Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik kan hierbij nog mededelen dat men maandag jl. begon nen is met de bestrijding van deze overlast, Het werk wordt in drie fasen uitgevoerd hetgeen twee maanden zal kosten. Daarna is er nog een jaar garantie op de uitgevoerde werkzaamheden. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten over eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. g. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen - Accountantskan toor van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. h. Financieel verslag 1975/1976 van de Regionale Muziekschool Amersfoort en het daarover uitgebrach te accountantsrapport. Voorgesteld wordt het bestuur te berichten dat met de jaarrekening wordt akkoord gegaan en dat wordt verwacht dat aan de opmerking van de accountant wordt voldaan. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Het gaat hier om een zeer ernstige zaak. Wij geven onge veer f. 500.000,- subsidie aan deze instantie en dan mogen wij toch een redelijk gevoerde administratie verwachten. De accountant heeft de rekening afge keurd en ik ben dit, in mijn toch jarenlange ervaring met het beoordelen van accountantsrapporten, eigen lijk nog nooit eerder tegengekomen. De opmerkingen in het accountantsrapport liegen er dan ook niet om. Zo is er te veel betaald f. 3.000,-, is er te veel afge dragen f. 2.500,—, ontbreekt de aansluiting tussen de nota's en het aantal leerlingen, zodat eigenlijk niet eens bekend is waar het geld dat een aantal leerlingen heeft betaald, gebleven is, is een aantal factoren niet voldoende geautoriseerd, worden er mensen uitbe taald die geen aanstellingsbrief hebben, enz. Er zijn nog veel meer mogelijkheden voor echte malversaties dan in het rapport zijn geconstateerd en die zijn er misschien ook wel geweest; dat mogen wij althans wellicht aannemen. Ik zeg het met opzet met deze scherpte, omdat het ook zo gesteld wordt in het rap port van het accountantsbureau. Wat moeten wij hiermee nu eigenlijk aan? Wanneer zo iets zou voorkomen in het bedrijfsleven, zouden er personele consequenties voor de administrateur uit voortvloeien. Het accountantsrapport dateert van 22 november 1977; al meer dan een jaar geleden had men dus al maatregelen kunnen nemen en bij deze stukken had er ook al een begeleidend schrijven kun nen zijn, waarin puntsgewijs zou zijn behandeld welke maatregelen er waren genomen. Wordt bijvoorbeeld het te veel uitbetaalde geld alsnog ingevorderd? Over dat soort vragen lees ik niets in de stukken. In de commissie financiën is door onze vertegenwoor diger gesteld dat wij akkoord konden gaan met de stukken, onder een bepaalde voorwaarde. Wij willen dit echter nog aanscherpen. Wij gaan nu niet akkoord met het financieel verslag dat ook door de accountant niet is goedgekeurd. Wij willen dit verslag nu aanhou den en een stuk zien van het verantwoordelijke be stuur waarin puntsgewijs wordt aangegeven wat er wordt gedaan naar aanleiding van de opmerkingen van de accountant. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het betoog van de heer Oldenboom spreekt ons zeer aan. Overi gens is onlangs in de commissie financiën gezegd dat in alle organisaties en stichtingen waar veel geld om gaat, raadsleden zitting moeten hebben, liefst twee. De VOORZITTER: Die zitten er ook in. De heer VISSER: Ja, precies. Dat onderstreept mijn stelling dat het helemaal niet gegarandeerd is dat het een stuk beter gaat als er raadsleden bij zitten. Ik meen dat men-beter kan zoeken naar vakkundige goedwillende burgers, want in dit geval hebben raads leden het ook heel wat maanden laten voortsudderen. De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! De heer Visser meent het waarschijnlijk goed, maar zijn betoog spreekt mij toch niet zo aan. Ook raadsleden kunnen fouten maken. Beter is het dan misschien om echte ex perts daarvoor aan te trekken. Wij onderschrijven ove rigens volledig de woorden van de heer Oldenboom. Het is bijzonder erg wat hier is gebeurd, terwijl het nog erger is dat voorstellen voor verbetering niet aanwezig zijn. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Onze frac tie heeft geen behoefte om bij de behandeling van dit ingekomen stuk hierop uitgebreid in te gaan. In de commissie financiën is vrij uitvoerig gesproken over de ze op zichzelf ernstige zaak en ik heb toen gezegd dat wij met het stuk akkoord konden gaan, mits aan de opmerkingen van de accountant tegemoet zou worden gekomen. Overigens heb ik begrepen dat het aanstel len van een administrateur en het geven van een aantal taakuren aan de adjunct-directeur juist maatregelen zijn geweest om verandering te brengen in de admini stratieve chaos.Dat zijn voor ons ook argumenten om akkoord te gaan met het voorstel dat het college nu heeft gedaan. Wel worden wij graag op de hoogte ge houden in de commissie financiën van de vorderingen terzake. De VOORZITTER: Dames en heren! Op zichzelf ben ik blij met de opmerking van de heer Goote, want in derdaad is een aantal sprekers voorbij gegaan aan het feit dat inmiddels al een aantal maatregelen is geno men. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! In de commissie fi nanciën is al uitvoerig over deze zaak gesproken, waar bij ook naar voren is gekomen welke maatregelen in middels al zijn genomen. Het lijkt mij echter goed om enkele leden van het bestuur eens uit te nodigen in de commissie financiën; dat lijkt mij beter dan nu nog in de raad hierop in te gaan. Ik accepteer echter niet de opmerking van de heer Visser, want de laatste twee jaar hebben bestuursleden van de muziekschool - waar bij ik mijzelf buiten beschouwing laat, want ik ben er voor „ingehuurd" en word ervoor betaald - de onge lukkige situatie, waarin gemeenteraden steeds stelden dat het budget van de muziekschool laag moest blij ven, zonder personeelsuitbreiding, trachten het hoofd te bieden. Het gaat nu om een school met 2400 leer lingen die nog steeds met het halfwassen personeelsbe stand moet werken dat ongeveer gelijk is als in de tijd dat er 700 leerlingen waren. Bestuursleden hebben da gelijks op school gezeten om te trachten de administra tie bij te werken, omdat het hele administratieve per soneel op een bepaald moment verdwenen was. Met het oog hierop accepteer ik geen enkel verwijt ten op zichte van de bestuursleden, mijzelf dan uitgezonderd. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ondersteun deze woorden van de wethouder graag. Wij weten wat de beide raadsleden in het bestuur hebben gedaan en hen komt alleen lof en dank toe. De VOORZITTER: Ik voeg er nog aan toe dat wij de financiële experts uit het bestuur hebben uitgenodigd 152

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 359