Overhees 1 als gevolg van de nieuwere ideeën over woonerven. Het is overigens wel grappig dat hier heel verschillend over wordt gedacht. Men is er ook gauw bang voor dat je een grotere wijk saai zult maken wanneer je het geheel dezelfde structuur geeft. Ik persoonlijk kan mij er best in vinden, dat je in Overhees 2 een geheel andere opbouw en een ge heel andere wijk krijgt dan in Overhees 1. Maar dat is een kwestie van appreciatie. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ben er een beetje van geschrokken dat het bestuur van de r.k.-mavo rente moet betalen, terwijl het twee jaar geleden De VOORZITTER: Dat doet het rijk. De heer VAN POPPELEN: Ja, maar het is in ieder geval renteverlies De VOORZITTER: Ja. De heer VAN POPPELEN: Ik vind het een treurige zaak dat, terwijl het bestuur van de r.k.-mavo reeds twee jaar geleden de goedgekeurde bouwvergunning in huis had Wethouder HOEKSTRA: Van ons. De heer VAN POPPELEN: Ja, van het gemeentebe stuur. Ik ben het college er erkentelijk voor dat het achter het bestuur van de r.k.-mavo staat, maar ik vind het een intreurige zaak dat de staatssecretaris niet antwoordt Wethouder HOEKSTRA: Ik ook. De heer VAN POPPELEN: en ik zou daarom de raad willen voorstellen om een motie aan te nemen waarin terzake een dringend beroep wordt gedaan op de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen. De huidige huisvesting van de r.k.-mavo is gewoon droevig. Je zult maar zelden in Nederland een school tegenkomen die zo slecht gehuisvest is. Ik stel de raad voor om een motie aan te nemen die ongeveer luidt als volgt: „De raad der gemeente Soest in vergadering bijeen doet een dringend beroep op de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen om zo spoedig mogelijk de vergunningen te verstrekken die nodig zijn voor het aanvangen met de bouw van de r.k.-mavoschool, dit gezien de erbarmelijke huisvesting van de leerlin gen van deze schooL" De VOORZITTER: Dames en heren! De motie is nu mede ter discussie. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb nog geen antwoord gehad op mijn vraag naar een ver slag dat ik graag wil hebben. De VOORZITTER: Ik meen dat het een verslag van de commissie nieuwbouw betreft. Wethouder HOEKSTRA: Neen, het betreft mijns in ziens de commissie ruimtelijke ordening, met name de vergadering die wij samen gehouden hebben in de brandweerkazerne. De VOORZITTER: Maar de verslagen daarvan zijn openbaar en over zo'n verslag kan het nu dus niet gaan. De heer LANGE: Het betreft een vergadering van de commissie ruimtelijke ordening en de commissie nieuwbouw, waarin het verslag ons als commissie ruimtelijke ordening ter hand is gesteld. De VOORZITTER: Ik dacht dat de verslagen van de commissie ruimtelijke ordening ter inzage liggen. Als dat niet zo is, dan zullen wij het nog wel eens bekij ken. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De VOORZITTER constateert dat de door de heer Van Poppelen voorgestelde motie wordt ondersteund door de heren Van Ee en De Wilde en verleent vervol gens het woord aan de heer Van Poppelen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! ik wil graag dat er in de motie, die ik zoeven inder haast heb geschreven, ook op de kwestie van de brand veiligheid wordt gewezen. De situatie is beslist onver antwoord. Het zou erg zijn als er een ongeluk gebeur de. De VOORZITTER: Wij zullen de motie bijschaven, ervoor zorgen dat er iets over de brandveiligheid in wordt opgenomen, enz. De motie wordt hierna, met inachtneming van het geen daaromtrent door de voorzitter is opgemerkt, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 56 Voorstel tot verkoop van een perceeltje grond, gele gen aan de Kerkstraat te Soest, groot 12 m2, aan „Schans Automaterialen B.V.", Kerkstraat 60, al hier. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. 57 Aankoop van twee percelen grond, gelegen tussen de Versteeghlaan en de Van der Griendtlaan te Soester- berg van mevrouw S.J. de Goede-Fugers, Rademaker- straat 73 te Soesterberg, (gemeente Soest). De heer DE WILDE; Mevrouw de voorzitter! Hoe komt het dat in lid 3 van punt I van het onderhavige ontwerp-besluit sprake is van 8%, terwijl in lid 3 van punt I van het ontwerp-besluit waarop het straks aan de orde komende voorstel inzake het aangaan van een overeenkomst van ruil betrekking heeft, sprake is van 7%? Ik heb hiernaar ook gevraagd in de financiële commissie. Het college kan zich een der gelijke vraag in de raad makkelijk besparen als het een briefje bij de stukken doet waarin staat, dat het een en ander intussen heeft nagekeken en dat het goed is. Maar als wij in de commissie financiën iets vragen en daarop geen antwoord wordt gegeven in de stukken die ons worden toegestuurd, dan houden wij stug vol en dan vragen wij het opnieuw. Als wij ant woord krijgen op de vragen die wij in de commissies stellen, dan zullen wij ze niet opnieuw stellen. Wat het onderhavige geval betreft heb ik in de commissie financiën uitdrukkelijk gevraagd om het na te kijken. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De datum van onderhandeling is bepalend en de ene keer is het geld wat goedkoper dan de andere keer. Ik heb begrepen dat daardoor de een op 7% en de ander op 8% zit. Mogelijk kan de heer De Wilde er in de commissie financiën nog even op terugkomen. Dan wordt gezegd hoe het precies zit. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 58 Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbe- sluit. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Kort end is, zoals u weet, een hobby van mij. Ik wil om te beginnen het college van harte danken voor het voorstel. Het college moet ook eens een pluim op de hoed hebben en die wil ik graag geven. Ik wil hierbij zeggen dat ik nu bij dit voorbereidings- besluit ook eindelijk een beetje de genoegdoening heb dat het college alvast zegt wat voor beleid het in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 91