Wanneer de vergadering is heropend, verleent de voor zitter het woord aan mevrouw Greefhorst. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw de voorzitter! Onze fractie betreurt het bijzonder dat het ambtsgebed niet is gehandhaafd in het nieuwe reglement. Wij willen echter ook begrip opbrengen voor hetgeen de andere fracties naar voren hebben gebracht. Wel blijft onze gehele fractie - hoewel wij er geen stemming over vragen - voor handhaving van het ambtsgebed, hetgeen dus ook geldt voor de beide C.D.A.-wethouders. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 73 Voorstel tot intrekken van de Verordening op de Wijk raad Soesterberg. 74 Voorstel tot wijziging van de Verordening op de Kam peerplaatsen en op de Kampeermiddelen. 75 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een c.v.-installatie in 30 woning wetwoningen. 76 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanloop krediet ten behoeve van het bouwrijpmaken van Over- hees, 2e fase, 2e gedeelte en de voorbereiding daar van. 77 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het wijzigen van de afvoeren in het complex 850 etagewoningen in het Smitsveen. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 78a Voorstel tot verkoop van de woning Verlengde Tal- malaan 11 aan de heer L.J. Dijkstra. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Ik misgun onze brave oud-wethouder geenszins de aankoop van de woning waarin hij nu woont, maar ik begrijp niet helemaal waarom u bij dit punt voorstelt hem het huis van zijn buren te verkopen! De VOORZITTER: Ja, dat is mij ook niet helemaal duidelijk! Ik begrijp nu overigens dat het het pand Verlengde Talmalaan 11a moet zijn! Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 78b Voorstel tot verkoop van de woning Julianalaan 58 aan de heer C.J. Sernee. 78c Voorstel tot verkoop van de woning, ondergrond en verdere opstallen Julianalaan 69 aan de heer R.R. Rich- mond. 78d Voorstel tot verkoop van grond aan de Birkstraat aan de heer P.C. van Schadewijk. 78e Voorstel tot verkoop van de woning Verlengde Tal malaan 21a aan de heer J. Ruttenberg. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 79 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op een door A. Vis- scher te Soest ingesteld beroep tegen het verbinden van een voorwaarde aan een aan hem verleende ver gunning op grond van de Verordening op de verblijfs- gebouwen. De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ben tij dens de vergadering van de commissie waar dit punt ter sprake is gekomen, weggeroepen, terwijl het mijn bedoeling was om in die commissievergadering be zwaar te maken tegen de aanvullende eis die het colle ge heeft gesteld. Deze eenvoudige kwestie kan van twee kanten worden benaderd. De eerste benadering is „Waar zeuren we over met die deurdranger van f. 43,-, die de heer Visscher al in huis heeft; als hij die erop zet, zijn wij klaar conform het advies van de brandweer". Anderzijds kan men ook bezwaar maken tegen deze aanvullende eis, omdat dit een voorbeeld is van een eis die niet kan worden gecontroleerd en waarvan men ook weet dat deze eis niet zal worden nageleefd door de eigenaar van het pand. Men zou eigen lijk moeten zoeken naar brandpreventieve maatregelen bij dit pand. Ik ben in het pand geweest en daarbij is mij gebleken dat het keurig is verzorgd en weinig brandgevaarlijk is. De keuken wordt alleen maar ge bruikt door de familie zelf; er komen verder geen an dere mensen in. De enige brandpreventieve maatregel die dan nog kan worden genomen is het weghalen van het fornuis. Mij lijkt het beter om andere eisen te stel len die meer doelmatig zijn in deze situatie, zoals het aanbrengen van een brandwerende deur die minstens een half uur de brand tegen kan houden, of iets derge lijks, naast voldoende blusmiddelen in huis, hoewel er nu al twee brandblusapparaten in huis zijn, met een haspel met een slang van 50 meter, vorstvrij opgehan gen. In feite is het meest ernstige - maar daar kan de brandweer verder niet veel aan doen - dat in dit huis een telefoonaansluiting onlbreekt. Als er brand uit breekt, kan men dus via de telefoon de brandweer niet waarschuwen. Dit lijkt mij een zinniger maatregel dan een deurdranger. Ik kan het voorstel dat nu is ge daan dan ook niet steunen, omdat de nu gestelde eis niet kan worden gecontroleerd. De heer NUIJTEN: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij aan bij de opmerkingen over de technische aspec ten die de heer Beijen heeft gemaakt. In de vorige ver gadering heb ik overigens van u te horen gekregen dat het zinloos was om te discussiëren over het al dan niet verbouwen van een schoolgebouw. Het is mij toen ont gaan waarom het desondanks ging om een agendapunt, in plaats van een stuk ter kennisneming. Hier doet zich mijns inziens iets soortgelijks voor, zij het van veel minder belang. Opnieuw krijgen wij de indruk dat de raad nog iets in te brengen heeft, terwijl het in dit geval de brandweer is die geheel autonoom kan vast stellen aan welke brandveiligheidseisen een bepaald pand moet voldoen. Heeft de brandweer de eis gesteld dat de keukendeur in dit gebouw zelfsluitend moet zijn, dan kunnen wij daaraan niets meer veranderen. Als de brandweer deze eis niet heeft gesteld, vraag ik mij helemaal af waarmee wij bezig zijn. Ik meen dan ook dat dit geen zaak voor de raad is, maar iets dat het college met betrokkene moet uitvechten. Ik zal graag zien dat u ons dit soort agendapunten waarbij discus sie zinloos is, in het vervolg wilt besparen. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Als lid van de commissie voor de beroepschriften wil ik graag nog enkele opmerkingen maken. De be zwaren van de heer Beijen zijn overwegend van prakti sche aard. De commissie is het ermee eens dat er in dit huis voldoende brandveiligheidsmaatregelen zijn geno men en het gaat hier ook helemaal niet om een soort straf voor de heer Visscher. Wel gaat het hier om een advies van deskundigen en wij hebben het besluit van burgemeester en wethouders op formele gronden ge toetst aan de voorliggende informatie. Daarbij gaat het vooral om de brief van de brandweer van 3 oktober, waarin de brandweer eist dat er een deurdranger komt om eventuele rook- en vuurdoorslag te verhinderen of in ieder geval te vertragen. Daaraan heeft de commissie 158

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 365