hier dan zo onvoorbereid komt, verbaast mij. Ik vind
ook nog steeds dat het taxatierapport er gewoon naar
toe geschreven is. Dat is niet erg, want het eindbedrag
is voor mij acceptabel. Alleen: de verdeling moet eni
ge grond van rechtvaardigheid bezitten.
Er zijn nog twee andere dingen erg belangrijk. Als we
de woning inpassen, dan zit de bewoner natuurlijk
nog met het feit dat er een fietspad vlak langs zijn
voorramen loopt.
De VOORZITTER: Het gaat niet om het fietspad.
De heer VAN POPPELEN: Een grote bocht.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Dit bezwaar wil ik
dan vergeten, mevrouw de voorzitter.
Hebben wij in 1974 of begin 1975 de kans gehad om
het pand te kopen? Zo ja, waarom is dat toen niet
gedaan?
Als wij het pand wel aankopen, betekent dan het be
drag dat wij ervoor gaan uitgeven, al onmiddellijk een
vergroting van het exploitatieverlies van Overhees 2?
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Er zijn ook
mijns inziens te veel onzekerheden bij de exploitatie.
Ook ik zou er wat meer duidelijkheid over willen
hebben hoeveel het ons gaat kosten als wij voor de
waterhuishouding andere maatregelen moeten treffen
en hoeveel huizen het ons precies gaat kosten wan
neer het onderhavige pand moet worden ingepast.
Het is verre van mij om de integriteit van een beëdigd
taxateur in twijfel te trekken. Ik wil beslist niet zeg
gen dat er naar een bedrag is toegerekend dat we toch
al in ons hoofd hadden als het bedrag dat we willen
betalen.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik heb principiële bezwaren, niet tegen het eindbe
drag, dat ik persoonlijk, gelet op de waarde van de
huizen in Soest, niet eens hoog vind, maar tegen het
inhoudelijke van het taxatierapport. Ik ga er nu niet
verder op in. Dat mag voor mijn part gebeuren in een
openbare vergadering van de commissie ruimtelijke
ordening of van de commissie financiën. We komen
er vanavond toch niet uit, ook omdat de betrokken
wethouder niet aanwezig is. Ik handhaaf daarom mijn
voorstel dat het voorstel van het college wordt aange
houden tot de volgende raadsvergadering en nog eens
uitvoerig in de respectieve commissies aan de orde
wordt gesteld.
De VOORZITTER: Ik geloof dat een algemeen gevoe
len is dat wij het voorstel moeten aanhouden, dames
en heren. Dat zullen wij doen.
Het voorstel wordt aangehouden.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van de verbetering van het perceel Beetz-
laan 32.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! In de
financiële commissie is gevraagd naar de verdeelsleu
tel. Ook ik was daar benieuwd naar en zou nu wil
len vragen of de verdeelsleutel al aanwezig is.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Waarover
beslist de gemeenteraad in dit geval? Weten wij al of
alle kosten inderdaad zullen worden vergoed? Zo ja,
door wie Is er ook overleg geweest tussen de verschil
lende aspirant-deelnemers over zowel de ruimte als
de kosten? Wat verstaat het college onder een „rede
lijke vergoeding" die de gebruikers zullen dienen te
betalen?
Wanneer het hier een sluitende zaak betreft, zoals in
het voorstel wordt gesuggereerd, dan gaan wij zon
der meer akkoord met het voorstel.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik verbaas
mij over het voorstel. Op de achterkant ervan staat
onder meer:
„De financiële commissie daarentegen heeft ons gead
viseerd het voorstel aan te houden".
Hier waren wij het unaniem over eens, niet omdat
wij niet zouden willen dat het gebouwtje wordt opge
knapt voor een aantal verenigingen, maar omdat er
toch wel een aantal bezwaren rees tegen de manier
waarop het gegaan is. Wij hebben gezegd: Laten wij
eerst die mensen eens bij elkaar halen en erover over
leggen hoe het gebouwtje moet worden opgeknapt.
Want als wij weten wie erin komen, dan kun je er met
de toekomstige gebruikers over overleggen wst er pre
cies moet worden opgeknapt.
In de commissie openbare werken is iets gezegd over
de verf die een nogal groot bedrag besloeg.
Kortom: Ik begrijp het niet dat het college het voor
stel van de financiële commissie om het voorstel aan
te houden niet heeft gevolgd. Ik vind eigenlijk dat
dat alsnog moet gebeuren.
De heer DE WILDE: Ik sluit mij hierbij aan, mevrouw
de voorzitter. Ik vind dat het allang klaar had kun
nen zijn. Sorry hoor. Ik heb alle begrip voor het feit
dat het druk is, maar dit is de zaak op haar kop zet
ten. Het college vraagt eerst f. 21.000,— en zegt: Het
komt allemaal wel goed, want wij gaan nu praten
met de mensen. Waarom is het college niet precies
andersom te werk gegaan? Wij hebben het college in
de commissie financiën gevraagd de betrokkenen even
bij elkaar te roepen. Misschien willen zij zelf ook een
hand uitsteken om de boel op te knappen en dan
kom je tot het resultaat dat er een bepaald bedrag
van de gemeente nodig zal zijn. Waarom is toch in
vredesnaam alles zo ambtelijk (in de ongunstige zin
van het woord) aangepakt? Dit is niet een gewone
gang van zaken. Zo iets doe je toch niet? Je gaat er
toch eerst even met de belanghebbenden over over
leggen hoe zij het gebouwtje opgeknapt willen zien,
wat eraan gebeuren moet en wat zij misschien zelf
kunnen doen? En de rest doe je dan als gemeente.
De financiële commissie heeft een advies gegeven.
Het college releveert dat advies in het voorstel, maar
legt het naast zich neer en geeft geen woord van ver
klaring waarom het dat doet. Als het college het een
slecht advies vindt, dan behoort dat in het voorstel
te staan en dan behoort daarbij te zijn aangegeven
om welke redenen het college het een slecht advies
vindt. Maar dat staat er helemaal niet in. Dan vraag
je je af waarvoor je adviezen geeft.
Ik stel voor dat het voorstel van het college wordt
aangehouden en, voorzien van de nodige gegevens,
de volgende maand in de raad terugkomt. Dat moet
kunnen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Het college heeft
gemeend zijn standpunt te moeten handhaven, in de
eerste plaats omdat het ons noodzakelijk leek niet
langer te wachten met het opknappen van het ge
bouwtje, omdat het sowieso al drie maanden duurt
voordat gedeputeerde staten hun goedkeuring geven.
Er is overleg geweest met in eerste instantie de Stich
ting Peuterspeelzalen. Men vindt in het dossier een
lijst waarop deze stichting haar wensen ten aanzien