gen, nl. dat op de langere termijn de bomen wel weer tot in de hemel zullen groeien. Dat zie ik niet zo zitten en uw woorden vind ik dan ook niet zo verstandig. Wethouder PLOMP: Ik meen dat wij nu te theoretisch aan het discussiëren zijn. Ik heb in eerste termijn gezegd dat iedereen het liefst alleen in zijn eigen huis woont en tot nu toe is die situatie aan de Bosstraat ook steeds aanwezig geweest. Nu zitten wij in een wat moeilijker financiële situatie en dan moet het onzes inziens mo gelijk zijn dat men bij elkaar velden leent. Dit houdt niet in dat ons voor ogen staat dat dit ook op de lan gere termijn zo moet blijven. Wij zouden hierover nog uren kunnen bakkeleien, maar het zal nu wel duidelijk zijn wat ik heb bedoeld te zeggen. Met betrekking tot de organisatiestructuur heb ik al in eerste termijn aangegeven dat hierover in de sport bepaalde gedachten leven die ook naar voren zijn ge bracht. Het college is gaarne bereid met de sportwe- teld over deze organisatiestructuur te spreken. Wat de verhoging van de eigen bijdrage betreft, is al gezegd dat wij hierover nu maar niet in details moeten treden. Het passe-partout is bedoeld om de bijdragen die de verenigingen betalen, onderling op elkaar af te stemmen. Het kan ook gebruikt worden als instrument om de totale eigen bijdrage die uit de sportwereld zelf komt, te verhogen. Nu zijn wij echter bezig om de on derlinge afstemming van de bijdragen van de vereni gingen tot stand te brengen, hetgeen voor sommige verenigingen al de nodige extra kosten oplevert. Mede met het oog hierop mag in eerste instantie niet zóveel verwacht worden op dit punt. Dat mag men niet zien als een wat defaitistische houding van het college. Wij moeten nu nl. eerst de onderlinge afstemming van de bijdragen op elkaar regelen en kunnen dan met voor stellen komen inzake de totale eigen bijdrage van de sportwereld. Nu zijn wij nog niet zo ver en willen wij de eigen bijdrage die volgend jaar uit de sportwereld zal komen met het passe-partout, even hoog laten zijn als zonder passe-partout het geval zou zijn. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil nog in gaan op de vraag van de heer Visser op welke wijze de raad de begroting van de sportstichting zou kun nen goedkeuren. Wij kunnen u alleen voorstellen de begroting van de sportstichting goed te keuren tot het oorspronkelijk daarin geraamde totaalbedrag. Van het dagelijks bestuur van de sportstichting hebben wij de begroting gekregen zoals wij die u ook hebben voor gelegd. De deelnemersvergadering is nogal laat gehou den en heeft in meerderheid de begroting weliswaar vastgesteld, maar onder toevoeging van een behoor lijk bedrag. Wij stellen u nu echter voor de indertijd aangeboden begroting goed te keuren. Wanneer de raad daartoe besluit zullen wij dat de sportstichting laten weten en dan zal men intern bij de sportstich ting zelf moeten nagaan wat er zal moeten gebeuren. De deelnemersvergadering stelt formeel de begroting vast, maar het tekort van de sportstichting moet wel door de gemeente worden gedragen. De heer JONKER: Het zal allemaal best voor elkaar komen, want volgens de wethouder is het allemaal pais en vree en heerst er een goede sfeer! De VOORZITTER: Ja, dat klopt. Ik meende even een wat sarcastische toon bij de heer Jonker te horen, maar ik heb samen met de wethouder een bespreking gehad met het bestuur van de sportstichting en daarbij is mij gebleken dat de gesprekken bijzonder plezierig en constructief verlopen. Het dagelijks bestuur van de sportstichting - ik spreek dus nu niet over de deelnemers vergadering - beseft best dat de begroting niet hoger kan worden gesteld. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: U bent nog niet ingegaan op de opmerking dat het bedrag dat in de motie van de deelnemersvergadering wordt ge noemd, precies het in het ontwikkelingsplan opgeno men bedrag is. De VOORZITTER: Hetgeen wij in het ontwikkelings plan aan investeringen hadden opgenomen, hadden wij graag ook in de praktijk gebracht. Aangezien echter onze financiële mogelijkheden, niet alleen voor de sportsector, maar ook voor allerlei andere sectoren, heel anders zijn komen te liggen, is dit nu niet meer haal baar. Gisteren hebben wij ook uitgebreid gesproken over beleidsplan, prioriteiten en bijstellingen. Men kan dit zien als een bijstelling - helaas overigens - van het ontwikkelingsplan. Als wij volgend jaar de budgetme thode zouden invoeren, zoals mevrouw Greefhorst heeft bepleit, zou de situatie trouwens nóg erger wor den. In ieder geval is het duidelijk dat wij nu ten aan zien van de sport niet kunnen voldoen aan de verwach tingen die in het ontwikkelingsplan naar voren zijn ge bracht. Dat komt nog concreter naar voren als wij zouden beginnen met de budgetmethode. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Inzake de organisatiestructuur heeft de wethouder gezegd dat dit met de sportwereld zal worden besproken. Dat is op zichzelf een goede zaak, maar het is mijns inziens niet voldoende. Het gaat hier om een bestuurlijke aangele genheid en dit punt zal dan ook in de commissie alge mene bestuurszaken aan de orde moeten komen. Ik zal graag een toezegging hierover krijgen. De VOORZITTER: Wij zullen dit met beleid trachten te benaderen, want er zitten een aantal zaken aan vast die ook nog eerst met allerlei instanties en organisaties die erbij zijn betrokken, moeten worden besproken. Er wordt nu overigens terecht achter de collegetafel opge merkt dat dit punt dan zou moeten worden besproken in de commissie personeelszaken en organisatie. De begroting van de stichting voor lichamelijke opvoe ding en sport wordt zonder hoofdelijke stemming voor lopig vastgesteld. De bij dit punt aan de orde gestelde ingekomen stuk ken worden zonder hoofdelijke stemming voor kennis geving aangenomen. De begroting van de gemeentelijke sociale dienst wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming voor lopig vastgesteld. Aan de orde is de hoofdstuksgewijze behandeling van de begroting der inkomsten en uitgaven voor het jaar 1979. Hoofdstuk II, Algemeen beheer. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Het maken van de raadsverslagen in de huidige vorm is zeer omvangrijk en heeft logischerwijze tot gevolg dat de kosten voor het maken van deze verslagen hoog zijn. Onze fractie vraagt zich af of het noodzakelijk is dat de verslagen in de huidige vorm worden gemaakt. Weet u soms een methode welke eenvoudiger is en waarbij toch aan de te stellen eisen wordt voldaan? In andere gemeenten schijnt men een dergelijke methode wel te hebben gevonden. De bijdrage aan het IAM is hoog. In verschillende ver gaderingen van de commissie financiën is tot uiting ge komen dat men over het geleverde werk niet altijd te- 122

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 329