sitieve van het orgaan is mijns inziens dat door ambte lijke werkgroepen een aantal rapporten worden gemaakt die intergemeentelijk zeer goed bruikbaar zijn. Dit is het belangrijkste en de rest stelt niet veel voor. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Onze fractie steunt ten volle het idee van een ver eenvoudigde en m eer zakelijke opzet van de raadsver- slagen. Wij zullen daar graag nader over spreken. Ik ben voorts blij dat u in antwoord op een vraag van de heer Verheus hebt gezegd dat een commissie mede zeggenschap in de maak is. U zult zich herinneren dat ik diezelfde vraag in het afdelingsonderzoek en in de raadsvergadering heb gesteld en dat wethouder Hoek stra toen categorisch heeft gezegd dat op geen enkele manier overleg zou kunnen plaatsvinden met ongeor ganiseerde ambtenaren. Ik ben blij dat het antwoord nu positiever is geweest. Wethouder HOEKSTRA: Mijn antwoord betrof toen het georganiseerd overleg. Ik heb ook gezegd dat wij verleden jaar nog even moesten wachten op de model verordening die toen in bespreking was in een centrale commissie. Die modelverordening is nu wel verschenen, maar dat betreft de medezeggenschapscommissies, niet het georganiseerd overleg. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat geldt in ieder ge val voor het gehele gemeentepersoneel, zodat op die ma nier ook de ongeorganiseerden erbij kunnen worden be trokken. De VOORZITTER: In de commissie personeelszaken is het model-reglement medezeggenschapscommissie besproken en de commissie personeelszaken heeft daar bij gekozen voor die mogelijkheid waarbij de ongeor ganiseerden zowel kunnen kiezen als gekozen kunnen worden. Dat was de ruimste mogelijkheid. Een voor stel hierover van de kant van het college kan men nu tegemoet zien. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ja, daar zijn wij erg blij mee. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik twijfel natuurlijk niet aan goede bedoelingen, maar ik heb in mijn betoog benadrukt dat de raad herhaaldelijk heeft verzocht om de zaak van voorlichting en inspraak aan te pakken. Met het oog hierop vind ik het tempo waar in een en ander nu wordt aangepakt, toch wel wat laag. De wethouder heeft hiervan in de commissie gezegd dat er een ambtelijke onderbezetting is, terwijl het ambtelijk apparaat toch het nodige voorbereidende werk moet verzetten. Dat is hetzelfde argument als wordt gebruikt ten aanzien van ruimtelijke ordening, maar daar wordt de ambtelijke capaciteit aangevuld door het inhuren van externe bureaus. Datzelfde zou men op dit punt ook kunnen doen. Ik zal het op prijs stellen als de wethouder eerst nog eens de commissie, bijvoorbeeld in februari, in de gelegenheid stelt om over de opzet en de grove lijnen te spreken. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! U hebt niet gesproken over de reorganisatie waar ik nog enke le opmerkingen over heb gemaakt. Moet ik uit uw stil zwijgen opmaken dat wij hierover in de eerstvolgende commissievergadering het nodige zullen horen? Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter' Met mijn vraag in de algemene beschou wingen hoe lang de winkeldochter Eemland nog op voorraad wordt gehouden, heb ik niet bedoeld te stel len dat wij het samenwerkingsorgaan meteen willen afbouwen. W el hebben wij de indruk dat het samen werkingsorgaan nu in een impasse verkeert. Wij hebben in het verleden verschillende pogingen ondernomen om dit weg te nemen, onder andere door middel van fractievorming in het orgaan, maar door andere ge meenten is dat niet geaccepteerd. Door de Kroon is ook nog steeds niet het besluit om het orgaan rechts persoonlijkheid te geven, goedgekeurd. Rapporten waar een gemeenschappelijke regeling uit voortkomt, hebben zeker wel zin, maar aan allerlei andere rappor ten moeten de ambtenaren enorm veel tijd en energie besteden zonder dat er iets uit komt. Ik kan mij nl. niet aan de indruk onttrekken dat een aantal aange sloten gemeenten deze rapporten toch op een vrijblij vende wijze willen behandelen, zonder enig gevolg. De heer EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik ben verheugd erover dat er nu een rapport zal komen over een reorganisatie van het IAM. ik wil hieraan echter nog niet direct conclusies over afbouw e.d. verbinden. Een gedeeltelijke afbouw, gecombineerd met samen werking met middenwest-Nederland, zal naar mijn in druk meer soelaas kunnen bieden, met name ook om dat in het verleden - dat is de diepere oorzaak van een en ander - het draagvlak voor het IAM te klein is ge kozen. Een samenwerking met middenwest-Nederland kan op dit punt een verbetering betekenen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik wil op merken dat wij beslist geen voorstanders zijn van af schaffing van het raadsverslag zoals dat nu wordt ge maakt. Het is over het algemeen heerlijk om na maan den en jaren nog eens te lezen wat iemand gezegd heeft en na te gaan wat er precies in een raadsvergadering is afgesproken. Het op het gemeentehuis komen luisteren naar een band lijkt mij een onoverkomelijke zaak. Misschien kan daaraan tegemoet worden gekomen door iedereen een band thuis te geven, maar dat zal waar schijnlijk nog duurder worden. Met het afschaffen van het gemeenteraadsverslag zullen wij dan ook zeker niet akkoord gaan. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben niet zo'n moeite met een voorstel uwerzijds om tot een wat zakelijker opzet van het raadsverslag te komen. Uiteraard zullen er wel bepaalde garanties moeten zijn. Als het bijvoorbeeld om een omstreden zaak gaat, lijkt het mij niet zo'n goede zaak dat iedereen naar de band moet gaan luisteren; zo'n gedeelte zou dan echter ook weer op papier uitgewerkt kunnen worden. Wij zien in ieder geval met vertrouwen een voorstel uwerzijds in de commissie algemene bestuurszaken tegemoet. De VOORZITTER: Dames en heren! Aangezien ten aanzien van het raadsverslag bij de meerderheid van de raad duidelijk het gevoelen leeft dat wij op dit punt een wat andere werkwijze zouden kunnen kiezen, zul len wij dit graag eens nader bekijken en ook informa ties inwinnen bij andere gemeenten. Dat laat overigens onverlet - ik heb er behoefte aan om dit te zeggen - dat wij enorm veel respect hebben voor de wijze waarop nu de notulen van de raadsvergaderingen worden gemaakt. Het komt immers maar zeer zelden voor dat er verbe teringen worden aangebracht en dan is het vaak dat het woordje „niet" moet worden toegevoegd of iets derge lijks. In het algemeen worden er bijzonder weinig aan merkingen op de raadsnotulen gemaakt en het is dan ook duidelijk dat de gemeenteraad op zichzelf bijzon der tevreden is met de huidige wijze van notulering. De heer VAN POPPELEN: Ik onderschrijf dit graag, mevrouw de voorzitter. Het is zeker niet mijn bedoe ling geweest om iets anders te stellen. 126

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 333