gesproken zal kunnen worden. Het is natuurlijk wel zo, mijnheer De Wilde, dat als je aan deze cijfers begint te sleutelen, je de zaak misschien nog veel meer op scherp zou zetten, ook wat het nadelige saldo betreft. De heer DE WILDE: De moeilijkheid is dat er geen beperking aan de uitgavenkant zit en dat het allemaal aan de ontvangstenkant wordt opgevangen. Met an dere woorden: de groei aan de uitgavenkant is zo groot en daardoor moet je je ontvangstenkant ook zo opvoeren. Ik kan het niet helemaal overzien, maar ik denk dat het nu benodigde bedrag voor het bouwrijp- maken vrij veel hoger ligt dan het terzake oorspron kelijk gedachte bedrag. En dat moet natuurlijk toch uit het plan, met name uit de verkoop van de grond komen. Wethouder HOEKSTRA: Inderdaad. De heer DE WILDE: Ik zou dus ook wel graag willen aandringen op een zo groot mogelijke soberheid van de uitgavenkant met betrekking tot bouwrijpmaken en dergelijke zaken, naar de mogelijkheden die u heeft. Wethouder HOEKSTRA: Ja. Mevrouw de voorzitter, De aannemer is nog niet be kend. Ik heb niet helemaal begrepen wat de heer Visser be doelde toen hij het had over een verslag dat hij niet en de heer De Wilde wel zou hebben. De heer VISSER.' Het is een verslag van 17 septem ber 1976. De heer LANGE: Ik heb het ook. De VOORZITTER: Dan is het misschien een stuk aan de commissie ruimtelijke ordening. De heer LANGE: Inderdaad. Wethouder HOEKSTRA: Goed, Mevrouw de voorzitter. De definitieve verkaveling komt aan de orde zodra de gehouden enquete zal zijn afgerond. Wij hebben de enquêteformulieren van de toekomstige bewoners terugontvangen. De desbetref fende gegevens moeten nog helemaal worden ver werkt en ze worden verwerkt naar een definitief ver kavelingsplan, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen die door de toekomstige bewoners geuit zijn. Het zal waarschijnlijk niet mogelijk zijn om alle wensen te vervullen, maar aan deze zaak wordt op het ogenblik hard gewerkt. Wij kunnen wel naar de P.U.E.M. stappen, maar wij moeten eerst de raad door. Ik dacht dat wij het heel fatsoenlijk en netjes doen. Als de raad vanavond zijn fiat aan het krediet geeft, dan gaan wij ons zo snel mogelijk met de nutsbedrijven, waaronder de P.U.E.M., in verbinding stellen. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Er is indertijd, toen bleek dat de r.k.-mavo niet snel uit de grond kwam, overleg geweest met bestuursleden van deze mavo en er is toen afgesproken, dat het college zijn best zou doen in Den Haag, teneinde de zaak wat te bespoedigen. Als ik mij niet vergis, is er in decem ber 1976 een brief van het college uitgegaan naar de staatssecretaris waarin het college de staatssecretaris heeft verzocht om spoed te betrachten bij het tot stand komen van de r.k.-mavo. Toen daarop geen ant woord kwam, hebben wij een rappel uitgestuurd. Dat rappel heeft tot nu toe nog niet tot resultaten geleid. Dit is op dit moment de situatie. Wij hebben dus de zerzijds twee pogingen in de richting van de staatssec retaris ondernomen, omdat ook wij vinden dat de school nu toch wel spoedig uit de grond moet komen. De heer DE WILDE: Is het niet mogelijk om op audiëntie te gaan? De VOORZITTER: Ja, dan zou je ernaar toe moe ten. Dat zou je nog kunnen doen. Als gemeente of als bestuur van de school? De heer DE WILDE: Samen met het schoolbestuur. De VOORZITTER: Ja, dat zou kunnen. Wij kunnen het proberen. Dames en heien! Ik geloof dat er voor mij nog wei nig te beantwoorden overblijft. Wij zitten inderdaad nog met een geweldige lap grond voor bijzondere doeleinden waaraan vroeger met bepaalde bedoelin gen die bestemming is gegeven. Er werd toen nog ge dacht aan een grote havo-samenwerkingsschool en die was eigenlijk daar gepland. Nu deze school niet tot de mogelijkheden zal behoren, zou het best eens kunnen zijn, dat wij in een later stadium een deel van die grond een andere bestemming geven. Maar be stemmingsplannen hebben bepaalde procedures, voor al ook wanneer er onteigeningen bij betrokken zijn, zodat het op het ogenblik niet zo nuttig is om nieuwe bestemmingen aan te geven. Maar misschien zou er te zijner tijd een stuk andere bestemming kunnen komen. De prijs die voor de nu voor bijzon dere doeleinden bestemde grond in de stukken staat is niet hoog, zodat wij er wel op mogen rekenen, dat te dien aanzien het geld er altijd uit zal kunnen ko men, ongeacht wat voor bestemming er ook zal gel den. Je kunt je ook voorstellen dat er nog eens iets uit de regio dat ervoor in aanmerking zou kunnen ko men, een verzoek zou doen om zich hier te vestigen. Als wij indertijd geen rekening hadden gehouden met de havo-samenwerkingsschool, dan hadden wij waar schijnlijk niet zoveel vierkante meters voor bijzonde re bebouwing bestemd. Wat de aansluiting van de weg betreft ten aanzien waarvan wij nog altijd zitten te aarzelen, zullen wij misschien over enige weken iets meer weten. Mij is vanmorgen nl. verteld dat over enkele weken het streekplan Utrecht-Oost de deur zal uitgaan naar de gemeenten toe, omdat het in ieder geval vóór 1 augustus a.s. formeel ter visie zal moeten liggen. Misschien zullen wij dan ook op de kaart kunnen zien of Overhees 3 en Overhees 4 er inderdaad komen, zo als het er wel naar uitzag Als dat het geval is, kun nen wij ook verder plannen hoe wij de aansluiting van de weg moeten maken en dan kunnen wij dus iets verder gaan. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of er nog al tijd een mogelijkheid bestaat voor een beperkt aan tal kavels voor vrije sectorwoningen. De VOORZITTER: Die mogelijkheid bestaat niet. Wij hebben in Overhees 2 geen kavels voor vrije sec torbouw gepland, Die hebben wij wel weer gepland in Overhees 3 en Overhees 4. In Overhees 1 zaten on geveer 600 huizen. Daar hebben wij een stuk afgeno men. Overhees 2 is duidelijk toch al kleiner. En wij hebben altijd gedacht aan de rand van Overhees 3 en Overhees 4 weer wat aan vrije sectorbouw te kun nen doen. Als Overhees 3 en Overhees 4 niet zou den komen, dan zou het stukje van Overhees 2 dat nu water moet worden, niet helemaal water behoe ven te worden, omdat er dan voor Overhees 3 en Over hees 4 ook geen afwatering nodig zou zijn, en dan zouden wij daar nog iets kunnen bekijken. Overhees 2 krijgt duidelijk een ander karakter dan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 90