het college, noch door de raad gehoord. Dan is er immers al een beroepsmoge lijkheid geweest. De zaak is afschuwelijk ingewikkeld en wij hebben er lang op gestudeerd. Op het ogenblik offeren een paar ambtenaren van onze gemeente zes avonden op om aan de universiteit van Utrecht een soort college te volgen over de Wet A.R.O.B. Zij worden iedere keer wijzer. Bovendien hebben de heer Hoekstra en ik ons een hele dag laten voorlichten over deze wet. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het opdragen door de raad van de ver vulling van zijn hoorplicht, als bedoeld in artikel 14, le lid, der Wet Administratieve Rechtspraak Over heidsbeschikkingen aan de leden der juridische com missie. De VOORZITTER: Dit voorstel heeft betrekking op zaken waarbij de gemeenteraad de instantie is die moet horen. Wij stellen voor de hoorplicht op te dragen aan de juridische commissie. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! In het ont- werp-besluit wordt gesproken over ,,de leden der juri- 55

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 56