Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitter! Progressief Soest ziet met spanning de de
finitieve onderwijsnota tegemoet. Graag vernemen wij
van het college wanneer wij die kunnen verwachten. Er
is gezegd „in het voorjaar", maar dat is drie maanden
lang. Zal het februari, maart of april worden?
Verder lijkt het ons nuttig als het college ons binnen
kort een notitie kan doen toekomen over de oorzaken
van vernielingen aan scholen. Hierover kan contact
worden opgenomen met de gemeente Hilversum, waar
een nota is verschenen over deze problemen en waar
een commissie is ingesteld om oplossingen te zoeken
voor het voorkómen van vernielingen.
Kunnen wij ook initiatieven van het college verwach
ten voor het verbeteren van de verkeersveiligheid bij
de scholen aan de Smitsweg?
Zijn voorts initiatieven van het college te verwachten
voor het instellen van een commissie ex artikel 61
als beheersvorm voor openbare scholen? Zo er
plannen zijn, op welke manier denkt het college zo'n
commissie dan samen te stellen? Heeft het college
kennis genomen van het rapport van de ABOP over
deze kwestie en wat is zijn mening hierover? Als de
Albrechtschool vraagt om zo'n commissie in te stel
len, wil het college dan zijn medewerking hieraan ver
lenen?
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me
vrouw de voorzitter! Wij kunnen kort zijn over onder
wijs, omdat wij de langverwachte onderwijsnota nu
toch wel binnenkort zullen krijgen. Ik beperk mij
daarom tot enkele concrete vragen.
Op 17 augustus 1978 is door de raad het voorstel
aangenomen inzake twee systeembegeleiders. Onze
fractie was daar niet zo gelukkig mee; al die haast
vonden wij niet zo nodig en de ontwikkelingen op dit
punt zijn ook nog niet zo hoopvol. Is er inmiddels
duidelijkheid gekomen terzake?
De kwestie van de schoolbegeleidingsdienst verloopt
ook nog steeds moeizaam. Als ik het echter goed heb
begrepen, zou nu overeenstemming zijn bereikt over
de bestuurssamenstelling. Kunnen de besprekingen op
dit punt nu volgend jaar worden afgerond?
De tekorten op de rijksvergoedingen voor het onder
wijs nemen steeds verder toe. Is het college bereid, via
de hiervoor bestaande kanalen, zoals de VNG, nog eens
aan te dringen op bijstelling van die rijksvergoedingen?
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor-
ziter! Wat opmerkingen over het algemene onderwijs
beleid betreft, willen wij wachten totdat de onderwijs
nota aan de orde komt, in commissie en raad. Wel wil
len wij graag, juist om tot een goede behandeling van
deze onderwijsnota te komen, een bijgestelde leerlin
genprognose ontvangen. Er wordt gesproken over mo
gelijke leegloop van de scholen, met misschien wat
meer leerlingen in Soesterberg. Teneinde hierover dui
delijkheid te verkrijgen, zijn meer concrete gegevens
van belang.
Wij zien ook graag dat onderzoek wordt verricht naar
de alternatieven voor een schoolbioloog. In het alge
meen wordt gesproken over de schoolbioloog als dé
oplossing. Wij vinden echter, gezien de hoge kosten die
hieraan verbonden zijn, vooral de apparaatskosten en het
belang dat wij hechten aan natuureducatie voor een zo
groot mogelijke bevolkingsgroep, dus niet alleen de
schoolbevolking, dat er redenen zijn om alternatieven
te bekijken. Men kan daarbij denken aan een ambte
naar natuureducatie of aan het werk van de plantsoe
nendienst dat dit jaar weer is gestart, naast natuurlijk
het belangrijke werk van het IVN. Wij vragen dus om het
bekijken van andere mogelijkheden, wellicht ook geba
seerd op ervaringen in vergelijkbare gemeenten.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook ik wil
mij beperken tot het maken van enkele opmerkingen, in
afwachting van de onderwijsnota, aan de hand waarvan
wij op allerlei zaken dieper kunnen ingaan.
In augustus jl. hebben wij ons, zij het met enige kant
tekeningen, achter het voorstel geschaard om een be
drag beschikbaar te stellen voor de systeembegeleiders.
Het moest toen wel gaan met donder en geweld, om
het zo uit te drukken, met name met een korte voor
bereidingsprocedure. Daardoor hadden wij ook de in
druk, gezien de haast waarmee dit voorstel werd gepre
senteerd, dat op korte termijn de systeembegeleiders
zouden worden aangetrokken. Ik heb echter begrepen
dat hierop nu nog geen zicht is. Bovendien heb ik ho
ren verluiden dat het probleem niet zozeer zou zitten
in het punt van de functionele inpassing in de onder-
wijsadviesdienst Amersfoort, juist één van de zaken
die wij in augustus jl. als wenselijkheid naar voren heb
ben gebracht, maar vooral zou liggen bij de S.P.D. in
Baarn. Is dit juist en zo ja, wat is dan precies de aard
van de problemen met de S.P.D. in Baarn?
Wij pleiten al sinds jaar en dag voor de schoolbioloog.
Wij juichen het dan ook toe dat dit nu in bredere kring
is overgenomen, waarbij de fractie van D'66 zelfs met
een concreet voorstel is gekomen. Wij menen echter
toch dat dit punt niet uit de context van de onderwijs
nota moet worden gelicht en wij moeten dan ook nu
niet beslissen tot aanstelling van een schoolbioloog,
vooruitlopend op de behandeling van de onderwijsno
ta.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wat de
schoolbioloog betreft, mag er geen misverstand over
bestaan dat deze indertijd in het college met sympa
thie is besproken. Er is toen ook aan de verschillende
scholen en schoolbesturen gevraagd hoe men over de
aanstelling van een schoolbioloog denkt en de reacties
hierop zijn allemaal zeer positief geweest. Daarnaast
hebben wij een bezoek aan Zevenaar gebracht. Het is
echter bekend dat er naast de activiteiten die een school
bioloog eventueel zou kunnen verrichten, op dit ter
rein in Soest al het nodige wordt gedaan. De plantsoe
nendienst besteedt hieraan aandacht en ook buiten
schoolverband worden er door particulieren en het
I.V.N. veel activiteiten verricht om de kinderen het
nodige bij te brengen op dit terrein; daarmee zijn wij
ook bijzonder blij.
Het college heeft de schoolbioloog niet op de prioritei
tenlijst geplaatst. Dat neemt echter niet weg dat wij
op zichzelf de stelling onderschrijven dat een school
bioloog bijzonder nuttige diensten zou kunnen verrich
ten. Al eerder evenwel is bij deze begrotingsbehande
ling naar voren gekomen dat er altijd een spanning is
tussen wenselijkheden en mogelijkheden. Natuurlijk
zouden wij het liefste zien dat Soest een soort model
gemeente wordt. Dat is op zichzelf niet zo moeilijk te
bereiken, want men reist maar het land af en kijkt
waar het leukste te vinden is, hetgeen men dan ver
volgens ook in Soest invoert. Daarnaast echter moet
natuurlijk rekening worden gehouden met de kosten
van een en ander. Nu is in ieder geval de prioriteit niet
gelegd bij de schoolbioloog, temeer omdat er - ik heb
het al uiteengezet - op het terrein dat de schoolbio-
140