d i 1 (in :k en- ge- ing re 1- :n sen n at Lng LS .s- [e en re en t ral an iu- 'g jor ral tot ip». de was. e- voor- en naar k Ivies- twoord an- geen n ge" g con- de egaan n. Ik rdt lit werk Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Laten wij nu even za kelijk zijn. De coördinatiecommissie en het college me nen dat het adviesbureau „Stad en Landschap" de op dracht moet krijgen. Daarover is overeenstemming be reikt; de gestelde vragen zijn beantwoord en dan kun je natuurlijk niet teruggaan naar dat adviesbureau met de boodschap: „Bedankt, maar wij trekken iemand anders aan". Dat is niet zakelijk. Ik moet de heer Visser over de brief van 23 mei jl. in het ongewisse laten, want ik weet niet om welke brief het gaat. Wij zullen dat nog nagaan en de vraag van de heer Visser zal dan worden beantwoord in de com missie. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! In die brief kondigt de P.U.S.W. de vorming van een provinciale adviescommissie welzij nsoverleg aan. Die commissie beantwoordt eventueel vragen die bij gemeenten aan wezig zijn en zij werkt mee aan de totstandkoming van welzijnsplannen. In die brief kondigt de P.U.S.W. niet aan dat zij zich zal bezighouden met de begeleiding van inspraakprocedures voor op te stellen welzijns plannen. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Dat is exact wat in Soest is gebeurd, want de P.U.S.W. heeft ons bij het ontwerpen van het concept plan bijgestaan; de P.U.S.W. heeft adviezen gegeven en meegeholpen bij het leiden van gesprekken. Dat heeft men in de stukken kunnen lezen. 165 Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de verbetering van een dienstwoning. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. 166 Voorstel tot het beschikbaar stellen van leningen en bijdragen aan de Woningbouwvereniging St. Joseph voor de bouw van 78 woningwetwoningen in het be stemmingsplan Egghermonde II te Soesterberg. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! De fractie heeft kennis genomen van de brief van de bewoners (gericht aan de minister van volkshuisvesting en ruim telijke ordening) omtrent de toekomstige huurprijs In die brief stellen de bewoners dat zij met ontstelte nis kennis hebben genomen van dat zeer hoge huurbe drag. Zij vragen zich af of dat bedrag wel kan worden opgebracht. De fractie acht die gevoelens zeer wel be grijpelijk. Onzes inziens zal er alles aan moeten wor den gedaan om die huurprijs te verlagen. Daarvoor dienen de subsidiemogelijkheden nog nader te worden onderzocht, terwijl in overleg met de woningbouwvere niging St. Joseph en de bewonerscommissie moet wor den nagegaan of een lagere huurprijs wellicht kan wor den bereikt door het programma van eisen aan te pas sen. Door een aanpassing van het programma van eisen kan een lagere huurprijs tot stand komen; nagegaan moet worden of de bewoners een aanpassing accepta bel vinden. Wij gaan akkoord met dit voorstel, maar vorenstaande opmerkingen binden wij het college wel op het hart. De heer VA"N AALST: Mevrouw de voorzitter! Bij de bewoners bestaat duidelijke ongerustheid over die enorm hoge huurprijs. Ik heb begrepen dat alle moge lijke subsidiebronnen reeds zijn aangeboord. Een en ander ziet er misschien in eerste aanleg wat woester uit dan het waarschijnlijk zal worden. Is het mogelijk dat het college alleen voor de betrokken bewoners een soort brochure uitgeeft waarin wordt gewezen op de subsidiemogelijkheden? Daardoor wordt misschien een wat eleganter beeld geschapen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben een brief gehad van het bestuur van de wo ningbouwvereniging St. Joseph. Uit deze brief blijkt onder meer dat de bewoners zich ervan bewust zijn dat de huren hoog zullen zijn. Ook blijkt uit de brief dat reeds alle mogelijkheden zijn benut om de huren zo laag mogelijk te houden. In het belang van de be woners zal dit voorstel echter niet moeten worden aangehouden. Wij zullen echter nog wel moeten na gaan of het mogelijk is tot lagere huren te komen. In het verleden hebben wij vaak gezegd dat bepaalde hu ren te hoog zullen uitvallen, maar achteraf waren wij dan blij dat wij toch zijn doorgegaan. Ook in dit geval zullen wij moeten doorgaan, want dan weten de be woners tenminste waaraan zij toe zijn. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Giste ren heb ik de hoofdingenieur-directeur in Utrecht nog om nadere informatie gevraagd. Hij heeft mij mede gedeeld wat de gevolgen zullen zijn van de toepassing van de individuele huursubsidie en de huurgewen- ningsbijdrage. Er zijn een paar extreme gevallen. De 'hoofdingenieur-directeur heeft daarover contact ge had met de centrale directie. Men beraadt zich thans over een aantal mogelijkheden die wellicht nog enig soelaas kunnen bieden. Op dit moment kan daarover nog geen nadere uitspraak worden gedaan, omdat een en ander nog moet worden voorgelegd aan de betrok ken minister en de staatssecretaris. Er zijn twee mo gelijkheden. In de eerste plaats is het wellicht moge lijk een bepaald bedrag buiten de stichtingskosten te laten (dat bedrag neemt het ministerie dan voor zijn rekening), waardoor een verlaging van de huurprijs kan worden bereikt. In de tweede plaats wordt over wogen om mensen die door de hoogte van hun salaris tot de extreme gevallen behoren in de gelegenheid te stellen de huizen te kopen. Dat zou echter betekenen, dat de akoestische voorzieningen (te betalen door het ministerie van defensie) zullen moeten worden betaald door het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Beide mogelijkheden worden op het ogen blik door de hoofdingenieur-directeur en de centrale directie besproken. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik schrik een beetje van hetgeen de wethouder heeft gezegd over het kopen van huizen, want het gaat om het ver plaatsen van een hele wijk en om woningwetwonin gen. Wethouder EBBERS: Maar reeds tijdens de eerste en- quete bleek dat er mensen waren die de nieuwe wo ningen zouden willen kopen. De heer GOOTE: Dat begrijp ik ook wel, maar gelet op het belang van de volkshuisvesting moeten wij in het oog houden dat het hier om woningwetwoningen gaat. Op het moment dat je een woningwetwoning verkoopt onttrek je die woning in feite aan het be stand van woningwetwoningen. Tegen een dergelijke gang van zaken kijken wij nogal problematisch aan. De eerste mogelijkheid - een deel van de stichtings kosten komt voor rekening van het rijk - juichen wij uiteraard van harte toe. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of ook de mogelijkheid van een aanpassing van het program ma van eisen is onderzocht. Ook daardoor kan even tueel een lagere huur worden bereikt. Is die mogelijk heid in samenwerking met de bewoners onderzocht?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 200