„dat het voorkeursrecht van koop van uw cliënt eerst dan in werking treedt indien te eniger tijd naar het oorde^l_vjm_ons_college mocht komen vast te staan, dat de woning niet behoeft te worden gesloopt". Wanneer wij nu de hele situatie bekijken, gelooft nie mand meer dat de woningen aan de Wilhelminalaan gesloopt moeten worden. Indertijd bij de formule ring van het contract is men ervan uitgegaan dat de Weg over de Eng tot stand zou komen. Welnu, die weg zal er niet komen. Ik geloof dan ook niet dat hetgeen ik zoeven heb geciteerd nog sterk moet worden gehan teerd. De in de ontwerp-antwoordbrief vermelde pe riode van vijfjaar die wij indertijd hebben genoemd, had evengoed op driejaar, twee jaar of tien jaar kun nen zijn bepaald. Ik wil het college daarom namens onze fractie voorstellen deze zaak nog eens te bekij ken, na te gaan of alle woningen aan de Wilhelmina laan, die de gemeente nu alleen maar een hele hoop geld kosten, kunnen worden verkocht en als ze inder daad kunnen worden verkocht, bij de verkoop de res trictie te maken, dat als de voorste meters van de voortuinen, die allemaal zeer diep zijn, ooit nodig mochten zijn voor verbreding van de Wilhelminalaan, de gemeente ze om niet kan terugkopen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Het pleidooi van de heer Van Poppelen verbaast mij, De VOORZITTER: Mij ook. Mevrouw KORTHUIS-ELION: want wij hebben twee raadsvergaderingen geleden precies hetzelfde pleidooi gehad. Wij zijn het dus roerend met elkaar eens. Maar wij hebben toen uitdrukkelijk afgesproken, dat het een en ander in de commissie zou komen, op dat het daar even in zijn geheel zou worden bekeken. Ik vind het dan ook onzinnig om er nu weer op in te gaan. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik meen dat wij er twee raadsvergaderingen geleden over hebben ge sproken naar aanleiding van vragen van de heer Beijen. Toen wij het bestemmingsplan Weg over de Eng in trokken, hebben wij er ook over gesproken. Toen heeft de raad besloten om ondanks het feit dat het bestem mingsplan werd ingetrokken voorlopig niet tot ver koop van woningen over te gaan. Ik meen dat ik bij de beantwoording van de vragen van de heer Beijen ook heb gezegd, dat er ook een suggestie - niet van de kant van het college, maar uit de vorige commissie ruimte lijke ordening - geweest is om ook nog eens te bekij ken of er, juist omdat het hier diepe panden betreft, misschien een paar panden zouden moeten worden ge sloopt teneinde ter plekke een zekere huizenbouw te plegen, bijvoorbeeld voor één- en tweepersoonshuis houdens. Het verbaast mij dat wij nu naar aanleiding van een antwoord aan de heer Musolf hierop weer zou den moeten terugkomen. De raad heeft gezegd: Wij verkopen de woningen aan de Wilhelminalaan voorals nog niet. De raad heeft dit in 1976 of 1977 voor een termijn van vijfjaar uitgesproken, wij hebben erover gesproken bij de intrekking van het bestemmingsplan Weg over de Eng en wij hebben erover gesproken naar aanleiding van de vragen van de heer Beijen. Nu kun nen wij niet iedere keer opnieuw beginnen. Wij als college zijn het er met de raad helemaal over eens, dat de zaak eens moet worden bekeken. Ik zou de raad nu willen vragen: Wilt u dat wij met voorstellen komen om de huizen te verkopen, met dien verstande, dat wij bepaalde voorstukken zelf houden, of wilt u dat wij veel dieper op de materie ingaan. Bij dit laatste denk ik aan bijvoorbeeld de mogelijkheid om, gegeven het feit dat het hier heel diepe percelen en grote huizen betreft, ter plekke misschien veel betere dingen te doen dan je ooit met de grote huizen zou kunnen doen. Ik meen uit uw knikken toch wel te mogen op maken, dat u zegt: Laat het college de zaak nu alsje blieft grondig bekijken en niet binnenkort komen met een voorstel om die stroken te houden en de huizen te verkopen. Voel ik dit goed aan? De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! U voelt ons goed aan, maar onze fractie voelt zich niet meer gebonden aan de in de ontwerp-antwoordbrief genoemde periode van vijfjaar, waarop steeds maar weer wordt teruggegrepen. Gezien de hele situatie, dacht ik dat het mogelijk moet zijn om binnen enkele maanden met een voorstel te komen. Men is al lang aan het studeren op het verkeersplan 't Hart. Hoever is men met dat plan? De VOORZITTER: Er wordt nu even tussendoor ge antwoord over het verkeersplan 't Hart, maar dat is daar niet het enige probleem, hoor. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben wat het verkeersplan 't Hart betreft eerst een concept gehad. Dat is besproken in een brede commis sie. Het definitieve rapport is voor zover ik weet verle den week binnengekomen. Ik heb het vanmiddag gele zen. Het wordt volgende week besproken in de advies commissie, de verkeerscommissie enz. Het begint dus in roulatie te komen. Maar de onderhavige zaak hangt natuurlijk niet helemaal aan het verkeersplan 't Hart. De VOORZITTER: Juist. Dit was even tussendoor. Ik heb al gezegd dat er veel diepere problemen zijn. Wan neer de raad wil, dat wij onderzoeken of er aan de Wilhelminalaan van een paar percelen samen nog een leuk wijkje kan worden gemaakt, horen wij dat graag. Dat is een planologische zaak. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Wij voelen ons niet zo gebonden aan de periode van vijfjaar, want het desbetreffende besluit dateert uit een tijd waarin wij niet in de raad zaten. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Maar dat is toch al uitgesproken? De heer JONKER: Laat u mij nu even uitpraten. Wij zaten toen nog niet in de raad, mevrouw de voor zitter, en De VOORZITTER: Maar dat heeft er natuurlijk niets mee te maken. De heer JONKER: In ons verkiezingsprogramma heb ben wij gezegd dat wij vinden dat de huizen aan de Wilhelminalaan verkocht moeten worden. Niettemin zijn wij bereid om het nadere onderzoek toe te staan. Maar het moet niet een eeuwigheid duren. Wij zouden dus graag toch wel binnen afzienbare tijd - nog dit jaar - er wat helderheid over willen hebben. Wij gun nen het college best de mogelijkheid om een en ander nog te bekijken, maar het moet niet zo zijn, dat wij er pas over een paar jaar wat over horen. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik begrijp dat de raad op het ogenblik eigenlijk zegt: Vergeet de vijf jaar maar die wij indertijd hebben afgesproken (er zijn er trouwens alweer drie van verstreken) en bekijk riu eens of u de huizen aan de Wilhelminalaan wilt la ten staan dan wel er betere mogelijkheden zijn als er een paar huizen worden afgebroken en de aldus ont stane open plekken vervolgens worden gevuld. Is dit eigenlijk de teneur?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 126