De VOORZITTER: Ja.
Wethouder HOEKSTRA: Zullen wij het eerst eens
even intern bespreken, dan nagaan hoeveel tijd men
ervoor nodig denkt te hebben en dan in een commis
sie eens zeggen wanneer men op dit gebied iets kan te
gemoet zien?
De VOORZITTER: Ja.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel
72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan de Stichting
voor Katholiek Onderwijs te Soest voor de inrichting
van een handenarbeidlokaal in de Willibrordusschool
aan de Willibrordusstraat, alhier.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! De school
vroeg op basis van een zeer gedetailleerde lijst
f. 16.400,--. Ze krijgt te horen dat emailleren niet mag
in het onderhavige handenarbeidlokaal. Dan blijft er
ruim f. 15.800,- over. Het nu gevraagde krediet be
draagt f. 13.500,-. Waardoor is het verschil tussen de
beide laatstgenoemde bedragen, dat ruim f. 2.000,—
bedraagt, ontstaan? Ik heb dat nagegaan, maar het niet
kunnen vinden. De school moet natuurlijk straks zaak
jes kopen. Ze heeft een offerte gekregen, maar kan
nu niet alle spullen aanschaffen. Wat kan ze wel en
wat kan ze niet aanschaffen?
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wij
hebben ons op de afdeling onderwijs en op de afde
ling financiën ook gebogen over deze vraag van de
heer Menne, die naar ik meen ook in een der commis
sies is gesteld. Wij konden er niet achterkomen hoe
de heer Menne aan het door hem genoemde verschil
is gekomen. Wat wij wel konden vinden is, dat er een
verschil is tussen het bedrag dat door de inspectie is
goedgekeurd, nl. f. 13.154,- voor meubilair en leer-
en hulpmiddelen en het nu voorgestelde krediet van
f. 13.500,-. Het desbetreffende verschil van ongeveer
f. 350,- ontstaat, in het voordeel van de school, door
de afronding van het krediet.
Ik ben overigens van mening dat de school hetgeen is
toegestaan om aan te kopen, ook wel zal krijgen.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! De school
vraagt f. 16.400,-, gebaseerd op een zeer nauwkeurige
offerte van een leverancier die straks de benodigde za
ken kan leveren. Ze krijgt een krediet van f. 13.500,-.
Ik geef toe dat dit bedrag is gebaseerd op wat de in
spectie heeft geadviseerd, maar de inspectie hergroe
peert haar berekening zodanig dat daaruit niet is af te
leiden wat er wel en wat er niet kan worden aange
schaft. Dat is even mijn moeilijkheid.
De heer VAN POPPELEN: Het is misschien moeilijk
om er nu uit te komen, mevrouw de voorzitter. Mis
schien mag ik voorstellen dat als er ergens een fout
zit, ervoor wordt gezorgd dat de school niet de dupe
wordt. Het lijkt mij juist dat als blijkt, dat wij ook
het bedrag zouden moeten voteren dat is gemoeid
met het door de heer Menne bedoelde verschil, er een
aanvullend krediet wordt verleend.
De VOORZITTER: Dat moeten wij eerst aan de in
specteur vragen.
De heer MENNE: Het gaat mij er inderdaad om dat de
school niet de dupe wordt.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wij
hebben geprobeerd het door de heer Menne bedoelde
verschil te vinden. Dat is er tot nu toe niet uitgeko
men. Mochten wij bij het naspeuren dat wij na deze
discussie zullen doen, toch nog iets kunnen vinden,
dan zal er in overleg moeten worden getreden met de
inspectie en dan zullen wij alsnog bekijken in hoever
re kan worden voldaan aan hetgeen de heer Van Pop-
pelen heeft gesteld. Dat lijkt mij een verstandige weg.
De VOORZITTER: Het gaat hier niet om bedragen,
maar om de medewerking van de raad en de uitwer
king komt altijd later.
De heer MENNE: Hierbij maak ik nog de kleine aan
tekening, dat het van belang is dat de wethouder van
onderwijs de zaken die hij terugkrijgt van de inspec
tie, uitvoerig bekijkt.
Wethouder PLOMP: U mag niet denken dat dat niet
gebeurt, mijnheer Menne. Er mag wat dat betreft
geen twijfel zijn.
De VOORZITTER: Het gaat hier om de medewer
king en de rest is uitvoerirgin handen van het college.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
51 Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening met
de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
52 Voorstel tot het benoemen van mevrouw J.H. van de
Hammen-Wiemans tot hoofdleidster aan de openbare
kleuterschool „De Schakel".
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik heb persoonlijk helemaal niets tegen mevrouw Van
de Hammen. Het heeft mij alleen een klein beetje ver
baasd, dat er maar één kandidaat wordt voorgedragen.
Je hoort nl. vaak dat er zeer veel leerkrachten werk
loos zijn.
De VOORZITTER: Het betreft hier een hoofdleid
ster.
De heer VAN POPPELEN: Ik zou zeggen: Als er
ontzettend veel zijn, dan kunnen er hoofdleidsters
uit voortkomen.
De VOORZITTER: Wij moeten een hoofdleidster
hebben.
De heer VAN POPPELEN: Ik zou toch wel een toe
lichting willen hebben.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Ik zou
het nog even willen hebben over het punt dat eigen
lijk het enige punt is waarover in de onderwijscom
missie is gesproken, nl. het feit dat als de hoofdleid
ster wordt benoemd, zij meteen in vaste dienst
wordt aangesteld. U weet dat wij ook in ander op
zicht ervaring hebben met het rechtstreeks in vaste
dienst nemen van iemand die hier nog niet heeft
gewerkt. Misschien is het goed om dit toch nog even
aan de raadsleden voor te leggen, omdat in het voor
stel niet is vermeld dat betrokkene meteen in vaste
dienst zal worden aangesteld. Als iemand die wij niet
kennen, in vaste dienst wordt genomen, dan vind ik
persoonlijk dat een heel belangrijk punt.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wij heb
ben er in het voorstel op gezinspeeld, dat er verschei
dene malen een oproep is geplaatst voor een hoofd
leidster. Het is inderdaad zo dat er in den lande vele
kleuterleidsters rondlopen die graag een baantje zou
den hebben. Het aantal hoofdleidsters die geschikt
zijn voor de scholen en die wij graag zouden aanne
men, is echter aanzienlijk beperkter. Als nu nadat er
verscheidene malen een oproep is geplaatst wij iemand
hebben gevonden die in gezamenlijk overleg wordt
uitverkoren, dan zijn wij daar alleen maar blij om.