overdracht van bevoegdheden eens op een rijtje te
zetten. Dat is wel gedaan met een andere opmerking
mijnerzijds, nl. over het punt van de uitwerking van
globale bestemmingsplannen. Ik zal hierop nog graag
een nadere reactie krijgen.
Met artikel 12, dat betrekking heeft op het actief
kiesrecht voor buitenlanders, kunnen wij ons volledig
verenigen. In artikel 13 gaat het om het passief kies
recht. Daar wordt dit kiesrecht beperkt tot Nederlan
ders. De argumentatie van het college hiervoor luidt:
„Als reden voor het verschil tussen de eisen ten aan
zien van het actief kiesrecht en passief kiesrecht kan
worden aangevoerd, dat het functioneren als wijkraad
lid zwaardere eisen stelt aan betrokkenen dan het uit
oefenen van het actief kiesrecht. Het vereiste van het
Nederlanderschap geeft een zekere waarborg voor in
zicht in en kennis van de verhoudingen in de inrich
ting van de Nederlandse Staat/gemeente."
Dat is inderdaad een argument, hoewel het op mij
niet zó sterk overkomt. Het zou mijns inziens conse
quenter zijn geweest om zowel het actief als het pas
sief kiesrecht open te stellen voor buitenlanders. Juist
een niveau als de wijkraad biedt daartoe de mogelijk
heden.
Wat artikel 21 betreft, is een discussie gevoerd over de
vraag of de voorzitter al dan niet uit het midden van
de wijkraad zou moeten worden gekozen, dan wel of
de voorzitter van buiten de wijkraad benoemd zou
moeten worden. Wij gaan gaarne mee met het voor
stel van het college waarin gesteld wordt dat het een
uit het midden van de wijkraad gekozen voorzitter
dient te zijn. Dat past ook helemaal in onze politieke
visie. Wij wijken op dat punt af van het advies van de
wijkraad. Het gaat om een belangrijk advies van de wijk
raad, maar de raadsleden dienen hier toch de beslissing
te nemen en onze overwegingen zijn zwaarder dan die
van de wijkraad op dit punt.
Tenslotte nog iets over artikel 63, het artikel dat de fi
nanciële vergoeding voor de wijkraadsleden regelt. Wij
zijn het niet eens met hetgeen door mevrouw Korthuis
terzake is opgemerkt. Onzerzijds is in de juridische
commissie al aangevoerd dat het goed is om een ana
loge regeling te maken met de gemeenteraadsleden,
wat de wijkraadsleden betreft en een analoge regeling
met de leden van het college voor wat de leden van het
dagelijks bestuur van de wijkraad betreft, teneinde de
geringste schijn uit te bannen dat het geven van presen
tiegeld een stimulans zou kunnen zijn om vergaderin
gen bij te wonen. Naar onze mening is dat een oneigen
lijk argument dat hierin niet past.
De heer VISSER: Mevrouwde voorzitter! Het valt mij
op dat de wijkraad dikwijls wordt vergeleken met de
gemeenteraad in deze verordening. Ik ben ook blij
dat wordt gepleit voor een gekozen voorzitter waarover
wordt gezegd dat deze naar het oordeel van het college
op gelijke voet als de leden van het bestuur verant
woordelijk moet zijn, aan welke eis een benoemde, on
afhankelijke, voorzitter niet voldoet. Ik weet niet wel
ke gemeenteraad u daarbij voor ogen hebt gehad! In
ieder geval vind ik het juist als u kiest voor een geko
zen burgemeester.
Ik zal daarnaast graag vernemen waarom het geven
van bouw- en hinderwetvergunningen niet is opgeno
men onder de bevoegdheden van de wijkraad. Daar
naast zal ik graag horen wat de verordening op de ver-
blijfsgebouwen precies inhoudt; gaat het daarbij bij
voorbeeld ook om het beschikken over gemeentelijke
schoolgebouwen buiten schooltijd? Dit betreft dus ar
tikel 7 van de voorgestelde verordening.
In lid 3 van artikel 25 staat dat de voorzitter de leden
schriftelijk ter vergadering oproept en ervoor zorg
draagt dat tegelijk met de oproeping dag en uur van
de vergadering ter openbare kennis worden gebracht.
Ik zal daaraan graag toevoegen dat ook de agenda
wordt gepubliceerd, evenals dat gebeurt met de raads-
agenda die bijvoorbeeld uitgebreid wordt gepubliceerd
in de Soester Courant.
Ook zal ik graag zien dat aan artikel 27 een lid 8
wordt toegevoegd waarin staat dat de wijkraad ver
plicht is bij belangrijke adviezen of aanbevelingen van
te voren in een openbare vergadering de wijkbewoners
te raadplegen.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! De ver
ordening die wij vanavond zullen aannemen, betekent
voor Soesterberg, als geografisch min of meer zelfstan
dige woonkern, een belangrijke beslissing. Er komt
straks een gekozen wijkraad waar velen naar verlangd
hebben. In het verleden is dat steeds afgewezen op
gronden die mij nogsteeds niet duidelijk zijn, maar ik
zal geen oude koeien uit de sloot halen. Wij zijn nu
immers zo ver dat de wijkraad zal worden gekozen en
bovendien krijgt hij een aantal bevoegdheden die op
deze wijk - dit min of meer zelfstandige dorp - van
toepassing zullen zijn. Dat is een goede zaak en ik hoop
dat dit straks ook bij de mensen zal blijken te leven.
In de juridische commissie en ook nu weer is gespro
ken over de gekozen voorzitter. Tijdens de wijkraads
vergadering waarin deze concept-verordening is behan
deld, was het door de gekozen redactie niet zo duide
lijk of het college voorstelde om te komen tot een ge
kozen voorzitter, dan wel een benoemde onafhanke
lijke voorzitter, In de wijkraad helde men toch wel
over, hoewel ik dit niet met zekerheid durf te zeggen,
naar een benoemde onafhankelijke voorzitter. De heer
Goote heeft nu gezegd dat het voorstel van het college
precies in zijn politieke visie past, waarmee hij kenne
lijk doelde op het kiezen van burgemeesters, waarmee
de burgemeesters zelf en het grootste deel van de be
volking het helemaal niet eens zijn. In dit geval echter
gaat het wel om een bijzondere zaak. Aannemende
dat de bevolking zich in meerderheid uitspreekt voor
het installeren van een nieuwe wijkraad, meen ik dat
de nieuwe wijsraad zichzelf een brevet van onvermogen
zou geven als hij niet in staat zou zijn in onderling
overleg uit zijn eigen midden één van de leden tot voor
zitter te kiezen. Ik betreur dan ook wel het argument
dat het college in zijn voorstel hanteert en dat door de
heer Visser is geciteerd. Dat argument is mijns inziens
helemaal niet juist, want de meeste publiekrechtelijke
lichamen die gekozen worden kennen nu juist wél
een benoemde voorzitter.
Overigens begrijp ik dat de meerderheid van de ge
meenteraad in dit geval vóór een gekozen voorzitter
is.
Wat artikel 63 betreft, waar het om de financiële ver
goeding gaat, meen ik dat het college met het juiste
voorstel is gekomen. Wij moeten dit toch iets anders
bekijken dan een willekeurige andere commissie van
advies en bijstand. Het gaat hier toch meer om een
soort mini-gemeenteraad, hoewel ik die term eigenlijk
niet mag gebruiken. Wat de vergoeding voor deze
wijkraadsleden betreft moeten wij mijns inziens in
ieder geval een analoge vergoedingsregeling treffen als
voor gemeenteraadsleden. Als men door middel van
70