i de
In
eest,
e be-
ïcht
zijn
»ds-
nij
om
leen
ikt
Lege
;e-
n en
;e-
imige
n
prin-
en
in
gehou-
om
lissies
nge-
re-
n dan
zijn
inaf de
ren even gesloten. Dan vindt er in de commissie overleg
plaats over de vraag of er sprake is van een zaak waar
over in beslotenheid moet worden beraadslaagd. Ik zal
echter geen poging meer doen om de heer Visser en de
zijnen met betrekking tot dit punt te overtuigen.
Het voorstel wordt - met inachtneming van de in artikel
10, lid 1 en artikel 11, lid 3 aangebrachte wijzigingen -
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Mevrouw Tomassen-Holsheimer en de heren Nuijten en
Visser verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notu
len dat zij zich met de genomen beslissing terzake van
artikel 11, lid 3 niet hebben verenigd.
De VOORZITTER: De heer Visser heeft zojuist gespro
ken over de Verordening op de commissie voor de be
roepschriften. Wanneer hij daarop nog wil terugkomen,
geef ik hem daartoe op dit moment de gelegenheid, hoe
wel de zaak vanavond niet aan de orde is.
De heer VISSER: Ik stel voor om het aantal leden van
de commissie voor de beroepschriften uit te breiden tot
vijf. De commissie telt thans vier leden. Deze commissie
gaat in het vervolg ook A.R.O.B.-zaken behandelen en
daarom vinden wij dat in deze commissie, evenals in de
andere commissies, tenminste vijf leden moeten zitten.
De VOORZITTER: In de verordening staat thans dat
de commissie bestaat uit vier raadsleden en één niet-
raadslid. Ik denk dat de heer Visser bedoelt voor te stel
len dat het aantal raadsleden wordt verhoogd van vier
tot vijf, waardoor het totaal aantal leden van de com
missie zes zal bedragen.
Ik heb geconstateerd dat het voorstel van de heer Visser
wordt gesteund door zijn gehele fractie.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! Onze fractie meent dat er op het ogenblik
geen veranderingen in de door het college overgelegde
namenlijstjes moeten worden aangebracht en dat geldt
ook voor de commissie voor de beroepschriften. Wij me
nen dat alle zaken in de commissie algemene bestuurs
zaken goed op een rijtje moeten worden gezet; vervol
gens kunnen wij bekijken of er nog ergens iets moet
worden gewijzigd.
De VOORZITTER: U bedoelt dus dat ook in de com
missie algemene bestuurszaken moet worden nagegaan of
de Verordening op de commissie voor de beroepschriften
moet worden gewijzigd.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter!
Onze fractie heeft op het ogenblik geen behoefte aan een
wijziging van de Verordening op de commissie voor de
beroepschriften. Wij menen dat eerst maar eens moet wor
den bekeken of de commissie voor de beroepschriften
het werk aankan.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de
voorzitter! Wij hebben er geen moeite mee om de Veror
dening op de commissie voor de beroepschriften overeen
komstig het voorstel van de heer Visser te wijzigen. De
meeste commissies tellen vijf leden en men zou zich dus
kunnen afvragen waarom dat aantal ook niet voor de
commissie voor de beroepschriften geldt.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Wij steunen
het door de heer Visser ingediende voorstel, want wij vin
den dat de commissie voor de beroepschriften voor wat
haar aantal leden betreft toch wel erg uit de toon valt in
vergelijking tot alle andere commissies. De voorgestelde
verandering lijkt ons een zeer kleine ingreep.
De VOORZITTER: Het college meent dat er op dit mo
ment geen reden is om de Verordening op de commissie
voor de beroepschriften te wijzigen.
Het voorstel van de heer Visser wordt hierna in stemming
gebracht en verworpen met 17 tegen 9 stemmen.
Tegen hebben gestemd de leden: Van Poppelen, Blaauw,
Menne, Oldenboom, Verheus, Plomp, mevrouw Greef-
horst-Van Overdam, Ebbers, Bolhuis, Beijen, Onderdelin-
den, Van Logtenstein, mevrouw Blommers-Biezeno, Hoek
stra, Stam, mevrouw Korthuis-Elion en Storimans.
Voor hebben gestemd de leden: mevrouw Van Gelder-
Cornelissen, Goote, Jonker, mevrouw Tomassen-Hols
heimer, mevrouw Allard-Knol, Visser, mevrouw Van
Stiphout-Croonenberg, Gerth en Nuijten.
Voorstel tot het benoemen van leden van de commissies
ex artikel 61 en 62 van de gemeentewet.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter!
Met betrekking tot de commissie culturele zaken heeft
mevrouw Van Gelder gezegd dat zij de voor haar fractie
gestelde kandidaat terugtrekt, hetgeen betekent, dat de
heer Goote geen kandidaat meer is. Dan blijven er nog
vier kandidaten voor drie plaatsen over. Ik weet niet of
het mogelijk is door onderling overleg te bereiken dat
nog iemand zich terugtrekt. Indien dat niet het geval is,
zal er een stemming moeten plaats vinden.
De VOORZITTER: Voor alle duidelijkheid zij opge
merkt dat er van die vijf kandidaten maar twee mogen
overblijven en geen drie.
De heer VISSER: Dat mag niet van mevrouw Korthuis,
maar dat mag van ons wel.
De VOORZITTER: Ik wil nu even duidelijkheid. De
commissie bestaat uit drie raadsleden, maar gezegd is,
dat de wethouder van culturele zaken voorzitter zal
worden. Dan blijven er nog maar twee raadsleden over
die lid van de commissie kunnen worden.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Er waren
in de commissie culturele zaken nu drie raadsleden en
mevrouw Van Stiphout was adviserend lid.
De VOORZITTER: Dat was wat anders; zij was geen
lid van de commissie. In de verordening wordt gesproken
over drie raadsleden en mevrouw Van Stiphout is ook
raadslid. Wanneer mevrouw Van Stiphout de portefeuille
culturele zaken krijgt is er een raadslid extra in de com
missie.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter' Om de zaak
wat eenvoudiger te maken is D'66 wel bereid om haar
kandidaat - mevrouw Allard - voorlopig terug te trekken.
Mevrouw Allard is wel bereid om zolang als adviserend
lid op te treden.
De VOORZITTER: Dan gaan mevrouw Allard-Knol en
de heer Goote van deze lijst af, maar dan hebben wij nog
altijd drie raadsleden. Volgens de oude verordening moe
ten er twee overblijven, omdat het derde raadslid in de
commissie de portefeuillehouder zal worden. W anneer
het anders zou lopen, komen wij de volgende keer weer
terug voor een r aadslid.
COMMISSIE ALGEMENE BESTUURSZAKEN.
Tot leden dezer commissie worden benoemd mevrouw
J.W.D.P, van Gelder-Cornelrssen, mevrouw J. Greefhorst-
Van Overdam, de heer H M. Jonker, mevrouw E. Kort
huis-Elion en de heren R.A. van Logtenstein, A. Onder-
delinden en J, Visser, allen met algemene (26) stemmen.
Mevrouw Van Gelder-Cornelissen, mevrouw Greefhorst-
Van Overdam, de heer Jonker, mevrouw Korthuis-Elion
en de heren Van Logtenstein, Onderdelinden en Visset
verklaren desgevraagd deze benoeming te aanvaarden.
11