bekeken en dat de besluitvorming met betrekking tot dit voorstel zal worden uitgesteld tot de volgende keer. De VOORZITTER: Ik heb voorgesteld het rapport ta rifering sportaccommodaties voor kennisgeving aan te nemen en ermede in te stemmen dat het voorstel van de commissie met ingang van 1979 als overgangsmaat regel voor enkele jaren als uitgangspunt wordt ge hanteerd. Het college zal nader bezien of het nog nodig is om over de inhoud van het rapport - in aanwezigheid van de wethouder van sportzaken - te discussiëren in de financiële commissie. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 35 Voorstel tot wijziging van de taxiverordening van de gemeente Soest 1977. 36 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van het opknappen en aanpassen van de voormalige kleuterschool aan de Albert Cuyplaan, het ter beschikking stellen van deze accommodatie aan de Stichting Jeugdzorg Soest en het toekennen van een garantie-subsidie in de betreffende huisvestingskosten aan genoemde stichting. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 37 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het nemen van een beslissing op een door de heer C.M. van den Brink ingesteld beroep tegen de weige ring van een bouwvergunning De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitterMet de onderhavige zaak ben ik niet erg gelukkig. Ik weet niet of het college de situatie ter plaatse kent, maar ik wil wel opmerken, dat het eigenlijk te dwaas is om zoveel deining over deze aangelegenheid te maken. Het gaat om een rijtje woningen; er is een klein muur tje van de woningen, dan komt er ongeveer 3 meter niets en dan komen er coniferen en daarachter loopt gewoon een pad. Tussen dat kleine muurtje en die coniferen hebben coniferen het om de een of andere reden blijkbaar niet willen doen. Op die plaats is door de heer Van den Brink een bepaald niet onooglijke af scheiding (het is natuurlijk ook geen schoonheid) ge plaatst die bepaald geen bouwwerk is Die afscheiding is 1.80 meter hoog. Er zijn al planten die tegen die af scheiding opgroeien Ik vraag mij af of wij ons over deze zaak nu werkelijk zo druk moeten maken. Zo hier en daar is er op som mige plaatsen in de gemeente sprake van een troep, terwijl die afscheiding netjes is. Ik acht het logisch dat de betrokken bewoner in zijn tuin enige vrijheid wil hebben. Hij heeft op een heel bescheiden manier een afscheiding aangebracht. Ik meen dat het college doodgewoon ontheffing van het bepaalde in artikel 302 van de bouwverordening had moeten geven Het is eigenlijk te zot dat voor het maken van zo'n af scheiding een bouwvergunning nodig is. Ik verzoek het college in dezen iets te doen. Met deze zaak voltrekt zich een stukje rechtsongelijk heid van jewelste. Degenen die blijkbaar geen proble men met hun buren hebben, lopen niet tegen een ver bod van het plaatsen van een afscheiding hoger dan 1 meter op, De gewraakte afscheiding ziet er netjes uit. Het hele verhaal over open bebouwing is in dit geval een gezocht verhaal. Ik doe het college dan ook het dringende verzoek om ontheffing van het bepaalde in artikel 302 van de bouwverordening te verlenen, want het college is bezig iets verkeerds te doen,terwijl het sop de kool niet waard is. Ik meen dat het hebben van die afscheiding gewoon moet worden toegestaan; over deze zaak moet verder geen drukte worden.ge maakt; Ik denk dat aan deze hele zaak een ordinaire burenruzie ten grondslag ligt en voor dergelijke din gen moeten wij niet zwichten. De VOORZITTER: Ik heb een omissie begaan, want ik heb verzuimd om eerst het woord te verlenen aan een lid van de commissie voor de beroepschriften. Mevrouw ORANJE-ENTINK (commissie voor de be roepschriften): Mevrouw de voorzitter! De commissie heeft als gewoonlijk een uitgebreid advies uitge bracht Daarnaast heeft de commissie naar aanleiding van de opmerking van appellant dat in dezelfde wijk hogere tuinafscheidmgen zijn aangebracht, het colle ge gevraagd te willen bezien of het mogelijk is een al gemene gedragslijn vast te stellen voor de afmetingen van erf- en te'reinafscheidingen en in welke gevallen er aanleiding bestaat een hoogte van meer dan 1 me ter toe te staan Gelet op de open bebouwing van de betrokken wijk meende de commissie voor de beroepschriften de raad te moeten adviseren zich achter het besluit van het college te scharen De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Burge meester en wethouders zijn op de formele toer ge gaan, maar het college meent natuurlijk terecht, dat het bepaalde in de bouwverordening moet worden nageleefd, want anders heb je niets aan een bouwver ordening, (Dat geldt vanzelfsprekend voor een hele boel zaken). Stel dat het advies van de commissie voor de beroep schriften wordt aanvaard (daarmede heb ik overi gens dezelfde problemen als de heer De Wilde). Is het college dan van plan op de een of andere wijze de andere illegaal verrezen bouwwerken (in de vorm van schuttingen) te laten verwijderen? De VOORZITTER: Dames en heren! Het college heeft inderdaad op formele gronden een beslissing genomen. Er is sprake van een open bebouwing en in een open bebouwing is in het algemeen een schutting van ten hoogste 1 meter toegestaan. Daarom hebben burgemeester en wethouders een bouwvergunning voor een afscheiding van 1.80 meter geweigerd. De heer Van den Brink is terecht in beroep gegaan bij de gemeenteraad, De commissie voor de beroepschrif ten heeft zich op hetzelfde standpunt gesteld als het college. De heer Lange heeft gevr aagd of wij van plan zijn alle in Soest geplaatste illegale schuttingen te doen opdoe ken Het college stuurt nogal eens aanschrijvingen uit die moeten leiden tot afbraak van illegale bouwsels. Wanneer de afbraak plaats vindt, merkt de raad daar van niets, Wanneer iemand in beroep gaat tegen de aanschrijving merkt de raad daarvan ook niets, want dan is er sprake van een A.R.O.B.-zaak. Het college is wel degelijk bezig met een aantal illegaal gebouwde zaken. Indien er ook achteraf geen bouwvergunning wordt aangevraagd, heeft de raad met die zaken geen bemoeienis. Burgemeester en wethouders zouden niet willen zeg gen, dat zij er reeds in zijn geslaagd om in Soest te doen verwijderen hetgeen niet conform de voorschrif ten is gebouwd. Er is natuurlijk een periode geweest waarin de gemeente Soest nog landelijk en vrij was, waardoor er vele illegale bouwsels zijn tot stand geko- 40

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 41