mij blijkt gaat de raad daarmee akkoord, zij het dat dit beperkt dient te blijven tot een korte opmerking. De heer VISSER: Ik mag toch wel drie keer het woord voeren? De VOORZITTER: Neen, niet zonder toestemming van de raad. U kent blijkbaar ook het reglement van orde niet! De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Dit voorstel is inderdaad ook in het openbare gedeelte van de verga dering van de commissie voor financiën behandeld, maar daaraan voorafgaand is deze zaak, zelfs meerdere keren, zowel in de commissie voor ruimtelijke ordening als in de commissie voor maatschappelijk werk in beslotenheid aan de orde geweest. Dat kunt u toch niet ontkennen. U zegt nu wel dat de zaak op een geweldige manier in de openbaarheid is geweest, nl. in de vergadering van de commissie voor financiën, maar daarbij ging het alleen maar om het bedrag van f. 40.000,-. De echte plannen om de begraafplaats uit te breiden zijn besproken in be slotenheid, zowel in de commissie voor ruimtelijke orde ning als in die voor maatschappelijk werk. Het is trou wens meer een kwestie van maatschappelijk werk en van ruimtelijke ordening dan van financiën. Toen waren de beslissingen al gevallen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: De commissie voor fi nanciën houdt zich altijd bezig met hele plannen. De heer VISSER: Neen, in de commissie voor financiën wordt alleen gesproken over de financiële aspecten. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Neen, dat is niet waar. De heer VISSER: Dat is wél waar. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Toen het plan van de culturele commissie aan de orde kwam in de commissie voor financiën, is ook wel degelijk over de inhoud van dit plan gesproken. De heer VISSER: Die kwestie van de begraafplaats is helemaal geen financiële kwestie, maar een zaak van ruimtelijke ordening en van maatschappelijk werk en in die commissievergaderingen zijn de plannen in besloten heid behandeld. De heer STORIMANS: Ik zit ook in de commissie voor financiën en ik herinner mij heel goed, dat er een tijdje is gezwamd over hoge bomen en lage bomen De heer VISSER: Je mag nooit zwammen in de com missie voor financiën over hoge bomen en lage bomen. Het gaat hier om een zaak van ruimtelijke ordening en van maatschappelijk werk. De VOORZITTER: Ik meen dat nu toch de discussie moet worden gestopt. De heer VISSER: Neen, ik ben nog niet klaar met mijn betoog. Ik wil nog even zeggen De VOORZITTER: Ik heb u alleen voor een kórte op merking in derde termijn het woord verleend. De heer VISSER: Maar die opmerking mag ik dan toch wel afmaken? Er worden mij allerlei dingen verweten die helemaal niet waar zijn. De VOORZITTER: De discussie hierover wordt nu ge sloten U moet dan maar een andere gelegenheid gebrui ken om hierop te reageren. De heer VISSER: Dat zal ik zeker doen, maar de heer De Wilde heeft nu ook nog een aantal dingen gezegd waarop ik wil antwoorden. De VOORZITTER: U hebt het woord gehad voor een korte opmerking en deze discussie is nu gesloten. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen 7. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een weg naar het terrein van de binnen kort in aanbouw te nemen Da Costaschool voor basis- en kleuteronderwijs in de omgeving van de Spoorstraat/ Prins Bernhardlaan. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben ter plaatse even gaan kijken, omdat ik bang was dat door de aanleg van dit weggetje huizen aan de Spoorstraat zou den moeten verdwijnen. Dit bleek ook uit een brief van de directeur van gemeentewerken waarin het woord „amoveren" voorkwam. Dit was nogal verontrustend, waarbij nog kwam dat in het voorstel wordt gezegd dat wordt aangesloten op de min of meer definitieve situa tie bij het Stationsplein. Ik vraag mij dan ook af wat het college van plan is met de huizen aan de Spoorstraat. Dat is niet alleen mijn zorg, maar ook de zorg van de be woners van die huizen die zich ook afvragen wanneer de huizen tegen de vlakte zullen gaan en wat er dan met hen zal gebeuren. Toen ik ter plaatse aan het kijken was, zag ik ook een afschuwelijk gebouwtje dat ik nog niet eerder had ge zien, een afschuwelijk garage-achtig pakhuis achter het huis van de heer Tolboom. Ik gun hem dat overigens zeker; u weet ook hoe ik sta tegenover kleine winke liers die graag een schuurtje achter hun huis hebben. De heer VAN POPPELEN: Hou hierover dan op! De heer VISSER: Ik vraag mij echter wel af hoe dat schuurtje daar eigenlijk komt. Er rust op dat stuk grond een bijzondere bestemming volgens het bestemmingsplan en er is nu zowaar een schuurtje gebouwd! Kunt u mij daarop antwoord geven? De VOORZITTER: Dames en heren! Volgens het be stemmingsplan Soestdijk - ik spreek nu echter uit mijn hoofd, want ik heb de stukken niet bij de hand - zullen inderdaad op den duur de huizen aan de Spoorstraat moeten worden afgebroken, teneinde een verkeerscircu- latie ter plaatse mogelijk te maken. Wij stellen nu voor om vooruitlopend op de definitieve plannen dit stukje weg aan te leggen. Het is al heel lang bekend - het is dus helemaal geen nieuws - dat de drie huizen aan de Spoor straat zullen moeten verdwijnen, maar ik kan daarvoor zeker geen datum noemen. Natuurlijk zullen de bewo ners van die huizen dan op de een of andere manier aan andere huisvesting moeten worden geholpen. Als de heer Visser over hetzelfde gebouwtje heeft gepraat als ik nu op het oog heb, gaat het om een schuur die de heer Tolboom mét een bouwvergunning gebouwd heeft en die voldoet aan alle regels. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Hoe kan er nu een bouwvergunning zijn afgegeven voor een schuur die helemaal niet gebouwd had mogen worden volgens het bestemmingsplan? De VOORZITTER: Maar die schuur staat er wél volgens het bestemmingsplan. De heer VISSER: Neen, want volgens het bestem mingsplan rust er op die grond een bijzondere bestem ming. De VOORZITTER: Dat bedrijfje blijft ter plaatse geves tigd, De heer VISSER: Neen, volgens het bestemmingsplan moet dat bedrijf verdwijnen, althans volgens het oor spronkelijke plan. De VOORZITTER: Het bedrijf is op grond van het overgangsrecht blijven staan. 10

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 11