verlenen. In dit geval is de situatie anders dan de situa tie ten aanzien van Lindner, maar naar mijn gevoel zou je beide zaken qua belang toch wel ongeveer ge lijk kunnen stellen. Vandaar dat wij pleiten voor aan houding van het voorstel en dus het voorstel van de heer Nuijten ondersteunen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mijnheer de voorzit ter! De heer Menne heeft geen antwoord gegeven op het laatste deel van hetgeen ik in eerste instantie naar voren heb gebracht. Ik neem derhalve aan dat hij toe geeft, dat er in eerste instantie ten gemeentehuize niet helemaal goed is gehandeld en dat als gevolg daarvan de tweede procedure noodzakelijk is geworden. Ik ben niet erg onder de indruk van de mededeling dat wij niet slechter of beter zijn dan anderen. Deze mededeling die ik haast een testimonium paupertatis vind, zegt mij helemaal niets. Ik heb begrepen dat de wethouder heeft gezegd dat TNO niet van hoger niveau is dan de inspectie van de volksgezondheid en dat het dan ook niet zinvol zou zijn om TNO in te schakelen. Naar aanleiding daarvan is bij mij de vraag gerezen of er bij TNO geen andere disciplines zijn dan bij de inspectie van de volksge zondheid. Want daar gaat het natuurlijk om. Ik meen dat er bij de inspectie van de volksgezondheid voorna melijk artsen enz, zijn en datje voor de beoordeling van de zeer technische materie waarover het met be trekking tot de onderhavige aangelegenheid gaat, ande re disciplines nodig hebt. Daarom wil ik toch een pleidooi voeren voor het inschakelen van TNO, tenzij de wethouder aantoont dat precies dezelfde disciplines die er bij TNO zijn, ook bij de inspectie van de volks gezondheid aanwezig zijn. Wanneer de wethouder zegt dat de inspectie van de volksgezondheid niet de zelfde disciplines als TNO, maar voornamelijk medi sche disciplines heeft, zouden wij alvorens in te stem men met het voorstel van het college van hem de toe zegging willen hebben dat TNO zal worden geraad pleegd. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! Naar aanleiding van de suggestie van de heer J onker kan ik het volgende antwoorden. De gemeente heeft aan de overkant van het industrieterrein aan de Koningsweg eigendom, maar dat betreft nog maar een gedeelte van het totale plan. Het is theoretisch natuurlijk wel moge lijk, dat wij snel met een postzegelplannetje voor dat kleine gebied komen, maar wij zijn nu juist bezig om de totaliteit te bekijken en voordat wij terzake een plannetje kunnen uitwerken moeten wij weten welk gedeelte van de totaliteit wij in eigendom kunnen ver krijgen. Verder is het zo dat de procedure betreffende een postzegelplannetje vaak evenveel tijd vraagt als een procedure betreffende een normaal bestemmings plan. Een postzegelplannetje is nl. eigenlijk niets an ders dan een klein bestemmingsplan. Bij een postzegel plannetje behoeven er in het kader van de voorberei ding misschien minder lijntjes op papier te worden ge zet dan het geval is bij een groter bestemmingsplan, maar dat wil nog niet zeggen dat ook het aantal be zwaarschriften minder zal zijn. Hoe dat ook zij, wij zijn heel hard bezig met het gebied aan de overkant van het industrieterrein aan de andere kant van de Ko ningsweg; wij zijn daar aan het verwerven en wij zijn bovendien bezig te dien aanzien tot een plannetje, Nieuwegracht geheten, te komen. Ik ben tegen het door de heer Nuijten bepleite aan houden van het voorstel, want het schaadt de duide lijkheid ook voor de bewoners. Het schaadt ook voor de bewoners het perspectief op wat er, aangenomen dat men in beroep zal gaan, straks uiteindelijk toch moet komen, nl. een uitspraak in hoogste instantie. De heer Van Poppelen heeft gelijk met wat hij over Lindner heeft gezegd. Het is overigens ook zo dat wij met betrekking tot Sinclair and Valentine Holland B.V. medio vorig jaar de zaak al hebben aangehouden en wel in verband met de hinderwetprocedure. Naar aanleiding van hetgeen de heer Goote heeft ge zegd over de veiligheid voor de mensen met name in de fabriek kan ik misschien mensen toch over de streep halen. Ik kan nl. mededelen dat de arbeidsin spectie, die speciaal zorgt voor de mensen in de fa briek, de werknemers, haar fiat al heeft gegeven, in die zin, dat ze heeft gezegd dat als er wordt voldaan aan de door haar gestelde voorwaarden, ten aanzien waar van wij al hebben afgesproken dat wij ze zullen opne men, zij akkoord kan gaan met de productie van Sin clair and Valentine Holland B.V. ik acht dit een be langrijk punt. Met betrekking tot de vraag van mevrouw Korthuis welke disciplines er zijn bij de inspecties waarbij wij te rade gaan, te weten de arbeidsinspectie en de in spectie van de volksgezondheid, kan ik zeggen, dat onder de brief staat: dr. Schilt. Dit kan natuurlijk van alles betekenen, maar ik heb de indruk, dat men nog al wat disciplines in huis heeft. Maar ik kan helaas geen antwoord geven op de vraag welke disciplines dat precies zijn. Ik zeg toe dat ik zal nagaan welke disciplines men bij de genoemde inspecties precies in huis heeft en in welke mate de disciplines aldaar af wijken van de disciplines die het instituut TNO heeft. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik geloof dat de diverse standpunten duidelijk tot uitdrukking zijn gekomen. U zult uit de woorden van de heer Menne hebben begrepen dat het college het voorstel hand haaft. Ik stel u voor het voorstel nu aan te nemen. De heer NUIJTEN: Mijnheer de voorzitter! Ik wil graag dat ons voorstel om het voorstel van het college vooralsnog aan te houden in stemming wordt ge bracht. De VOORZITTER: Ik meen dat u kunt zeggen dat u tegen het voorstel van het college bent en dat het dan duidelijk is. Een De heer GOOTE: Neen, dat is de procedure niet. De VOORZITTER: andere mogelijkheid is dat u om stemming vraagt. De heer GOOTE: Het voorstel van de heer Nuijten moet in stemming worden gebracht. De VOORZITTER: Neen, ik doelde op stemming over het voorstel van het college. De heer Nuijten kan zeggen dat hij tegen het voorstel van het college is. Een andere mogelijkheid is dat het voorstel van het college in stemming wordt gebracht. Ik meen dat dit de mogelijkheden zijn. De heer GOOTE: Ik heb nog eens nagekeken hoe wij het ongeveer anderhalfjaar geleden met betrekking tot Lindner hebben gedaan. Toen is eerst het voorstel tot aanhouding van het voorstel van het college in stemming gebracht. Ik kan dus naar een precedent verwijzen. De VOORZITTER: Goed. Dan wordt er nu gestemd over het voorstel van Progressief Soest tot aanhouding van het voorstel van het college. 113

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 166