Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat heb ik ook gedaan. De VOORZITTER: De heren De Wilde en Visser heb ben er nog op gewezen, dat het onjuist is om eerst aan de bevolking te vragen of zij een wijkraad wil, omdat ook met betrekking tot het instituut gemeen teraad niet aan de bevolking wordt gevraagd of zij een gemeenteraad wil. Het instituut gemeenteraad vindt men echter terug in het hele staatsbestel, terwijl het instituut wijkraad volgens artikel 61 en volgende van de gemeentewet kan worden ingesteld, In de artikelen 61 en volgende van de gemeentewet wordt met be trekking tot de wijkraden uitdrukkelijk gesproken over „kunnen" en vandaar dat wij ons dienen af te vragen hoe wij de bevolking moeten laten uitspreken dat zij al dan niet een dergelijk instituut wil. De wijkraad heeft zich wel eens afgevraagd of de wijk raad een nuttig element is en of dit instituut wel leeft in de harten van de inwoners van Soesterberg. Ik acht het begrijpelijk dat de wijkraad een antwoord op die vraag wil hebben. Ook het college is niet helemaal eensgezind over de wijze waarop die vraag aan de be volking moet worden voorgelegd, maar de niet-een- stemmigheid was niet van een zodanige aard, dat ver woording ervan diende plaats te vinden in het voorstel. De keuze tussen b en c is ook niet van zo verschrikke lijk principiële aard. De meerderheid van het college meent dat eerst het instituut wijkraad aan de orde moet worden gesteld en dat de bevolking in een tweede fase gelegenheid moet krijgen zich over de samenstelling van de wijkraad uit te spreken. Om praktische redenen geeft de meerder heid van het college de voorkeur aan mogelijkheid c. Ik heb begrepen dat de gehele raad die norm van 50% wil stellen. Stel nu dat er een verkiezingscampagne (met alles erop en eraan) wordt gehouden en dat min der dan 50% van de Soesterbergse bevolking haar stem uitbrengt. Dan komt er geen wijkraad en dan vinden wij, dat er een heleboel energie is verspild. Daarom meent de meerderheid van het college, dat men zich beter eerst samen sterk kan maken voor het instituut wijkraad; daarna kan worden gewerkt aan de politieke invulling. De heer De Wilde heeft mogelijkheid b voorgesteld. Stel dat deze mogelijkheid in oktober a s. wordt ge hanteerd en dat de 50%-norm niet wordt gehaald. Dan is het toch niet de bedoeling van de heer De Wil de dat die vraag over vier jaar nog eens aan de bevol king van Soesterberg wordt voorgelegd? Ik neem aan, dat ook de heer De Wilde dan van mening is dat Soes terberg verder zonder wijkraad door het leven zal gaan tot de zaak misschien over een x aantal jaren weer eens aan de orde wordt gesteld. De heer DE WILDE: Wat is dan bij de door het colle ge voorgestane mogelijkheid c de bedoeling? De VOORZITTER: Nu ja, dan blijft de wijkraad en nu neen, dan komt er geen wijkraad. De heer DE WILDE: De vraag die u mij stelde, kunt u ook zich zelf stellen. De VOORZITTER: Stel dat er nu een wijkraad komt en dat over vier jaar voor de wijkraadsverkiezingen de opkomst minder dan 50% is. Is de wijkraad dan weg of wordt er nu voor eens en voor altijd over het insti tuut wijkraad beslist? De heer DE WILDE: Het laatste is het geval. De VOORZITTER: Dan is dat duidelijk. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen waren er gemeen ten waar het opkomstpercentage 63,6% bedroeg. Het verschil tussen die 50% en die 63,3% is niet zo groot en op zich zelf zal het dan ook een hele opgave zijn voor de Soesterbergers om de helft van de bevolking (of meer) naar de stembus te krijgen. Dat zou ik een maal willen doen. Het moet nl. niet zo zijn dat die tour de force om de vier jaar moet worden herhaald. Wanneer bij toepassing van welke mogelijkheid dan ook 50% van de bevolking een rechtsgeldige stem heeft uitgebracht voor instelling van een wijkraad, is het instituut wijkraad in deze gemeente bevestigd. Ik neem aan dat de nieuwe wijkraadsverordening in maart of in april (bij voorkeur natuurlijk in maart) door de gemeenteraad zal kunnen worden vastge steld. In die verordening zullen onder meer de vol gende punten moeten worden geregeld: de bevoegd heden van de wijkraad, de communicatie tussen het gemeentebestuur en de wijkraad, het budgetrecht en de wijze van verkiezen van de wijkraad (aansluiting dient te worden gevonden met hetgeen de Kieswet in dat opzicht voorschrijft). Er dient een totaalbeeld te ontstaan van wat de wijkraad nieuwe stijl is. Op die wijze kan niemand, wanneer hij in oktober a.s. naar de stembus wordt geroepen (omdat de kandidaten inmiddels bekend zijn) onbekend zijn met de bedoe lingen van de wijkraad. Wat dat betreft zit er geen verschil tussen het eerste deel van mogelijkheid c en mogelijkheid b. Er is voldoende tijd aanwezig om de inwoners van Soesterberg op de hoogte te brengen van wat er aan de hand is. Ik acht het een zeer belangrijke voorwaarde dat er in de maanden augustus en september zeer intensieve voorlichting wordt gegeven aan de bevolking van Soes terberg over wat deze raad heeft besloten ten opzichte van de nieuwe wijkraadsverordening. In eerste instantie heb ik gesproken over „om zeep helpen". Ik kan natuurlijk niet bewijzen dat de wijk raad bij toepassing van mogelijkheid c om zeep wordt geholpen, maar in de politiek is er nu eenmaal een aan tal dingen die je in je vingertoppen moet aanvoelen. Ik voel er natuurlijk alles voor om charmant met men sen om te gaan, maar ik voel niets voor een voorzitter van een stembureau die op 31 mei a.s. de mensen stem biljetten moet uitreiken voor het kiezen van een ge meenteraad en die daar tussendoor die mensen even een papiertje in de hand frommelt met de vraag „zeg, je bent toch zeker ook voor de instelling van een wijk raad Soesterberg; wil je dat papiertje even in de bus doen". De heer OLDENBOOM: Dat kan toch niet volgens de Kieswet? De heer DE WILDE: Ik ben blij dat u zegt dat dat niet kan. Stel dat het wel zou kunnen; in dat geval voel ik daarvoor helemaal niets. Ik vind dat heel bewust moet worden gekozen voor of tegen de wijkraad en die keuze moet niet tegelijk met de keuze voor een ander lichaam worden gemaakt. Er zijn verkiezingen voor provinciale staten en voor de gemeenteraad en ik vrees dat, wanneer een uitspraak over de wijkraad tussendoor moet plaats vinden, de wijkraad niet die aandacht krijgt die hij behoeft. Dat heb ik bedoeld te zeggen in eerste instantie. Ik vrees dat de wijkraad de dupe wordt. Kandidaten spelen mijns inziens bij een wijkraadsver kiezing een sterke rol. Nu heeft de heer Oldenboom in eerste instantie gezegd dat de zaak bij mogelijkheid 34

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 35