de Wet op de Ruimtelijke Ordening bestaan, nl. een
structuurplan voor de gemeente Driebergen en een
structuurplan voor de gemeente Wijk bij Duurstede.
Van provinciale zijde is ons zelfs medegedeeld dat in
ons ontwikkelingsplan vreselijk veel kan worden terug
gevonden, terwijl men in een structuurplan minder zal
kunnen terugvinden. In een structuurplan komt geen
financiële paragraaf voor (het is juist zo goed dat ons
ontwikkelingsplan een financiële paragraaf bevat,
want dan ben je als het ware tegelijkertijd aan een
soort investeringsnota bezig) en ook zal in een struc
tuurplan geen aandacht kunnen worden besteed aan
het welzijnsbeleid. Tot aan vandaag toe staat ons het
nut van een structuurplan niet voor ogen. Ik wil de
raad echter niet de indruk geven dat wij de raad iets
willen opdringen. De raad heeft in meerderheid tot de
dag van vandaag gezegd gelukkig te zijn met een ont
wikkelingsplan. Wanneer de raad meent gelukkiger te
zijn met een structuurplan, moet hij dat maar zeggen.
Stel dat de raad in huidige samenstelling meent dat
het college moet beginnen te werken aan het ontwikke
len van een structuurplan; ik heb het gevoel dat de be
slissing daarover beter aan de nieuwe raad kan worden
overgelaten. Wij willen de raad echter niets opdringen.
Het college ziet in een structuurplan geen enkel voor
deel. Het tegendeel is het geval. Wij onderschrijven de
door de heer Lange opgesomde nadelen. Men denke
alleen maar eens aan de procedure die moet worden
gevolgd, wanneer het gaat om een grondige wijziging.
Ons standpunt terzake wil ik met een voorbeeld ad
strueren. Stel nu eens, dat de raad bij de behandeling
van het ontwerp-bestemmingsplan Centrum in meer
derheid besluit dat plan af te wijzen (Ik hoop dat dat
niet het geval is, maar je moet met alles rekening hou
den). Dat betekent een geweldige visieverandering op
de toekomstige ontwikkeling van Soest. Dan zouden
wij ogenblikkelijk moeten beginnen aan een aanpas
sing van het ontwikkelingsplan. Ik vind datje zo'n
wijziging dan veel beter onder elkaar kunt afdoen dan
dat je weer moet beginnen met overleg etc. Maar wan
neer de raad een structuurplan wil, krijgt hij een struc
tuurplan, want het maakt het college eerlijk gezegd
niet zo verschrikkelijk veel uit. Wij staan alleen op het
standpunt, dat een structuurplan niet nuttig en han
dig is. Wij menen dat wij de beleidsuitgangspunten net
zo goed met elkaar kunnen afspreken in een ontwik
kelingsplan, zoals ook duidelijk in 47 van de 49 Utrecht
se gemeenten is gebeurd. Een beslissing daarover laat
ik echter aan de raad over, zoals wij alles aan de raad
moeten overlaten.
Ik heb kennis genomen van de mededeling van de heer
De Wilde, dat zijn fractie zich blijft verzetten tegen
een Centrumweg met twee rijbanen (vier rijstroken)
en een tracé om Kortend heen. Het is in dit verband
begrijpelijk dat hij zich met de afdoening van sommi
ge brieven niet kan verenigen.
Wij hebben in de raad al vaker gesproken over het
winkelvestigingsbeleid. In verband met het ontwerp-
bestemmingsplan Soest-Midden is ons gevraagd om
nog eens apart met de winkeliers van Soest-Midden te
gaan praten. Dat gesprek heeft plaatsgevonden en het
heeft bijzonder verhelderend gewerkt. Wij hebben
daarop in eigen huis opdracht gegeven om in de reeds
vastgestelde bestemmingsplannen na te gaan wat wij
nu eigenlijk voor kwaads en voor goeds in verband met
het winkelvestigingsbeleid hebben gedaan. Dat onder
zoek is naar ik meen bijna gereed,
De heer Visser heeft medegedeeld zich te willen dis
tantiëren van alle concept-antwoorden op de brieven,
omdat wij niet diep genoeg op de brieven zouden in
gaan, omdat wij naar raadsdiscussies verwijzen en om
dat wij geen nieuwe argumenten aanvoeren. Ik meen
dat het antwoord op de brieven betrekkelijk kort
moest blijven, terwijl er door de briefschrijvers geen
nieuwe feiten zijn ingebracht. Daarom hebben wij ons
beperkt tot korte, maai onzes inziens duidelijke ant
woorden.
(De heer Hilhorst verlaat, te 23.52 uur, de vergade
ring).
Terecht heeft de heer Lange erop gewezen dat is be
sloten om zodanig technische voorzieningen aan te
brengen, dat de Centrumweg eventueel in een later
stadium kan worden uitgebreid tot twee rijbanen met
vier rijstroken, Ik neem echter aan dat die tweede rij
baan pas heel veel later zal worden aangelegd.
Door de heer Lange is ook nog gesproken over een af
takking tussen Parklaan en de onderdoorgang bij de
spoorweg. Gisteren hebben wij van de V.V.D. daar
over een suggestie gekregen. Men zal begrijpen dat
wij die suggestie op dit moment nog niet goed hebben
kunnen bestuderen, maar vanzelfsprekend zal deze
suggestie..bij de afweging van alle mogelijkheden wor
den betrokken.
Ook de heer Van Poppelen heeft erop aangedrongen
om het middenstandsbeleid nog eens te bekijken. Ik
heb reeds gezegd dat er in verband met het bestem
mingsplan Soest-Midden goed overleg met de winke
liers plaatsvindt. In dat overleg is gebleken dat vijf of
zes winkeliers meer uitbreidingsmogelijkheden hebben,
wanneer hun pand niet tot woonhuis wordt verklaard.
Voor de andere winkeliers zal er echter geen verschil
zijn. In dat geval ondersteun ik het betoog van de heer
Lange terzake. Deze heeft onder meer gezegd dat er
dikwijls meer mogelijkheden zijn, wanneer de winke
lier zijn pand als woonhuis kan verkopen.
Terecht heeft de heer Oldenboom erop gewezen dat
vroeger duidelijk is gekozen voor globale toetsings
mogelijkheden in de vorm van een ontwikkelingsplan.
Hij meent dat wij destijds misschien niet duidelijk ge
noeg hebben gekeken naar wat wij bedoelden en dat
wij daarover wellicht niet duidelijk genoeg hebben ge
discussieerd. Ik meen dat wij destijds duidelijk de vi
sie hebben gehad van geen structuurplan, maar wel
een ontwikkelingsplan.
De heer Van Aalst heeft er nog op gewezen dat het
misschien ooit mogelijk zal zijn om te bouwen tussen
de Amerikaanse wijk, de Richelleweg en St. Jan. Wij
willen dat graag nog eens bekijken, want ik vind het
een beetje moeilijk om daarover nu eentweedrie een
visie te geven. Op alle mogelijke manieren zullen wij
moeten proberen om bouwmogelijkheden in Soester-
berg te krijgen, zodat het draagvlak van Soesterberg
wat groter wordt.
Ik stel voor om nu, voordat wij aan de tweede ronde
beginnen, even te pauzeren.
De heer DE WILDE: Is het niet verstandiger om eerst
de tweede ronde te hebben en daarna te pauzeren?
De VOORZITTER: Dat is ook goed, maar ik wil nog
eerst even iets zeggen over de concept-antwoorden,
want dat ben ik vergeten.
In het concept-antwoord aan het Bewonerscomité
Van Lenneplaan e.o. staat onder meer: