maar nu voor de begane grond van het pand; er worden verschillende zaken geconstateerd die geheel in strijd zijn met de vergunning en die van buitenaf ook duide lijk zijn te zien, zoals de luifel. Mijn vraag is nu op welke termijn aan deze hele toestand een einde zal worden gemaakt. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het is een roerend verhaal, maar toch, maar toch, maar toch Als je ziet dat het gemeentebestuur zelf een bouwver gunning afgeeft - ik heb het bij gemeentewerken geïnfor meerd - om een afschuwelijke schuur aan de Spoorstraat te bouwen die niet past in het bestemmingsplan, waar bij het bestemmingsplan later wel zal worden aangepast aan deze bouw en de huizen die er nog blijven staan, dan vraag ik mij toch af, waar wij eigenlijk aan bezig zijn. Ik ben geen voorstander van makelaar Peters, maar ik zet er toch vraagtekens bij als de ene keer wel iets kan en de andere keer weer niet. De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Menne heeft gevraagd of wij een bepaalde termijn kunnen noe men. Dat is ons echter niet mogelijk, want de heer Pe ters heeft gebruik gemaakt van het recht om een A.R.O.B.-procedure aan te spannen. Op de uitslag van die procedure zullen wij toch moeten wachten. De heer MENNE: Er kan misschien de verkorte proce dure, a la Zoetermeer worden gevolgd, zodat binnen an derhalve maand de zaak kan worden verzegeld? Het ging in Zoetermeer om een identiek geval. De VOORZITTER: Ik moet zeggen dat mij dat in dit geval toch wel bijzonder moeilijk lijkt. Wat de opmerking van de heer Visser betreft, wil ik nog maals zeggen dat hetgeen aan de Spoorstraat heeft plaats gevonden, volkomen in de context van de zaak past. De heer VISSER: Ja, het past volkomen in de context van uw zaak. U hebt ook al gezegd dat u uit uw hoofd spreekt. U bent hier echter afgeweken van het bestem mingsplan en nu gaat het college ermee schermen dat dit niet mag. De VOORZITTER: Ik wil de heer Menne nog toezeggen dat wij een en ander nader zullen bekijken. Voorshands meen ik echter dat wij de A.R.O.B.-uitspraak moeten afwachten, tenzij de heer Peters geen schorsing zou heb ben gevraagd. Het voorstel van de commissie voor de beroepschriften wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 14 Voorstel tot het beschikbaar stellen van leningen en bij dragen aan de Vereniging tot Voortzetting van Patri- monium's Woningbouw voor de bouw van 53 woning wetwoningen in het plan Overhees, fase 2. 15 Voorstel tot het verstrekken van een aanvullend krediet ten behoeve van het gasbedrijf voor de vervanging en uit breiding van het hoofdbuizennet en de dienstleidingen. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 16 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van f. 10.000,-- uit het Fonds Kunstaankopen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben dit voorstel al op 27 januari 1977 besproken. In de commissie voor financiën zijn steeds wat bezwaren ge maakt, maar daar wil ik nu wel overheen stappen, omdat het kennelijk niet zo gespeeld kan worden als eigenlijk zou moeten. Wanneer men nu zo graag wil op dit punt, moeten wij daar gewoon f. 10.000,- extra voor beschik baar stellen, niet uit het fonds waar toch al niet zoveel in zit. Ik heb nu echter begrepen dat er opdrachten zullen wor den gegeven. In eerste instantie was er altijd sprake van oude schilderijen die ergens hingen en die gekocht zou den worden van de eigenaar, die dat natuurlijk wel leuk zou vinden, omdat hij dan een centje aan de gemeente zou kunnen verdienen. Ik heb die schilderijen ook wel eens gezien in de commissie voor culturele zaken en de schrik sloeg mij om het hart. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ach, houd toch op, mijnheer Visser! De heer VISSER; Dat is waar, mevrouw Korthuis. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Weineen, het is gewoon onzin. Er is ons eens iets aangeboden, maar daarvan heb ben wij meteen gezegd dat wij het niets vonden. De heer VISSER: Ja, het was ook mets Mevrouw KORTHUIS-ELION: Daarvoor hoeft u dus helemaal niet bang te zijn. U spreekt nu weer zo insinue rend, Er is zowel sprake van opkopen van schilderijen bij de schilders zelf als van het geven van opdrachten Deze zaak is bij de begroting uitvoerig behandeld De heer VISSER: Goed, het geven van een opdracht vind ik bijzonder goed, want daarmee wordt iemand aan het werk gezet, hetgeen ook de bedoeling van het fonds is. Ik vraag mij echter nog wel af, welke opdrach ten zullen worden gegeven en aan wie. Worden dat vrije of gebonden opdrachten? Worden ze gegeven aan Soes- ter kunstenaars? De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik ga ak koord met het voorstel, maar ik ben niet helemaal wijs geworden uit de financiële aspecten. Ik heb de staat na gekeken die wij bij de begroting hebben gekregen en daarin wordt de stand van het fonds aan het begin van het dienstjaar genoemd. Of het daarbij gaat om 1977 of om 1978, is niet duidelijk, maar dat is misschien niet zo interessant Er zat eerst f. 100.000,- in het fonds en ge durende het jaar is er aan rente f. 8.000,-bijgekomen, terwijl er nog aan is toegevoegd een bedrag van f. 24.000,-. Bij elkaar werd het saldo daardoor aan het eind van het dienstjaar f. 132.000,—. Ik heb ook nog gepoogd, dit te rug te zoeken in de begroting zelf, nl. op de kapitaal- dienst, maar dat bleek veel moeilijker te zijn, hetgeen ik verder maar buiten beschouwing laat Nu kan uit dit saldo het bedrag van f. 10 000,- natuur lijk zonder meer worden betaald, tenzij men al bepaalde plannen heeft voor de aanwending van het gehele saldo. Mijn vraag is dan ook of die plannen er inderdaad zijn. Als daardoor het fonds kunstaankopen niet meer vol doende zou zijn gevuld voor het overigens kleine bedrag van f. 10.000,-, zou ik er geen bezwaar tegen hebben om uit de post onvoorzien van de algemene dienst dit bedrag van f. 10.000,-- over te hevelen naar het fonds kunstaan kopen. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Mevrouw de voorzitter! Schilderijen die ooit wel eens aangeboden worden aan de gemeente, hebben nooit in verband gestaan met het krediet van f. 10.000,- dat nu aan de orde is. Het is daarbij altijd om incidentele geval len gegaan. Het ligt in de bedoeling van de commissie culturele zaken om dit bedrag van f. 10.000,- aan te wenden voor schilderijen of tekeningen van plekjes van oud-Soest en andere plekken die zeer de moeite waard zijn voor de gemeente. Het is dus niet de bedoeling om de commissie culturele zaken een volledig vrij mandaat te geven. Als de commissie een schilderij of een tekening op het oog heeft, zal zij natuurlijk ook het college een goedkeuring vragen voor deze uitgave. Het ligt ook in de 15

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 16