Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor zitter! Toen wij twee maanden geleden het verzoek van D'66 steunden, was dat omdat wij over de Van der Huchtschool als op het nippertje gegadigde dezelfde gegevens wilden hebben als die welke wij hebben gehad over de Willibrordusschool. Wij hebben inmiddels het desbetreffende dossier. Het is een uitgebreid dossier, het gaat zelfs nog verder, aangezien er nog meer men sen zijn geraadpleegd. Hoewel wij hadden gehoopt dat er een goede grond zou zijn om het Margrietschoolge bouw te kunnen behouden voor het onderwijs en een derde vorm van onderwijs in Soest-Zuid te hebben, vindt onze fractie dat de gegevens waarover wij nu be schikken, dit niet kunnen steunen. Wij vinden dat wij, gegeven het feit dat de beide inspecties erg negatief zijn en wel op dezelfde gronden als die waarop zij de Willibrordusschool niet konden steunen, met name omdat wij constateerden dat er niet genoeg aanwas is, niet kunnen zeggen dat het dan met de Van der Hucht school wel zal meevallen. Wij hebben vanavond de handtekeningen bekeken; ze bestaan voor zover wij h ebben kunnen zien ongeveer half om half uit hand tekeningen uit Soest-Zuid en handtekeningen van ouders die op het ogenblik kinderen op de Van der Huchtschool hebben. Wij vinden het aantal handteke ningen van de laatstbedoelden niet bijzonder groot. Het is volgens ons niet zo, dat er overweldigend on dertekend is om naar Soest-Zuid te gaan. Wij hebben ook brieven gezien van ouders die daar vraagtekens bij zetten. Ik vind het ook wel logisch. Er staat ergens in de correspondentie, dat er erg veel gesjouwd is met deze school en ik kan mij voorstellen dat de ouders dat moe zijn. En ik vind ook dat als er dan niet een overweldigende vraag naar is, je het eigenlijk ook niet moet gaan stimuleren. Verder vinden wij dat de Vereniging van Openbaar Onderwijs een advies heeft uitgebracht dat er niet ge heel positief tegenover staat. Hierbij denken wij ook aan de kleuterschool De Bengelenbak. Al met al willen wij eigenlijk het voorstel van het col lege steunen, waarbij wij wel de nadruk willen leggen op de laatste regels van de derde alinea, waarin staat „dat bij vaststelling van een toekomstig bestemmings plan voor de omgeving van de Bosstraat, rekening wordt gehouden met de bouw van een permanente Van der Huchtschool als daar op enig moment behoef te aan bestaat". De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De in het voorstel vervatte toezegging over de Bosstraat vinden wij een goede toezegging. De Van der Huchtschool heeft aldus nog geruime tijd de tijd om met de ouders te overleggen wat zij willen. Uit alle reacties is wel duidelijk gebleken dat niet alle ouders er zo gelukkig mee zouden zijn als zij hun kinderen straks naar een Van der Huchtschool in Soest-Zuid zouden moeten sturen. Wij krijgen ook de indruk dat de laatste brief van het bestuur van de Van der Huchtschool niet hele maal is doorgesproken met de ouders. Kortom: waar in in Soest-Zuid de mogelijkheid bestaat om openbaar onderwijs te vestigen, zouden wij daarvan natuurlijk grote voorstanders zijn (het Van der Huchtonderwijs is geen openbaar onderwijs, maar zou een aardige re presentant kunnen zijn), maar als wij horen en lezen, dat de inspecties dat niet zien zitten en als ook de wet houder van onderwijs ons vanavond duidelijk kan ma ken dat het niet mogelijk is om, overeenkomstig het geen het C.D.A. wil, de Margrietschool te bestemmen voor onderwijs, zijn wij voor het voorstel van het col lege Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik con stateer dat: a. de C.D.A.-fractie vindt dat de principe-uitspraak moet worden gedaan, dat de Margrietschool voor het onder wijs moet worden behouden; b. de P. v.d. A.-fractie het collegevoorstel steunt; c. ook de V.V.D.-fractie het collegevoorstel steunt en onderstreept, dat het college heeft toegezegd er geen bezwaar tegen te hebben in een bestemmingsplan voor de omgeving van de Bosstraat een terrein voor scholen bouw te reserveren; d. ook de heer Visser blij is met de toezegging betref fende de omgeving van de Bosstraat en het college voorstel steunt en e. de fractie van D'66 een vraagteken zet bij een zinsnede in de tekst van ons voorstel. Ik moet zeggen dat ik de door de fractie van D'66 be doelde moeilijkheid niet zie. Op het moment waarop het raadsvoorstel werd gemaakt, was het zo, dat de Van der Huchtschool niet meer naar de Margrietschool streefde, maar zei dat ze er wel blij mee zou zijn als er aan de Bosstraat ruimte voor haar zou worden gereser veerd. Verder staat er in het voorstel dat de Van der Huchtschool er geen bezwaar tegen zou hebben als de raad de Margrietschool zou toewijzen aan de biblio theek. Ik geloof dat er wat dit betreft geen enkele on duidelijkheid uit het voorstel spreekt. Anders gezegd: ik geloof dat de tekst van het voorstel goed te lezen is. Ik weet niet precies wat er met het amendement moet gebeuren. De VOORZITTER: Ik dacht dat wij namens het col lege zouden kunnen zeggen dat wij het amendement niet overnemen en dat wij het ook niet ondersteunen. Wethouder HOEKSTRA: Dat is natuurlijk niet De VOORZITTER: Pardon, dames en heren. Ik heb mij even vergist. Het is mij nu heel duidelijk, dat het amendement door twee leden van het college wel wordt gesteund. De heer VISSER: Het lijkt het Van der Huchtbestuur wel! De VOORZITTER: Ik was blijkbaar eventjes afwezig. Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter! Ik ben maar een raadslid. Ik heb het voorstel wellicht niet goed gelezen, Hoe het ook zij, ik begrijp niet wat het college bedoelt. Als het bestuur van de Van der Huchtschool een ontbindende voorwaarde opneemt om zijn claim al dan niet te handhaven, maar aan die ontbindende voorwaarde niet wordt voldaan, vind ik het een vrij normale zaak dat dat bestuur zijn claim handhaaft. Dat is ook door dat bestuur bevestigd. Naar aanleiding van het feit dat iedereen hier zegt dat het'vijf minuten vóór twaalf is, zou ik willen zeggen: Al is het één minuut vóór twaalf of al is het een halve minuut vóór twaalf, het bestuur van de Van der Huchtschool is op tijd. Het kan best zijn dat er tussen partijen wellicht misverstanden zijn ontstaan, dat er sprake van is dat er verschillende interpretaties zijn gegeven. Dat blijkt ook wel. Er ligt immers een brief waaruit blijkt dat het bestuur van de Van der Hucht school zijn claim handhaaft. Er kan niet zo maar worden voorbijgegaan aan de 93 handtekeningen die er liggen. Wij zijn het er met de C.D.A.-fractie over eens dat er een principe-uitspraak moet worden gedaan. Wij heb ben echter ook het gevoel dat er op dit moment een beetje een unheimisch gevoel is ontstaan in die zin,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 129