Nr. 3 Soest, 19 oktober 1978 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 19 oktober 1978 te 19.30 uur. VOORZITTER de heer G.A.W.G.A. Plomp, wethouder, loco-burgemeester. SECRETARIS de heer mr. J.M. Kruitwagen. Tegenwoordig de leden: mevrouw J. Allard-Knol, W.A. Blaauw, G. Beijen, mevrouw A. Blommers-Biezeno, A. Bol huis, J.J. van den Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, H. Gerth, HJ. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, D. Hoekstra, H.M. Jonker, me vrouw E. Korthuis-Elion, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, J.G. Nuijten, G.H. Oldenboom, A. Onderdelinden, J.R. van Poppelen, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, mevrouw A.D. Tomassen-Holsheimer, C. Verheus en J. Visser. Afwezig met kennisgeving het lid: G. Stam. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met ge bed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de heer Stam. 36 Notulen van de raadsvergaderingen van 15 juni, 3 augustus, 17 augustus, 1 september en 5 september 1978. Deze notulen worden achtereenvolgens zonder discus- cussie en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 37 Ingekomen stukken. a. Brief d.d. 30 augustus 1978 van de voorzitter van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State met het verzoek verweer te leveren terzake van het door H.C. van Dongen te Soesterberg bij de Afdeling Recht spraak ingestelde beroep tegen de ongegrondverklaring door uw raad van het beroep tegen de geweigerde bouwvergunning ten behoeve van een schutting op per ceel De Brik 2 te Soesterberg, met het voorstel om het verweerschrift vast te stellen. De heer NUIJTEN: Mijnheer de voorzitter! Onze frac tie heeft bezwaar tegen de zin aan het slot van het verweerschrift, luidende: „Het algemeen belang verzet zich er met name tegen dat de heer Van Dongen wordt toegestaan over de volledige lengte van het erf een schutting te hebben." Juist de Raad van State lijkt ons niet zo gevoelig te zijn voor pure kretologie. Het begrip „algemeen be lang" moet naar onze mening meer inhoud worden gegeven, hetgeen maar op één manier kan, nl. door een oplossing te zoeken die eerst en vooral de betrokkene recht doet. Dat is mogelijk als aan twee voorwaarden wordt voldaan: - het uitzicht van de overburen van de heer Van Don gen mag niet werkelijk worden belemmerd; - het uitzicht van de heer Van Dongen op het direct voor zijn neus geparkeerde blik moet worden wegge nomen. Wij menen dat aan beide voorwaarden kan worden voldaan als de heer Van Dongen in de gelegenheid wordt gesteld het achterste deel van zijn schutting te verlagen tot circa één meter. Indien het college in de ze exceptionele situatie een dergelijke oplossing zou toestaan - en daarbij blijft het uitzicht van de overbu ren aanzienlijk vrijer dan nu het geval is - dient dit het algemeen belang pas echt en krijgt deze term inhoud. Als het college de bereidheid uitspreekt in deze zin met betrokkene in overleg te treden, kan mijn fractie met het verweerschrift instemmen, uiteraard afgezien van de door mij gewraakte passage. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! Wij menen toch dat hier het algemeen belang duidelijk aan de orde is. Wij hebben met de bewoners van Eg- ghermonde I overleg gepleegd, waarna wij tot de con clusie zijn gekomen die in het verweerschrift is ver woord. Wij menen dan ook dat hier sprake is van al gemeen belang dat zich verzet tegen hetgeen de heer Van Dongen zelf wenst. De heer NUIJTEN: Mijnheer de voorzitter! Ik ben het in principe wel eens met de opmerking van wet houder Menne. Wel gaat het hier om een exceptionele situatie. De heer Van Dongen is praktisch de enige in de hele buurt die de auto's pal op zijn tuin geparkeerd krijgt. Ik kan mij voorstellen dat hij zich daaraan we zenloos ergert vooral als hij 's zomers op zijn terrasje zit. In deze bijzondere situatie zal ik dan ook graag zien dat meer overleg wordt gepleegd dan nu het ge val is geweest. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! Ik moet herhalen dat overleg met de bewoners van de gehele buurt heeft plaats gevonden; zij kennen de buurt ook het beste. Ik wil dan ook vasthouden aan de con cept-brief. De VOORZITTER: Bovendien is de zaak op dit mo ment al in behandeling bij de Raad van State; daaraan kunnen wij nu niets meer doen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De leden van de fractie van Progressief Soest verkrij gen op hun verzoek aantekening in de notulen dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. b. Brief d.d.. 17 augustus 1978 van de heer A. Vree te Soest inzake de opslag van auto's achter de percelen Stadhouderslaan 57 en 59 met het voorstel deze te beantwoorden overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief. De VOORZITTER: Dames en heren! Onlangs heeft ons nog de volgende brief van de heer Vree bereikt: „Bij deze deel ik u mede dat de kwestie, waarover ik de raad van uw gemeente bij schrijven van 17 augus tus 1978 heb ingelicht, door de heer G. Stam en mij in onderling overleg in den minne geregeld is. Ik ver zoek u voornoemde brief niet in de gemeenteraad te behandelen." Met het oog hierop stelt het college u voor dit punt verder als afgedaan te beschouwen, Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. c. Brief d.d. 14 september 1978 van de heer J. van Peperstraten, houdende een klacht, met voorstel deze brief te beantwoorden overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief. De VOORZITTER: Dames en heren! U hebt op uw tafels aangetroffen een gewijzigde ontwerp-antwoord- brief. Deze is ontstaan nadat de heer Jonker vanmor gen heeft laten weten dat de redactie van de oorspron kelijke ontwerp-antwoordbrief zijns inziens niet hele maal juist was. Met het oog hierop heeft het college dan ook een nieuwe antwoordbrief opgesteld, over eenkomstig de suggesties van de heer Jonker.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 234