dat er vragen rijzen zoals: Wat is er aan de hand? Waar
zijn we mee bezig? Wat gaat er gebeuren? Op grond
daarvan hebben wij er behoefte aan een motie in te
dienen. Ik dien thans namens onze fractie de volgende
motie in:
„De Raad van de gemeente Soest, in vergadering bij
een op donderdag 19 april 1979, overwegende dat:
1. omtrent de bestemmingsmogelijkheden van de voor
malige Margrietschool nog onduidelijkheid bestaat ge
zien het raadsvoorstel nummer 851 d.d. 19 april 1979
geconfronteerd met de brieven van het bestuur van
de Van der Huchtschool en handtekeningen van ouders
d.d. 18 april 1979;
2. in de Onderwijsnota, hoofdstuk IV, paragraaf I,
wordt gesteld dat gestreefd zal moeten worden naar
een optimale spreiding van de onderwijsvoorzienin
gen zowel ten aanzien van de bevolking als naar levens
beschouwelijke richting;
3. het beoordelingsproces omtrent betrokkenen te
weten, Willibrordusschool, bibliotheek en Van der
Huchtschool nog onvoldoende heeft kunnen plaatsvin
den;
verzoekt het College:
de drie hier boven genoemden in het openbaar te laten
horen door de Onderwijscommissie alvorens tot een
afgerond raadsvoorstel te komen
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
straks gezegd dat wij duidelijkheid willen. Anderzijds
meen ik dat het nu steeds onduidelijker wordt. Aan
de motie van de fractie van D'66 heeft onze fractie
niet direct behoefte. Wel hebben wij behoefte aan
duidelijkheid. Volgens het voorstel van het college d.d.
7 februari jl. willen twee leden van het college de Mar
grietschool toewijzen aan de Willibrordusschool en
wil de meerderheid van het college de Margrietschool
bestemmen voor de bibliotheek. Wij hebben dat voor
stel geamendeerd met de bedoeling dat de Margriet
school wordt behouden voor onderwijskundige doel
einden. Wij willen eigenlijk dat de raad duidelijk uit
spreekt, dat de Margrietschool wordt bestemd voor
vervanging van de Willibrordusschool. Dan weten al
len waaraan zij toe zijn.
De VOORZITTER: U gaat uw amendement dus wij
zigen?
De heer VERHEUS: Ja, mevrouw de voorzitter.
De VOORZITTER: Het amendement van de C.D.A.-
fractie luidt nu dus als volgt:
„Het voorstel van het college d.d. 7 februari jl. wordt
zodanig gewijzigd, dat de vierde alinea daarvan luidt
als volgt:
Wij stellen u thans voor de voormalige Margrietschool
te bestemmen voor huisvesting van de Willibrordus
school."
De heer VERHEUS: Inderdaad, mevrouw de voorzit
ter.
De VOORZITTER: Dan geldt thans het gewijzigde
amendement van de C.D.A.-fractie, dames en heren.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Wij heb
ben, gezien de argumenten die door mij in eerste in
stantie naar voren zijn gebracht, behoefte noch aan
het amendement zoals het in eerste lezing door de
C.D.A.-fractie is ingediend noch aan het amendement
zoals het in tweede lezing naar voren is gebracht.
Wij gaan ook niet mee met de motie van de fractie van
D'66. De onduidelijkheid die die fractie in het voorstel
ziet, zien wij niet. Ik doel nu op de ontbindende voor
waarde. Naar mijn mening wordt er in het voorstel
door het college een toezegging gedaan op planologisch
gebied en naar mijn gevoel is daarmede aan de voor
waarde in kwestie voldaan. Het is mij eerlijk gezegd
overigens niet duidelijk of deze toezegging door Van
der Hucht wordt gewenst. Het is nl. niet helemaal dui
delijk wat er door Van der Hucht wel of niet wordt
gewenst. Wij handhaven ons standpunt en zullen noch
voor het amendement noch voor de motie stemmen.
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor
zitter! Ook wij hebben geen behoefte aan de motie
van de fractie van D'66. Wij hebben onze overwegingen
om nu voor het voorstel van het college te stemmen
uitsluitend gebaseerd op de gegevens die wij konden
vergelijken met de gegevens die wij hadden toen wij
over de Willibrordusschool en de Margrietschool
spraken.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wij blijven
bij ons standpunt. Ook wij hebben geen behoefte aan
de motie van de fractie van D'66, omdat hetgeen het
college in zijn voorstel toezegt geheel duidelijk is.
Wij hebben begrepen dat de C.D.A.-fractie de Willi
brordusschool nu heeft overgedragen aan de Van der
Huchtschool, zodat wij ook met het amendement
van die fractie niet akkoord zullen gaan. Wij handha
ven dus ons oorspronkelijke standpunt.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik meen
dat wij inderdaad naar duidelijkheid moeten blijven
streven. Ik meen voorts dat er een aantal duidelijke
uitspraken van de diverse fracties ligt.
Ten aanzien van de vraag van de heer Goote of bekend
is of de Van der Huchtschool blij zou zijn met een
stuk grond aan de Bosstraat kan ik zeggen, dat toen
ik aan het slot van de aan deze raadsvergadering voor
afgaande vergadering van de commissie onderwijs en
jeugdzaken afscheid nam van de voorzitter van de Van
der Huchtschool, hij mij influisterde: Als ik nu maar
een stukje aan de Bosstraat krijg, ben ik wel tevreden.
De VOORZITTER geeft hierna gelegenheid tot het
afleggen van stemverklaringen ten aanzien van het
amendement van de C.D.A.-fractie
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Wij zou
den het amendement in zijn oorspronkelijke vorm
zeker hebben gesteund. Maar nu er naar ons gevoel
door het gewijzigde amendement eigenlijk al een voor
tijdige keuze wordt gedaan en de andere onderwijs-
kandidaat door dit amendement uit de race wordt ge
wipt, achten wij het niet juist dit amendement te
steunen. Wij zullen dus tegen moeten zijn, hetgeen
ons toch wel enigszins aan het hart gaat, maar dat is
naar mijn gevoel een kwestie van een verkeerde keuze
van de volgorde door het C.D.A.
Het amendement van de C.D.A.-fractie wordt hierna
in stemming gebracht en verworpen met 17 tegen 10
stemmen.
Tegen hebben gestemd de leden: Van den Brakel,
Nuijten, Jonker, Onderdelinden, Gerth, mevrouw To-
massen-Holsheimer, Goote, Plomp, mevrouw Kort-
huis-Elion, Blaauw, mevrouw Van Stiphout-Croonen-
berg, mevrouw Blommers-Biezeno, mevrouw Van Gel-
der-Cornelissen, Beijen, mevrouw Allard-Knol, Ebbers
en Visser.
Voor hebben gestemd de leden: Stam, Verheus, Sto-
rimans, Van Logtenstein, Bolhuis, Hoekstra,mevrouw