Wij zouden het zonde vinden, wanneer een beslissing
over de drie accommodaties moet worden uitgesteld
tot december 1978. Daarom hebben wij na lang beraad
besloten een motie in te dienen. Deze motie - mede-
ondertekend door mevrouw Greefhorst—Van Overdam
en de heer De Wilde - luidt als volgt:
„De raad der gemeente Soest, in vergadering bijeen
op 16 februari 1978,
- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
om de nota aanleg sportvoorzieningen te aanvaarden
als uitgangspunt voor het investeringsbeleid in de
sportvoorzieningen
- kennis genomen van de behoefte aan voorzieningen
voor atletiek, honkbal/softbal en voetbal, zoals ver
woord in verslagen en adviezen van de stichting licha
melijke opvoeding en sport
- op de hoogte van de beloftes en de verwachtingen,
gewekt bij de sportverenigingen
- overwegende dat het vastgestelde ontwikkelingsplan
1977, met name de paragrafen 7, 7-1, 7-2 en 7-3 van
deel IV een overzicht geeft der investeringen in de
eerstkomende 15 jaren
BESLUIT:
omtrent de aanleg van de sportvoorzieningen niet te
wachten met de beslissing tot december 1978, maar
een werkgroep samen te stellen die (met inachtneming
van de in de nota gestelde prioriteiten) het overzicht
der investeringen in het ontwikkelingsplan actuali
seert, op grond waarvan binnen 3 maanden bedoelde
beslissingen kunnen worden genomen en gaat over tot
de orde van de dag."
De VOORZITTER: Wat bedoelt u met „bedoelde be
slissingen"?
De heer MENNE: In de motie wordt voorgesteld een
werkgroep samen te stellen die binnen drie maanden
gegevens op tafel legt op grond waarvan wij kunnen
besluiten of wij de sportvoorzieningen al dan niet zul
len realiseren. Bovendien zal er een fasering in tijd
moeten worden aangegeven, zodat de verenigingen
weten wanneer met de werkzaamheden van hun ac
commodatie wordt gestart. Wij stellen in feite voor
de tien maanden van het college te vervangen door
een periode van drie maanden.
De VOORZITTER: Ik acht het juist om op dit mo
ment een verduidelijking van de motie te vragen. De
indieners van de motie willen dat binnen drie maan
den kan worden beslist over de vraag of er al dan niet
iets ten aanzien van sportvoorzieningen kan worden
gedaan. Dan moeten er wel eerst een heleboel dingen
op een rijtje worden gezet
De heer DE WILDE: Er komt, wanneer u nu even de
discussie wilt laten voortgaan, wellicht wat meer ver
duidelijking. Ik zie nl. geen tegenstelling tussen het
geen u zelf schrijft op pagina 12 van de nota en het
geen wij voorstellen. Het verschil is alleen dat u zegt
dat het investeringsplan bij de begroting 1979 zal
worden aangeboden, terwijl wij het tempo van ver
schijnen van dat investeringsplan willen verhogen.
Dat is het enige verschil.
De VOORZITTER: Dat is een essentieel verschil.
De motie is voldoende ondersteund en maakt mits
dien tevens onderwerp van beraadslaging uit.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Reeds vanaf 1964 is de wens tot aanleg van een
atletiekaccommodatie geuit. Die wens is op verschil
lende tijdstippen naar voren gebracht. Ook in het
ontwikkelingsplan is de atletiekaccommodatie opge
nomen. Tevens worden in het ontwikkelingsplan een
honkbal/softballaccommodatie vermeld en een uit
breiding van de voetbalvelden aan de Bosstraat-Oost
zijde. Het verheugt ons dan ook dat het college de fi
nanciële consequenties van deze drie sportaccommo
daties op een rijtje heeft gezet, want daardoor kun
nen wij ons tenminste een oordeel vormen over de
omvang en de aard van de voorzieningen die in prin
cipe als wenselijk zijn gesteld.
Wij zijn erg geschrokken van de in de nota aanleg
sportvoorzieningen vermelde bedragen. Deze bedra
gen wijken in grote mate af van de bedragen die in
voorgaande stukken zijn genoemd. Het bedrag voor
de atletiekaccommodatie is in het ontwikkelingsplan
veel lager geraamd dan thans het geval is. Er is voor
heen steeds uitgegaan van een regionale opzet en de
V.V.D.-fractie heeft daarvoor ook herhaaldelijk ge
pleit, omdat de kosten dan kunnen worden gespreid.
De heer Van Ee heeft reeds verschillende keren be
toogd, dat een dergelijke kostbare accommodatie
voor een betrekkelijk gering aantal mensen beter tot
haar recht komt, wanneer in regionaal verband meer
verenigingen (en daardoor meer beoefenaars) van die
accommodatie kunnen gebruik maken. Ik heb ech
ter begrepen dat die regionale opzet definitief van
de baan is.
In de nota wordt onder meer opgemerkt:
„Voor het dekken van deze meerkosten zullen in de
begroting voor 1979 nieuwe middelen moeten wor
den gecreëerd, eventueel door de belastingen met
meer dan 5% extra te verhogen, waartoe bij de vast
stelling van het ontwikkelingsplan in beginsel reeds
is besloten."
Deze uitspraak achten wij onaanvaardbaar, want wij
kunnen natuurlijk niet de totale bevolking met een
belastingverhoging confronteren die een gevolg is
van het realiseren van accommodaties waarvan slechts
een zeer beperkt aantal mensen profijt heeft. Op die wij-
ié wordt-öp onaanvaardbare wijze met gemeenschaps
gelden omgegaan.
Wij vragen ons af of de stichting lichamelijke opvoe
ding en sport kennis heeft genomen van deze nota en
of deze stichting zich over deze nota heeft uitgespro
ken. Gaat de sportstichting, wanneer dergelijke grote
investeringen door de gemeente worden gedaan,
straks akkoord met een hogere afdracht aan de ge
meente per lid? Zijn de andere clubs straks bereid om
een hoger passe-partout-bedrag te betalen als gevolg
van deze investeringen?
Wij zijn wel bereid om het in het ontwikkelingsplan
aangegeven bedrag (f. 1,2 miljoen) uit te geven voor
sportzaken. In de fractie is even gesuggereerd om dat
bedrag dan aan te wenden voor de uitbreiding van de
voetbalvelden, omdat voor die uitbreiding precies
f. 1,2 miljoen nodig is. In het verdere overleg zou
dan kunnen worden nagegaan of het mogelijk is ook
die andere bedragen beschikbaar te stellen. Die denk
wijze leek ons echter wat te rigoureus.
Wij zijn niet bereid om op korte termijn een dergelijk
groot bedrag (f. 4,2 miljoen) op tafel te leggen en
daarom zijn wij ook niet bereid om een gedeeltelijke
atletiekaccommodatie te doen realiseren, want wan
neer je nu begint met een stukje van die atletiekac
commodatie, moetje straks toch op de korte of lan
ge termijn de rest financieren. Dat betekent, dat er al-