Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Hoelang zal dat duren? Wethouder HOEKSTRA: Wij moeten even bekijken hoeveel parkeerplaatsen er in dat hoekje bij moeten komen om de auto's daar van de weg te krijgen. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Drie maanden? Wethouder HOEKSTRA: Ja, daar ga ik wel mee ak koord. De VOORZITTER: Dames en heren! Is de oplossing van de puzzel misschien, dat wij de heer Peters nu be richten dat de raad voorlopig zijn brief beantwoordt in de zin zoals nu is aangegeven en dat wanneer wij de parkeerplaatsen hebben uitgemeten, er wellicht (ik vind dat wij wel een slag om de arm moeten houden) een strookje zal overblijven? Een parkeerplaats heeft nu eenmaal bepaalde afmetingen en aan een halve par keerplaats of een te korte parkeerplaats heb je niets. De heer ONDERDELINDEN: Ik zou willen, mevrouw de voorzitter, dat de raad nu uitspreekt, dat in eerste instantie wordt bekeken of het noodzakelijk is om op het onderhavige perceel parkeerplaatsen aan te leggen en dat wanneer dat inderdaad het geval is en het mo gelijk is de benodigde parkeerplaatsen te realiseren zonder gebruikmaking van het strookje ter breedte van 1 meter dat de heer Peters wil kopen, de heer Pe ters inderdaad in de gelegenheid wordt gesteld dat strookje te kopen. De VOORZITTER: De heer Hoekstra heeft het zo verwoord en toen heb ik de pret iets teruggenomen De heer ONDERDELINDEN: Dat wilde ik juist weer een beetje tegenhouden. De VOORZITTER: want ik wil wel graag hele parkeerplaatsen. Wij allen kunnen op het ogenblik niet uit het hoofd zeggen wat de juiste afmetingen van een parkeerplaats zijn. Ik vind dat wij nu niet een besluit moeten nemen waardoor er parkeerplaatsen verkeerd of half op de straat worden aangelegd, teneinde de heer Peters in de gelegenheid te stellen een strookje grond te kopen. Wij beginnen met parkeerplaatsen en wij hopen en zullen er zelfs ons best voor doen dat er vervolgens een strookje overblijft. Ik meen dat dit de intentie is. De heer ONDERDELINDEN: En als er inderdaad een strookje overblijft, kan hij het kopen? De VOORZITTER: Ja. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Dan zou ik de antwoordbrief graag uitgebreid zien met één zin waardoor de heer Peters weet dat hij vóór bijvoorbeeld 1 augustus a.s. duidelijkheid zal krijgen. De VOORZITTER: Ja, drie maanden, uiterlijk 1 augus tus a.s. De heer GOOTE: Ik zou nu nog iets anders willen voorstellen, mevrouw de voorzitter. Als de parkeerzaak en de zaak van de bus zo hard zijn, vind ik dat een en ander moet worden onderzocht en de beantwoording van de brief nu moet worden aangehouden. Ik heb, zachtjes uitgedrukt, de grootste moeite met een gang van zaken waarbij de man nu weer met een kluitje in het riet wordt gestuurd. De argumenten betreffende het parkeren en de bus staan niet in de antwoordbrief. Ik heb dan ook sterk de indruk dat ze er zogezegd met de haren bijgesleept worden. De VOORZITTER: Die indruk mag u niet hebben. De heer GOOTE: In de correspondentie die er tot nu toe is geweest, komen deze argumenten niet voor. Daar door kreeg ik deze indruk. Deze indruk heeft u nu weg genomen. Dit neemt niet weg, dat het mij het beste lijkt, dat de zaak nu wordt aangehouden. Het college zoekt binnen een maand of maximaal twee maanden uit hoeveel ruimte er voor de parkeerplaatsen en de bus nodig is en als dat is gebeurd, kunnen wij de heer Peters een brief schrijven waarin definitief en klip en klaar staat of er al dan niet een strookje voor hem overblijft. De VOORZITTER: Goed, dan krijgt de heer Peters nu geen antwoord. Ik denk dat hij toch wel kennis neemt van hetgeen hier vanavond is behandeld. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het stuk aan te houden. h. Brief d.d. 27 maart 1979 van mr. W. de Valk te Bilthoven inzake herziening van het bestemmingsplan Amersfoortsestraat met voorstel deze brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. Met betrekking tot dit stuk wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. i. Brief d.d. 14 maart 1979 van de I.K.V.-groep Soest, waarin vragen gesteld worden over de aanwezigheid van kernwapens in de gemeente Soest, met voorstel te antwoorden conform de ter inzage gelegde ontwerp- brief. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Aan het eind van de ontwerp-antwoordbrief staat: „Wij begrijpen, dat dit antwoord u geenszins zal bevre digen." Dat overkomt mij ook maar al te vaak met de ant woorden van het college en het geeft aan hoe zwak het antwoord in feite is. Sterker, de concept-antwoord brief is een regelrechte demonstratie van onvermogen en onwil om stelling te nemen tegen de vermoedelijke aanwezigheid van kernwapens binnen onze gemeente lijke grenzen. Als de minister bekend is met de lokatie om redenen van staatsveiligheid, vinden wij dat ook het college van burgemeester en wethouders daarmede bekend moet zijn om redenen van de gemeentelijke veiligheid. Het woord van de minister „dat rampen uitgesloten zijn bij opslag of transport" nemen wij met een korrel tje zout en kan ons dus evenmin bevredigen. Verder schrijft het college in de antwoordbrief, dat een wijziging van het bestemmingsplan Landelijk Ge bied theoretisch wel mogelijk is, doch in de praktijk niet zinvol is. Wanneer burgers dergelijke principes zouden huldigen, zou er in de wereld nooit meer iets veranderen. Dan had ook de kerkeraad van de Neder lands Hervormde Gemeente 't Harde zich de moeite kunnen besparen zinloze brieven te schrijven of zijn theorieën te spuien over de abortusproblematiek. Wij zijn het helemaal niet met die kerkeraad eens, maar wij hebben meer bewondering en waardering voor mensen die tegen bepaalde toestanden protesteren en hun mening ventileren, al is het maar op papier, en voor het actieve Interkerkelijk Vredesberaad dan voor een gemeentebestuur dat zich volkomen passief neer legt bij een onduidelijke, angstige situatie of voor een Gereformeerde predikant in Soest die stelt (ik citeer nu de Soester Courant van 11 april), dat „kerken niet moeten participeren in aktiegroepen en niet bij de poort van een vliegbasis moeten protesteren tegen kernwapens".

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 124