Mevrouw KORTHUIS-ELION: Met name ten aanzien van het winkelbestand. De VOORZITTER: Het college begrijpt dat niet. Uw vrees komt neer op het niet voldoende aanwezig zijn van mankracht In feite zullen wij, wanneer de raad besluit die drie gebouwen uit te lichten, morgen een clubje mensen aan het werk moeten zetten om met al ternatieve lokaties te komen voor die drie gebouwen. Dat is één procedure. De andere procedure omvat het enigszins aanpassen van fase II, omdat fase I is ge schrapt. Het college begrijpt niet dat die beide proce dures elkaar kunnen bijten. De heer VISSER: Dat begrijp ik ook niet, maar me vrouw Korthuis wil gerustgesteld worden. Het lijkt mij voor het college niet zo'n probleem om aan haar wens tegemoet te komen. Wij willen die drie gebou wen uit de procedure lichten, zoals dat ook door de lijsttrekkers in augustus jl. is afgesproken. De VOORZITTER: Er wordt gesproken over het in principe uit de procedure lichten. Mogen wij daaruit begrijpen, dat u tegen het college zegt: Ga morgen maar aan het werk met het bedenken van alternatieve lokaties voor die drie gebouwen, leg die alternatieve lokaties over een x-aantal weken of maanden aan de raad voor en ga tegelijkertijd werken aan een voorstel over fase II. Dat zijn toch twee verschillende dingen? Of begrijp ik dat niet goed? Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Die dingen zijn onzes inziens niet verschillend. De VOORZITTER: Waarom niet? Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Fase II wordt gewijzigd. De VOORZITTER: Een beetje, maar niet zo erg veel. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: De grote angst, dat bepaalde zaken niet aan de orde komen. Hoe worden het verkeerscirculatieplan en het winkel bestand ingepast? De VOORZITTER: In de procedure van fase II. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Die één of twee maanden op al die jaren maken niet zoveel uit en daarom vinden wij dat wij niet plotsklaps vandaag een beslissing moeten nemen. Natuurlijk houden wij ons aan wat is afgesproken tij dens het partij-overleg, maar de burger heeft ook recht op inspraak en begeleiding. De VOORZITTER: Het college wil graag begrijpen wat de raad bedoelt. Gesteld wordt dat men in princi pe die drie gebouwen uit de procedure wil halen. Wat betekent „in principe?" De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Er wordt gesproken over „eruit lichten", maar wij weten niet precies waaruit. De procedure waaruit die drie gebou wen worden gelicht staat immers zelf nog op de hel ling; die procedure wordt nog gewijzigd. De VOORZITTER: Een beetje. De heer JONKER: Een aantal mensen heeft het daar mede moeilijk. Zij zeggen niet te weten hoe de nieuwe fase II er zal uitzien Daarom acht men het wenselijk om aan het uitlichten van die drie gebouwen een be paalde restrictie te verbinden. Voor ons is het een duidelijke zaak, dat het uitlichten van die drie gebouwen uit de te wijzigen fase II hele maal niet betekent dat er geen terugkoppeling op de bevolking meer zou behoeven plaats te vinden. De VOORZITTER: Dat hebben wij ook niet gezegd. De heer JONKER: Daarover wil ik geen enkel misver stand laten bestaan. Geval voor geval zal moeten wor den bekeken. Het postkantoor zal wellicht naar het industrieterrein kunnen (de loketten blijven dan gewoon op de huidige plaats, want het gaat natuurlijk om dat gedoe met die auto's) en het bepalen van die lokatie zal waarschijnlijk gemakkelijker zijn dan het bepalen van de lokatie van het gemeentehuis. Het zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren dat wordt voorgesteld het gemeente huis op de Eng te situeren (hetgeen ik overigens niet wil). De VOORZITTER: Daar praten wij later over, nl. bij de alternatieve lokaties. De heer JONKER: Aan de hand van de alternatieve lo katies vindt er terugkoppeling op de bevolking plaats. De VOORZITTER: Voor die drie gebouwen zullen wij eventueel een aparte procedure moeten bedenken. Het college komt met alternatieve lokaties. De raad kan één van die lokaties kiezen, maar de raad kan ook zeg gen, dat met betrekking tot één van die gebouwen een (heel erg snelle) procedure in gang moet worden gezet. Daarnaast wordt in fase II per vraagstuk een korte en duidelijke analyse gemaakt van de mogelijke oplossin gen en de voor- en nadelen daarvan. Dat kan gebeuren voor het winkelbestand en de verkeersstructuur. Voor die drie gebouwen komt er echter een aparte procedu re. Vandaar dat ik vraag of wij nu morgen een aantal mensen aan het werk kunnen zetten; deze mensen in terne of externe mensen - zullen moeten gaan denken over alternatieve lokaties voor die drie gebouwen, ter wijl zij bovendien een aangepaste procedure voor fa se II moeten voorbereiden. Is het nu duidelijk of nog niet? De heer VAN DEN BRAKEL: Ja; wij zijn het met el kaar eens. De VOORZITTER: Dat is het dus. U zegt dus: Colle ge begin morgen met het voorbereiden van alternatie ve oplossingen voor die drie gebouwen en begin tege lijkertijd met de wijziging van fase II, betrekking heb bend op de overige problemen in Soest (genoemd in ons voorstel, nl. de onvrede over het winkelapparaat en de afwikkeling van het lokale en het interlokale verkeer). De heer VISSER: Prima. De VOORZITTER: Wanneer wij het daarover alle maal eens zijn, is het leven niet zo moeilijk meer. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Het is misschien erg dom van mij, maar ik overzie niet goed wat de consequenties zijn voor die andere knelpunten. Volgende week hebben wij een vergade ring van de commissie voor ruimtelijke ordening en wanneer het dan allemaal zo duidelijk is, kunnen de zaken wellicht tijdens die commissievergadering op een rijtje worden gezet. Er zullen nu lokaties worden gezocht voor die drie gebouwen. Worden er tegelijker tijd oplossingen bedacht voor de andere knelpunten (onder andere het winkelbestand?) Ik wil niet dat het één achterblijft bij het ander. De VOORZITTER: Wij gaan doen wat wij in fase II zouden doen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Kan de wethouder dat precies verwoorden? De VOORZITTER: Een korte en duidelijke analyse maken van de vraagstukken, maar dat is wat anders dan het maken van lokaties voor drie gebouwen. Ik vind het zo duidelijk als wat. 62

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 269