lei-
akt
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Be
doelt de heer Verheus inderdaad dé eerstvolgende ver
gadering of één eerstvolgende vergadering?
De heer VERHEUS: Het laatste.
Wethouder HOEKSTRA: Als de wijkraad een en an
der op papier zet, kunnen wij dat inderdaad in een
commissievergadering aan de orde stellen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
63 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend
krediet voor het verbeteren van de Lange Brinkweg.
64 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanleg van c.v.-installaties in woningwetwo
ningen en gemeentelijke premiehuurwoningen.
65 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van buitengewoon onderhoud aan het ge
meentelijk woningbezit.
66 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een lening aan
de Woningbouwvereniging St. Joseph voor de aanpas
sing van een woning ten behoeve van een minder-vali-
de.
67 Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing
van een door de Lawn Tennisvereniging Soesterberg
te sluiten geldlening ten behoeve van de financiering
van de kosten van het clubgebouw aan de Kerklaan
te Soesterberg.
68 Voorstel tot verkoop van een perceel grond, gelegen
aan de Eemweg aan de heer J.C.V. Hilhorst.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
69 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het vernieuwen van de dakbedekking van de wo
ningen Saenredamplantsoen 1-79.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! Wij zijn blij dat door dit voorstel eindelijk de wa
tersnood in deze woningen zal worden opgeheven,
wellicht zelfs spoedig. Als deze vernieuwing eenmaal
is aangebracht, zullen bij de eerstvolgende keer daarop
dat het grof huisvuil wordt opgehaald, vele teilen en
emmers op de stoep staan die nu door de bewoners
moeten worden gebruikt om het water op te vangen
dat door de daken naar beneden stroomt. Wij juichen
het voorstel van harte toe.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
70 Voorstel tot het vaststellen van het krottenplan voor
Soest.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Het behoeft
geen betoog dat de C.D.A.-fractie bijzonder blij is met
dit voorstel. Wij hebben lang met belangstelling uitge
zien naar deze eerste fase in het krottenplan Soest.
Wij hebben er vier keer naar gevraagd en bij de laatste
gelegenheid is door wethouder Ebbers toegezegd dat er
in april een voorstel aan de orde zou komen, hetgeen
nu het geval is.
In de samenvatting zegt het college van het krotten
plan - dat eigenlijk natuurlijk een anti-krottenplan is -
dat het interessante mogelijkheden biedt. Waarom
heeft dit dan zo lang geduurd en is niet eerder geïnven
tariseerd? In Soest is de vraag naar woningen groter
dan het aanbod, hetgeen betekent dat elke maatregel
die wordt genomen in het kader van het wonen en het
huisvesten, gericht moet zijn op bevordering van de
volkshuisvesting. Tegen die achtergrond - het helpen
van mensen bij het wonen in Soest, in zo ruim moge
lijk kader - moet ons antwoord worden gezien op de
zes voorstellen die het college aan het slot van dit stuk
doet. Naast dit aspect van volkshuisvesting dient ook
het aspect van het karakter van Soest, waar dat in het
geding is - hetgeen hier en daar, ook gezien de prachti
ge foto's, toch zeker het geval kan zijn - een rol te spe
len. Dat laatste hebben wij gemist in het voorstel van
het college.
Is er voorts ook gesproken met de bewoners van de
betrokken woningen? Enkele keren wordt gezegd dat
al onderhandelingen gaande zijn met de eigenaren,
maar omdat wij in het licht van de volkshuisvesting
juist de bewoners op de eerste plaats stellen, moeten
wij voorkomen dat via een verslag van deze vergade
ring in de pers pas voor de eerste keer deze bewoners
duidelijk wordt dat het gaat om hun woningen. Dat
zou alleen maar paniek kunnen veroorzaken, hetgeen
helemaal niet nodig is en ook zeker niet de bedoeling
is.
Punt 1 van het voorstel aan het slot van het stuk
luidt:
„Vermelde panden in het kader van het krottenplan
aan te merken als krotten."
Daarmee gaan wij akkoord, tenzij dit zeer nadelige
gevolgen zou hebben voor de volkshuisvesting. Als dit
bijvoorbeeld tot gevolg zou hebben dat er zou worden
afgebroken zonder dat er herbouwd kan worden, zijn
wij daar geen voorstanders van.
In punt 2 wordt voorgesteld om de panden genoemd
onder I, sub a, te amoveren. Wij willen dit in het al
gemeen zo niet onderschrijven. Wanneer het nl. gaat
om huisjes die van belangrijke waarde zijn voor de om
geving en voor Soest als geheel en wanneer de volks
huisvesting hiermee niet gediend is, dienen onzes in
ziens deze panden niet te worden afgebroken. Ik noem
als voorbeelden de panden Beetzlaan 5 en 7 en Nieuw-
straat 18, naar onze mening panden die karakteristiek
voor Soest zijn.
Punt 3 bevat het voorstel om voor de panden genoemd
onder I, sub b, nieuwbouw te entameren. Daar zijn wij
wel voorstanders van. Het is ons overigens opgevallen
dat het college ten aanzien van Birkstraat 39 zegt dat
dit pand verkocht zal worden aan de heer Schadewijk.
Dat gaat ons nogal ver, mede gezien hetgeen hierover
wordt gezegd in het stuk daarvoor. Wij begrijpen niet
goed waarom hier niet de zin is opgenomen dat de
heer Schadewijk een voorkeursrecht heeft om dit pand
te kopen. Wat is precies aan de heer Schadewijk toege
zegd?
Wij zijn voorstanders van het gestelde in punt 5, in
dien herbouw kan plaatsvinden voor minstens even
veel mensen, op dezelfde plaats of elders.
In punt 6 wordt een tussentijdse rapportage voorge
steld. Wij gaan daarmee graag akkoord, omdat ook wij
wel zien dat het hier een eerste fase betreft.
Het voorstel is niet in de commissie financiën behan
deld. Dat was misschien ook niet nodig, omdat er niet
concreet over bepaalde financiële consequenties wordt
gesproken. Toch zegt het college dat dit plan interes
sante mogelijkheden heeft en spreekt het over het be
sluit bijdrage reconstructie- en saneringsplannen, waar
bij wordt gesteld dat 80% van de kosten van verwer
ving terugontvangen zal worden. Geldt dit tot elk be
drag, of zijn er misschien bepaalde plafonds aan ge
steld?
Bovendien wordt op blz. 8 gesproken over een premie
87