verzekerd dat het gevraagde krediet voldoende is om het gebouw in een behoorlijke staat te brengen. De heer Visser heeft er terecht op gewezen dat wij hierbij te maken hebben met een belangrijk stuk ach terstallig onderhoud. In de afgelopen tien jaar is slechts het hoogst noodzakelijke onderhoud verricht, bijvoorbeeld wanneer zich lekkages voordeden of wanneer in het kader van de brandpreventie maatre gelen moesten worden genomen. Voor de rest is er niets aan het gebouw gebeurd. De kwestie van de prioriteiten is voor de heer Bolhuis als nieuw raadslid misschien een beetje moeilijk te be oordelen. Vorig jaar heeft de raad bij het aanvaarden van de cultuurnota een aantal doelstellingen geaccep teerd. Die zijn bij de begrotingsbehandeling nog eens herhaald. Daarbij is het college gevraagd ten spoedig ste met een kredietaanvraag voor het opknappen van het Artishockgebouw te komen. Dat had op dat mo ment dé prioriteit. De heer Jonker kan ik zeggen dat, wanneer gedacht werd aan een cultureel centrum, het nimmer de be doeling is geweest daarin een creativiteitsinstelling on der te brengen. Een andere huisvesting voor Artishock is - althans in de afgelopen raadsperiode - nimmer in het college of in de raad aan de orde geweest. Met de opmerking van de heer Jonker in verband met de ontwikkeling van Artishock ben ik het niet eens. Uit die ontwikkeling heeft hij echter in ieder geval kunnen zien dat een actiegroep kan uitgroeien tot een groot en positief goed voor de gemeenschap. De heer Visser heeft gevraagd Artishock hulp te bie den als zich tijdens de verbouwing ruimtelijke proble men voordoen. Met het bestuur van Artishock is afge sproken, dat wij bij een en ander zoveel mogelijk hulp zullen bieden. Waarschijnlijk bestaat de mogelijkheid de betrokken problemen inderdaad op te vangen. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Ik merk dat mijn woorden wat misverstanden hebben opge roepen. Ik heb geprobeerd een tijdsbeeld te schetsen door aan te geven hoe indertijd tegen Artishock werd aangekeken. Ik heb persoonlijk helemaal geen moeite met actiegroepen. Ik vind dat die heel goed en nuttig werk kunnen doen. Soms kunnen ze ook wel eens wat lastig zijn, maar dat behoort gewoon bij de democra tie. Ik meen dat destijds van de kant van Artishock - mijn fractiegenoot in die tijd was daar een levend voorbeeld van - goede ideeën naar voren zijn gebracht, ook al zagen de betrokkenen er in de ogen van de toenmalige raadsleden wat anders uit dan men gewend was. Ik heb daar persoonlijk geen enkel bezwaar tegen. Ook met vrijetijdskleding, spijkerbroeken e.d., heb ik persoonlijk geen enkele moeite. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot verkoop van een perceeltje grond nabij de Industrieweg te Soest aan Lebon en Visser N.V. te Soest. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Voorstel tot verkoop van een perceel grond, gelegen aan de Laanstraat te Soest aan de heer D. Vogel te Soest. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! De onderhavige grond had tot bestemming: weg. Is die weg aan de openbaarheid onttrokken? In de grond zijn kabels en leidingen gelegen. Ten aan zien daarvan is er sprake van een erfdienstbaarheid. Houdt dit in dat er op de grond absoluut niet gebouwd mag worden? Tenslotte: wat laat het betreffende bestemmingsplan op de onderhavige plaats toe? Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Op de betreffende grond mag inderdaad niet gebouwd wor den. De weg is aan de openbaarheid onttrokken. Het bestemmingsplan laat ter plaatse niets toe. Wij kun nen in de bepalingen opnemen dat op het perceel uit sluitend een houtopstand (tot een meter of anderhalf) mag groeien. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot verkoop van grond aan de PUEM, gelegen aan de Kerklaan te Soesterberg, ten behoeve van de bouw van een trafostation voor de aldaar gelegen sportvelden. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. Voorstel van de Commissie voor de Beroepschriften tot het nemen van een beslissing op het beroep, inge steld door de heer J.G. van Rouwendaal te Soest. De VOORZITTER: Dames en heren! Met betrek king tot de behandeling van dit punt hebben wij te ma ken met een kleine moeilijkheid. Het beroep is behan deld door de commissie voor de beroepschriften uit de vorige raad. Die commissie bestaat derhalve nu niet meer. Er zijn echter wel twee leden uit de vorige com missie voor de beroepschriften in ons midden aanwe zig. Ik zou daarom willen vragen of één van die twee het voorstel van de commissie voor de beroepschriften wil toelichten. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit ter! Ik moge dan ter toelichting van het voorstel van de commissie voor de beroepschriften het volgende naar voren brengen. Ook de commissie is vanzelfspre kend van oordeel dat wij zuinig moeten zijn op ons landelijk gebied. Het gaat hier om een uniek plekje. Het enige dat daar het landschap verstoort, zijn de bij de betrokken woningen staande bouwvallen. Volgens de voorschriften van het bestemmingsplan Landelijk Gebied mag daar niet zo veel gebouwd worden als de heer Van Rouwendaal vraagt. In zijn nader uitgebrach te notitie stelt het college zelf, dat het mogelijk is toe stemming te verlenen voor het oprichten van een bij gebouw van 30 m2. Ik zou er in ieder geval voor willen pleiten de heer Van Rouwendaal de gelegenheid te ge ven de bouwvallen te vernieuwen tot het maximaal mo gelijke aantal vierkante meters. Het is zaak dat de thans aanwezige gevaarlijke bouwvallen verdwijnen. Dat kan het aanzien van het landelijk gebied alleen maar ten goede komen. De VOORZITTER: Dames en heren! Burgemeester en wethouders staan op het standpunt dat voorschrif ten voorschriften zijn. Zij delen in hun nader uitge brachte notitie echter mede dat zij eventueel vrijstel ling kunnen verlenen tot een maximum van 30 m2. Dat houdt inieder geval in dat het beroep van de heer Van Rouwendaal ongegrond dient te worden ver klaard. Daarbij kan de raad niet verder gaan dan het college te verzoeken om na te gaan hetgeen er op grond van de vrijstellingsmogelijkheid voor de heer Van Rouwendaal wél zou kunnen worden gedaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 230