lijk toch in de eerste plaats een taak van een provin ciaal bestuur om de ruimtelijke ordening binnen zijn provincie te bewaken. Alleen, het probleem bij ge meenten is dan, dat de woonruimteverdeling een ander aspect is dan het beheersen van de ruimtelijke orde ningssituatie. En dan kom je levensgroot in de proble men wat de sociale bindingen betreft van bijvoorbeeld mensen die in Soest geboren en getogen zijn en nu eenmaal buiten de regio aan werk moeten komen, om dat er in de gemeente Soest niet veel arbeidsplaatsen zijn. Voor die mensen is het een geweldig probleem om binnen Soest aan woonruimte te komen. Aan de andere kant kun je niet verwachten dat de gemeente Soest een goed beleid zou voeren als ze al deze mensen willens en wetens de gemeente uit zou jagen. Maar er moeten terzake natuurlijk wel criteria komen. Op de zeer optimistische vraag van mevrouw Korthuis of wij nu gauw aan de slag kunnen gaan zal ik terug komen bij de beantwoording van de opmerkingen die de heer Verheus terecht heeft gemaakt, want ik denk dat er aan het invoeren van het hele systeem toch nog al moeilijke kanten zitten. Uiteraard moet er een goede voorlichting aan de inge schreven woningzoekenden komen. Met betrekking tot onze desbetreffende gedachten kan ik het volgen de zeggen. Parallel aan de commissie en het puntensy steem zulje moeten komen tot een heel nieuw kaart systeem waarin alle criteria zijn opgenomen. Daartoe wordt op dit moment een enquêteformulier ontwor pen. Op dat formulier wordt duidelijk aangegeven wat de bedoeling is, wat een puntensysteem is en hoe dat wordt toegepast. Het formulier wordt nu in eerste in stantie toegezonden aan alle ingeschrevenen (uiter aard niet allemaal tegelijk, wantje kunt ze daarna nooit allemaal tegelijk verwerken). Wij willen dat als het enigszins mogelijk is, binnen een halfjaar afgewerkt hebben. Vervolgens hebben alle ingeschrevenen de plicht om elk halfjaar hun kaart opnieuw in te vullen. Het is de bedoeling dat elke ingeschrevene elk jaar op nieuw een enquêteformulier inlevert, opdat kan wor den bezien of zijn of haar urgentie moet worden bij gewerkt, want in een jaar kan er voor elk mens natuur lijk heel veel in zijn of haar situatie veranderen. Ten aanzien van de vraag van de heer Verheus of het niet juist zou zijn de Stichting Federatieve Raad voor het Bejaardenwerk in de toewijzingscommissie op te nemen wijs ik erop dat deze stichting geen woningen beheert. De woningen worden door aparte stichtingen beheerd. Wij hebben de betrokken besturen uitgeno digd en het aan hen overgelaten wie zij als afgevaardig den uit hun midden in de woonruimteverdelings commissie kiezen. Door de heer Verheus is terecht opgemerkt dat er na tuurlijk wel een VVT kan zijn, maar dat het ook zo is, dat de gemeente een zelfstandig toewijzingsbeleid heeft. Dat maakt echter het leven voor een burger na tuurlijk steeds ingewikkelder. Inderdaad is het zo dat er een VVT is waaraan nieuwbouwplannen worden getoetst. Tegelijkertijd heeft de gemeente het recht om zelfstandig woonruimte toe te wijzen aan de hand van de Woonruimtewet. Het aantal mensen dat met betrekking tot nieuwbouw blijft staan op de lijst van mensen die wel voldoen aan de VVT, blijft natuur lijk toch oneindig groot. Aan de andere kant mag je van een overheid verwachten dat ze voor de burgers klaarheid schept en dat wij niet, een beetje populair gezegd, elkaar over en weer gaan beduvelen. Ik vind dat er niet gemarchandeerd moet worden, maar dat iedereen gewoon eerlijk moet zeggen wat hij doet. Dan ontstaat er ook voor de burgers duidelijkheid en geen verwarring over de toepassing van twee systemen. Al deze zaken zullen moeten worden geregeld. Wij zullen proberen een tijdelijke kracht aan te trekken om het kaartsysteem goed op orde te krijgen. Dat zal waarschijnlijk wel gelukken. Er zal een administratieve kracht bij moeten komen, want alles gebeurt nu cen traal. En ons grootste probleem is dat wij nog steeds geen chef voor het bureau huisvesting hebben. Wij doen ons uiterste best om ter oplossing van dit gewel dige probleem tot een benoeming te komen, maar er zijn eerlijk gezegd niet veel liefhebbers voor. De commissie woonruimteverdeling is in september 1978 niet opnieuw benoemd. Wij hebben in het ever- leg om te komen tot een commissie woonruimtever deling de leden van de commissie successievelijk aan de tafel gehad, waarbij wij melding hebben gemaakt van onze nieuwe plannen. Zij kunnen zich daarin vol ledig vinden. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer de voorzitter! Wij hebben het bouwen van woningen volgens de VVT ook opgenom en in het beleidspro gramma voor deze zittingsperiode van de raad. Ik vind dat de duidelijkheid gebiedt te stellen dat de VVT mankementen kent en dat het college die signa leert. In dit verband hechten wij er belang aan dat de hele problematiek wordt betrokken bij het ontwikke len van de criteria ten aanzien van de sociale binding, omdat je het begrip „sociale binding" ener zijds ver schrikkelijk ruim kunt opvatten, maar er anderzijds ook wat engere begrippen aan kunt verbinden, waar door onrechtvaardigheden kunnen worden vermeden. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Ik meen dat wij die toezegging hebben ge daan, mijnheer de voorzitter. En wij komen er in de commissie op terug. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 79 Voorstel tot verkoop van een perceel grond, gelegen aan de Van Mecklenburglaan aan de heer J.J. Koole te Soest. 80 Voorstel tot uitname van gronden uit het grondbe drijf en tot overdracht van grond ten behoeve van de Da Costaschool aan de Vereniging voor Protestants- Christelijk Onderwijs te Soest. 81 Voorstel tot het toewijzen van schoolgebouwen met de daarbij behorende gronden aan het openbaar/bij zonder onderwijs in de wijk Overhees. 82 Voorstel tot het verlenen van een krediet voor de aan leg van de C.A.I. in de complexen Steenberghe, 2e fa se en Egghermonde 2. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 83 Voorstel inzake de aanleg van een crossbaan voor de jeugd. De VOORZITTER: Dames en heten' Ik herinner u er aan, dat u vanavond heeft besloten bij de behandeling van dit voorstel te betrekken de brief van de Mixed Hockey Club Soest d.d, 20 april jl. Ik heb toen ver zuimd u mede te delen dat er bij mij vanmiddag een brief van de S.G.P. d.d.. 16 mei jl. in de bus is gewor pen waarin de S.G.P. commentaar geeft ten aanzien van de situatie rond de crossbaan en die luidt als volgt: „Aan het geacht college van B W en Raadsleden, Op U agenda voor 17 mei a.s. wordt behandeld punt

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 155