«j
1-
it-
n
lo-
>ro-
zen.
ie
De
lui-
m
s-
e
Dnie-
ns
be-
wij
ser
iege-
in-
e-
>aal-
in-
ïr-
ïen
voor
vor-
;stem-
ïiet
dat
maar
de in-
2 ven.
e brief
as niet
spro-
in de
spro-
ïhheid
teld is
linnen
:rleg
uren
arde ge
in het
s er een
iet ge
lijk
ter!
sproken
lis aan
.t dat
:t pand
idelijk,
wanneer wij een definitieve beslissing hebben geno
men. Anderhalfjaar geleden hebben wij die defini
tieve beslissing voor vijfjaar aangehouden; over drie
en een half jaar kunnen wij dat dus definitief weten.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het ver
heugt mij dat u de brief aan de bewoners nog eens wilt
nalezen; ik ben tevreden met de toezegging dat de
laatste alinea van die brief zal worden gewijzigd.
De VOORZITTER: Ik heb gezegd dat wij dat aspect
in het college nader zullen bekijken, want er blijkt een
misverstand te bestaan onder de leden van het colle
ge. Dat misverstand moet even worden opgelost.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Wij achten
ons niet meer gebonden aan die termijn van vijfjaar;
daarvoor zetten wij in de plaats het tijdstip waarop
het verkeerskundig onderzoek is afgerond en het daar
mede gepaard gaande verkeersplan voor de omgeving
van't Hart gereed is. Wij menen dat op dat tijdstip
met betrekking tot de Wilhelminalaan zaken moeten
worden gedaan.
Ik heb een beetje de indruk dat het hoe, wat en wan
neer met betrekking tot het verkeerskundig onderzoek
het college nog niet helemaal duidelijk is.
De VOORZITTER: Toch wel.
De heer GOOTE: Dan is die indruk bij mij fout, maar
dat belet mij niet om het college te vragen of het mo
gelijk is om zaken als welk bureau, wat voor opdracht,
welke werkwijze en welke termijn te bespreken in de
desbetreffende commissie, zodat de commissie wat
meer inzicht krijgt in de wijze waarop het verkeerskun
dig bureau de zaak gaat aanpakken.
Met betrekking tot het te nemen voorbereidingsbesluit
verschil ik met het college van mening. Het gaat om
stukken van de voorgenomen Centrumweg waaraan
wij geen behoefte hebben. Daarom hebben wij ook
duidelijk geen behoefte aan bescherming van deze
stukken weg door middel van een voorbereidingsbesluit.
Wel dank ik het college voor de toezegging om een on
derzoek te doen naar alternatieve oplossingen voor de
aansluiting op de Kerkstraat. Is het college bereid om
mede te delen wat zal worden onderzocht en wie dat
onderzoek eventueel zal gaan doen? Wordt dat onder
zoek ook door een verkeerskundig bureau ter hand
genomen?
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Het door u
gegeven antwoord is wat moeilijk te begrijpen en ik
kan het ook niet accepteren, want ik meen dat in een
aantal verkoopcontracten staat, dat automatisch recht
van terugkoop aanwezig is, wanneer de noodzaak van
het bestemmingsplan Soestereng-Weg over de Eng niet
bestaat. In een vorige discussie over deze aangelegen
heid hebben wij het college ook gevraagd om dat te
willen nakijken in de contracten.
De VOORZITTER: Wij hebben alle contracten voor
de raad ter visie gelegd. Wij hebben geconcludeerd dat
in twee contracten staat vermeld dat er recht op terug
koop bestaat, wanneer het pand niet behoeft te wor
den gesloopt.
De heer VAN POPPELEN: Ik dacht in vier gevallen.
De VOORZITTER: Goed, vier dan. In die contracten
wordt gesproken over een recht van terugkoop, maar
in alle andere gevallen is van een dergelijke clausule
geen sprake.
De heer LANGE: Ik meen dat de sloop in relatie wordt
gebracht met het bestemmingsplan. Wanneer u nu ech
ter die sloop afhankelijk maakt van andere bestem
mingsplannen die nog moeten worden gemaakt
De VOORZITTER: Dat kan.
De heer LANGE: Dat kan dus?
De VOORZITTER: Ja.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: De moeilijkheid is dat
in correspondentie (voordat de contracten werden ge
sloten) vaak is gesteld dat de huizen werden verkocht
in verband met de Weg over de Eng, maar dat zij an
ders hun huis terug wilden hebben. In de uiteindelijk
tot stand gekomen contracten is dat echter niet door
gekomen. Het is ontzettend jammer dat toentertijd
verschillende mensen er niet voor hebben gezorgd dat
hetgeen zij in hun brieven hebben geschreven, ook in
hun contracten werd opgenomen.
De heer LANGE: Er is toen naar ik meen verschillen
de malen een kort geding gevoerd en er zijn uitspra
ken gedaan.
De VOORZITTER: Die zijn verloren.
De heer LANGE: Ik geloof dan ook dat het college
deze zaken nog eens goed moet bekijken. Door het
advocatenbureau dat het standpunt van de gemeente
heeft verdedigd, zijn bepaalde argumenten naar voren
gebracht en misschien dat die argumenten een moge
lijkheid bieden om die mensen ter wille te zijn, die
niet wensen dat het door hen bewoonde pand wordt
gesloopt, wanneer er een nieuw bestemmingsplan
komt.
Evenals de heer Goote meen ik dat die termijn van
vijf jaar niet hard meer is. Met het realiseren van ver
keerskundige voorzieningen voor de betrokken buurt
behoeven wij mijns inziens niet te wachten op het
tijdstip dat die vijfjaar voorbij zijn,
De VOORZITTER: Ik geloof dat wij het daarover al
lemaal eens kunnen zijn.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben
wel behoefte aan bescherming van het stuk Kolonie-
weg-Birkstraat, want in onze beleidsintenties wordt
duidelijk gesproken van een tracé Centrumweg dat wel
degelijk die lus van het stuk Weg over de Eng-Kolonie-
weg-Birkstraat bevat. Wij hebben overigens ook aan
het college gevraagd of het bereid is om een verkeers
kundig onderzoek te laten verrichten naar de moge
lijkheden van een afslag van de Centrumweg. Wij heb
ben daarover een voorstel ingediend. Wij zeggen daar
bij, dat het mogelijk is om te werken met een terug
voerende lus vanuit een ondertunneling van de Kerk
straat. Medegedeeld is dat het onderzoek op gang is
gebracht en ik hoop dan ook dat de door ons gevraag
de informatie beschikbaar kan zijn voordat het con
cept-bestemmingsplan wordt behandeld.
De VOORZITTER: Ik begrijp dat u dat stukje noemt
in verband met het concept-bestemmingsplan Centrum.
De heer LANGE: Ik haal dat er even bij, omdat de
heer Goote een kapstok heeft gebruikt en ik meen dat
wij dat ook wel even kunnen doen.
De VOORZITTER: De heer Goote heeft de kapstok
gebruikt voor de Centrumweg en u gebruikt de kap
stok om nog eens de aandacht te vestigen op de sug
gesties die u ons gisteren hebt doen toekomen.
De heer LANGE: Onze suggestie heeft voornamelijk
betrekking op de vraag om een onderzoek in te stellen
naar de mogelijkheden om van de Centrumweg af te
komen zonder dat daarmede de kop van het concept
bestemmingsplan Centrum met doorgaand en bestem
mingsverkeer wordt belast.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Nu iedereen met kapstokjes begint, wil ik daarvan ook
119