Nr. 4 Soest, 16 november 1978
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 16 november 1978 te 19.30
uur.
VOORZITTER De burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS De heer mr. J.M. Kruitwagen.
Tegenwoordig de leden: mevrouw J. Allard-Knol, G. Beijen,
W.A. Blaauw, mevrouw A. Blommers-Biezeno, A.Bolhuis,
J.J. van den Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw J.W.D.P. van Gel-
der-Cornelissen, H. Gerth, H.J. Goote, mevrouw J. Greef-
horst-Van Overdam, D. Hoekstra, H.M. Jonker, mevrouw
E. Korthuis-Elion, R.A. van Logtenstein, J.L, Menne, J.G.
Nuijten, G.H. Oldenboom, A. Onderdelinden, J.R. van Pop-
pelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg,
P.L.J.M. Storimans, mevrouw A.D. Tomassen-Holsheimer,
C. Verheus en J. Visser.
Afwezig met kennisgeving het lid: G.A.W.G.A. Plomp.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is in
gekomen van de heer Plomp wegens verblijf in het buiten
land.
48 Ingekomen stukken.
a. Afschriften van de processen-verbaal als bedoeld in de
artikelen M 6 en N 22 van de Kieswet met betrekking
tot de op 11 oktober 1978 gehouden stemming ter
verkiezing van de leden van de Wijkraad Soesterberg.
Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving.
b. Brief d.d. 8 augustus 1978 van mevrouw E. Joosten,
houdende klachten over de onderhoudstoestand van de
door haar gehuurde grondbedrijfwoning Veldweg 14,
met het voorstel deze te beantwoorden overeenkomstig
de ter inzage gelegde ontwerp-brief.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter!
Ik ben het helemaal eens met de inhoud van de ont-
werp-antwoordbrief. Het verheugt ons dat de klach
ten van mevrouw Joosten met betrekking tot de door
haar bewoonde woning zullen verdwijnen, omdat de
woning wordt opgeknapt.
Wij betreuren het dat een burger zich tot de raad moet
wenden om enkele kleine dingen voor elkaar te krij
gen. Ik meen dat hetzelfde resultaat ook had moeten
kunnen worden bereikt wanneer mevrouw Joosten de
normale weg had bewandeld; het moet toch niet no
dig zijn dat een en ander pas gebeurt nadat er aan de
raad is geschreven.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitter! Bij de ter inzage gelegde stukken lag de
correspondentie van het college met de directeur van
gemeentewerken. In het advies van de directeur ge
meentewerken wordt opgemerkt: „Vernieuwing van
de dakbedekking van de platte daken zal na 1980 nood
zakelijk blijken". In dit verband verzoek ik het college
de ontwerp-antwoordbrief aan te vullen met de volgen
de zin: „In 1980 zal de nodige reparatie aan het dak
worden verricht".
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De
heer Van den Brakel zal uit de correspondentie heb
ben begrepen dat er aan het betrokken huis reeds af
en toe iets is gedaan.
Niemand kan mevrouw Joosten verbieden zich tot de
raad te wenden, maar zij had dat natuurlijk niet behoe
ven te doen. Zij is vroeger wel bij mij op het spreekuur
geweest en vandaar dan ook dat eriëeds bepaalde din
gen zijn gebeurd. Wat mij betreft had mevrouw Joos
ten geen brief aan de raad behoeven te schrijven; zij
had ook aan het college kunnen schrijven of zij had
mij tijdens het spreekuur kunnen bezoeken. Men moet
dan ook niet denken dat mevrouw Joosten tenslotte
maar aan de raad heeft geschreven, omdat zij niet werd
geholpen.
De heer VAN DEN BRAKEL: Het heeft allemaal wel
een beetje lang geduurd!
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw Tomassen heeft
erop gewezen dat in het rapport van de directeur ge
meentewerken over het platte dak wordt opgemerkt,
dat vernieuwing na 1980 noodzakelijk zal blijken. Ik
geloof niet, dat dat thans reeds in de aan mevrouw
Joosten te zenden brief moet worden medegedeeld;
die zaak houden wij natuurlijk wel in de gaten. De
brief van de directeur gemeentewerken blijft bestaan.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Ik zou het
toch prettiger vinden wanneer dat zinnetje wordt op
genomen, want dan kan mevrouw Joosten in 1980 re
kening met die reparatie houden. De dienst gemeente
werken vergeet het misschien en dan krijgt mevrouw
Joosten lekkages.
Wethouder HOEKSTRA: Zo is het niet; de dienst ge
meentewerken vergeet dat niet. De brief komt tegen die
tijd wel weer te voorschijn en dan zal worden bekeken
hoe de toestand van het dak is. Ik geloof niet dat reeds
bij voorbaat in de brief moet worden vermeld, dat vol
gend jaar het dak zal worden vernieuwd. Een en an
der staat zwart op wit in een rapport van de dienst ge
meentewerken en het gestelde loopt niet weg.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Maar ik heb
het ook niet over volgend jaar, maar over 1981; in het
advies wordt immers gesproken over „na 1980". Ik
denk dat dat dak in 1981 echt wel zal moeten worden
vernieuwd.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: In de
commissie algemene bestuurszaken is afgesproken dat
wij wijzigingen in ontwerp-brieven schriftelijk zouden
doorgeven. Dat zou misschien wel gemakkelijker zijn
geweest.
De VOORZITTER: Dat was inderdaad afgesproken.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Het gaat maar
om één zinnetje en dat lijkt mij niet zo moeilijk.
De VOORZITTER: Ik stel voor om dat zinnetje niet
toe te voegen.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld,
c. Brief d.d. 16 oktober 1978 van de Wijkraad Soes
terberg inzake het recreatieterrein Leusderheide met
het voorstel deze brief voor kennisgeving aan te ne
men.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
De wijkraad moet advies uitbrengen; kan dat nog of
niet?
De VOORZITTER: De wijkraad zou geen advies meer
kunnen uitbrengen. De wijkraad heeft alsnog een brief
geschreven; in die brief wordt nogmaals de hele pro
blematiek over het openstellen van de Leusderheide als
recreatiegebied onder onze aandacht gebracht. De wijk-
43