ke bezwaren ging, maar dat is niet waar, want de s.b.e.'s hadden betrekking op alle bedrijven. De VOORZITTER: Dat is waar, maar daarbij ging het om het al dan niet toepassen van bepaalde normen etc. bij de grootte van de boerderij. Dat zijn andere zaken dan essentiële wijzigingen in het Centrumplan. Ik kan de heer Menne dan ook geen concreet antwoord op zijn vraag geven. Dat antwoord zal ook niet kunnen worden gegeven voordat wij de zwaarte van eventuele amendementen kennen. Pas op dat moment moetje overwegen of een nieuwe tervisielegging noodzakelijk is of dat met gedeputeerde staten kan worden gepraat. Dat laatste lijkt mij echter in dit geval bijzonder moei lijk, want er liggen al 5.000 bezwaarschriften op het oorspronkelijke plan. Die bezwaarschriften liggen er en zij zullen moeten worden meegenomen tot en met de vaststelling van het plan. Dat feit kan bij de amendering wel degelijk een grote rol spelen. De heer VAN POPPELEN: Ik verzoek het collegevoor stel in stemming te brengen want dan weten wij waar aan wij toe zijn. De VOORZITTER: Dat is dus het voorstel om het Centrumplan niet vast te stellen. Ik geef thans gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter 1 De heer Goote heeft het standpunt van de heer Van den Brakel en mij goed en duidelijk ver tolkt. Ook na de raadsdiscussie handhaven wij ons standpunt. Wij menen dat het uitstellen van een beslis sing niet tot gevolg zal hebben dat de standpunten van beide partijen elkaar zullen naderen. De gemeente dient niet langer een plan achter de hand te hebben, want de bevolking zou dan het idee kunnen hebben dat het gemeentebestuur toch zijn plan wil doordrijven. Wij vinden dat er helemaal opnieuw moet worden be gonnen en daarom zullen de heer Van den Brakel en ik het collegevoorstel steunen. De VOORZITTER: Voorgesteld is om te stemmen over het collegevoorstel om het Centrumplan niet vast te stellen. Dat betekent dat, wanneer ons voorstel niet wordt aangenomen, het Centrumplan is aangenomen. Wanneer men dat niet wil zal men toch echt met een tegenvoorstel moeten komen. De heer OLDENBOOM: Dan wordt uw voorstel ver worpen en dan bestaat dat agendapunt niet meer. Dan is het Centrumplan niet vastgesteld. De VOORZITTER: En wat is er dan met dat plan ge beurd? Dit kan zo niet. Ons voorstel is om het Cen trumplan niet vast te stellen. Stel dat dat voorstel wordt verworpen; in dat geval is het Centrumplan vastgesteld. Wanneer men dat niet wil zal men met een ander voorstel moeten komen. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Wij stellen voor om in stemming te brengen de vraag of het Cen trumplan in deze vergadering al dan niet moet worden aangenomen. Daaraan willen wij verbinden de consta tering dat het niet aannemen van het collegevoorstel betekent dat het moet worden aangehouden en dat in de eerstvolgende vergadering van de commissie ruim telijke ordening een besluit zal worden genomen over de verdere behandelingsprocedure door de raad. De heer VAN POPPELEN: Dan zou ik een simpeler voorstel willen doen. Ik stel voor dat het college zijn voorstel intrekt. De VOORZITTER: Geen sprake van! De heer VAN POPPELEN: Ik stel voor dat u uw voor stel niet in stemming brengt. De VOORZITTER: Jawel. De heer VAN POPPELEN: Ik verzoek u formeel het voorstel aan te houden en tijdens een van de volgende raadsvergaderingen opnieuw in behandeling te bren gen. De VOORZITTER: Ik wil de vergadering vijf minuten schorsen om de raad de gelegenheid te geven met een tegenvoorstel te komen, want hetgeen nu wordt voor gesteld is niet mogelijk. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Wij hebben een voor stel klaar! De VOORZITTER: Ik schors de vergadering geduren de vijf minuten om u in de gelegenheid te stellen een voorstel op papier te zetten en hetgeen nu is voorge steld kan echt niet. De vergadering wordt gedurende enige ogenblikken geschorst. Na hervatting der vergadering verleent de voorzitter het woord aan mevrouw Korthuis-Elion. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Namens de heren Van Poppelen, Goote, Lange en mijzelf dien ik het volgende voorstel in: „Voorgesteld wordt het voorstel van het college aan te houden en het college uit te nodigen het voorstel opnieuw aan de raad voor te leggen na behandeling in de nieuwe commissie ruimtelijke ordening." De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik geloof toch dat er een misverstand is. Het ontwerp-bestem- mingsplan kan mijns inziens alleen worden aanvaard, wanneer er een voorstel ligt van het college. Dat voor stel ligt er niet; er is alleen een voorstel om het ont- werp-bestemmingsplan niet vast te stellen. Ik meen dan ook dat het college rustig zijn eigen voorstel in stemming kan brengen. De heer GOOTE: Dat kan natuurlijk altijd. De VOORZITTER: Wij gaan stemmen over het voor stel dat is ingediend door mevrouw Korthuis. Het voorstel van mevrouw Korthuis-Elion c.s. wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen 7 stemmen. Voor hebben gestemd de leden: Stam, Van Aalst, Blaauw, mevrouw Oranje-Entink, Goote, mevrouw Korthuis-Elion, Lange, Menne, Van Poppelen, Van Logtenstein, mevrouw Greefhorst-Van Overdam, Ver- heus, Van Ee, Banki, Hilhorst en Oldenboom. Tegen hebben gestemd de leden: Hoekstra, Visser, mevrouw Van Stiphout-Croonenberg, mevrouw Van Gelder-Cornelissen, Van den Brakel, Ebbers en Plomp. Vervolgens wordt z.h.o. besloten op het ingekomen stuk te beschikken overeenkomstig de genomen be slissing. 137 Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten be hoeve van het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een herstelinrichting voor motor voertuigen en verkoop daarvan, annex servicestation en verkooppunt van motorbrandstoffen op/in het perceel Sterrenbergweg 27 te Soesterberg. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 187