De VOORZITTER: Ik denk dat in plaats van het
woord „moet" het woord „moest" had moeten wor
den gebruikt.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitterIk denk dat wij toch
wel moeten beginnen met toe te geven dat er terecht
kritiek op de kredietbewaking is. Dit klinkt erg gemak
kelijk, maar ik denk niet datje et andere woorden
voor kunt vinden, Daar hebben wij ook gisteren in de
commissie maatschappelijke dienstverlening en volks
gezondheid uitgebreid over gesproken
Ik vind dat toch één ding onder tafel blijft steken. Wij
zijn door de rijksoverheid twee jaar geleden opgeza
deld met een decentralisatiegedachte. De rijksoverheid
heeft geen kans gezien ons een wet aan te bieden waar
binnen wij onze bevoegdheden en mogelijkheden kon
den bekijken. Ons is gevraagd te experimenteren, te
proberen en wel twee jaar lang En wij hebben in deze
raad besloten om voordat de eerste rijksbijdragerege
ling van start zou gaan, te weten per 1 januari 1980, te
trachten een totaal welzijnsplan te maken. Wij hebben
gezegd: Wij gaan niet stap voor stap elke rijksbijdra
geregeling die naar ons toe komt bekijken. Zouden wij
dat doen, dan zouden wij het totaaloverzicht verlie
zen. Wij willen een totaal welzijnsplan
De raad heeft daar zijn fiat aan gegeven. Ik heb er toen
ook op gewezen, dat niemand in dit land ervaring
heeft met een inspraakprocedure op het gebied van
welzijnsplanning. Wij waren koplopers. Dat hebben
wij toen ook afgesproken met elkaar en wij wisten dat
van elkaar. Er was één gemeente in Nederland bezig
met een experiment, nl. de gemeente De Bilt, die on
der leiding van de PUSW een inspraakprocedure op
gang zou brengen die maatgevend zou zijn voor de
rest van Nederland. Op dit moment is de gemeente
De Bilt nog steeds niet aan een inspraakprocedure be
zig, maar nog steeds bezig met het vechten over de
procedure om tot een inspraakplan te komen. In een
overleg dat wij veertien dagen geleden hebben gehad
met alle betrokken portefeuillehouders uit de provin
cie Utrecht te zamen met de directeur van de VNG
voor het sociaal-culturele werk, de directeur van CRM
en de bestuursleden van de bestuursacademie, is ge
bleken dat Soest op dit moment nog steeds, ondanks
alle experimenten in Nederland, de eerste gemeente is
die het welzijnsplan van de grond gekregen heeft.
Niemand zal durven beweren dat de inspraakprocedu
re vlekkeloos is geweest. Maar achteraf praten is altijd
heel erg makkelijk. Wij hebben gisteren in de commis
sie maatschappelijke dienstverlening en volksgezond
heid afgesproken dat wij in augustus een aantal extra
vergaderingen beleggen en dat wij met de AWOS-coör-
dinatiecommissie overleg zullen plegen over de evalua
tienota van Stad en Landschap en over de ervaringen
van Stad en Landschap in de hele inspraakplanning
tot nu toe. Het is natuurlijk altijd makkelijk om, zoals
de heer Visser heeft gedaan, achteraf te zeggen: Het
is een puinhoop.
De heer VISSER: Neen, ik heb vooraf al gewaarschuwd.
Ik heb verleden jaar al gezegd dat dit geen manier van
doen is.Het AWOS is door burgemeester en wethou
ders opgezadeld met Stad en Landschap. Het AWOS is
daar nooit zo gelukkig mee geweest. Dat staat ook dui
delijk in de stukken. Dat was toen al helemaal kant
en klaar.
De VOORZITTER: Ik denk dat deze discussie aan
de orde zal kunnen komen bij de behandeling van het
welzijnsplan en de evaluatienota van Stad en Land
schap. Hoewel ik mij zou kunnen voorstellen dat de
wethouder van welzijnszaken bijna haar mond er niet
over kan houden, zou ik haat toch willen vr agen om
het maar op te sparen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Ja, maar het is natuurlijk wel waar, mevrouw
de voorzitter, dat hier duidelijk de taktiek van de heer-
Visser op tafel ligt, nl.: je roept de hele tijd neen, zegt
dat het nooit goed kan zijn en vervolgens zegje: Zie ik
heb gelijk gehad. Ik vind datje hier als gemeenteraads
lid medeverantwoordelijk bent voor alle besluiten die
genomen worden, ongeacht of je ervoor dan wel erte
gen bent, en dat als je tegen iets bent, je met alterna
tieven moet komen Ik heb van de heer Visser nog
nooit een redelijk alternatief gezien, zelfs niet toen hij
een keer een tegencultuurnota had aangekondigd.
Die nota kon op twee velletjes papier, bestond uit
niets anders dan op- en aanmerkingen op wat er ge
produceerd was en bevatte geen enkele eigen gedach
te. Als de heer Visser verwacht dat wij hier zullen zeg
gen, dat Jantje of Pietje de schuld heeft, denk ik dat
hij de verantwoordelijkheid van een college van burge
meester en wethouders niet kent, Wij kunnen ons niet
verschuilen achter de fouten die misschien in het amb
telijke apparaat, misschien bij leden van de coördina
tiecommissie, misschien bij Stad en Landschap ge
maakt zijn. Wij zijn verantwoordelijk. Er zijn fouten
gemaakt, in de eerste plaats in die zin, dat er binnen
een discussie tegen de coördinatiecommissie en Stad
en Landschap ideeën zijn ontwikkeld waarvan Stad
en Landschap waarschijnlijk en terecht heeft ver
wacht dat ze afspraken waren. Die afspraken zaten
niet in de eerste offerte van Stad en Landschap, Stad
en Landschap heeft ze vervolgens wel verwerkt Bij
de andere partij is er waarschijnlijk niet voldoende
over nagedacht dat als een organisatie we.-k voor je
levert, ook al is het maar een kwartiet of een halfuur,
ze tijd schrijft en geld viaagt Welnu, het bureau Stad
en Landschap kon, zoals het van tevoren in zijn offer
te had aangekondigd, die uren niet plannen. Het
heeft een aantal extra werkzaamheden moeten doen,
onder andere in die zin dat het door persoonlijke
omstandigheden van de oorspronkelijke schrijvers
van de welzijnskrant werk heeft moeten overnemen.
Dat is gewoon verklaarbaar zonder dat er sprake is
van menselijke fouten, Wat niet is gedaan, is het tij
dig aankondigen dat het een kredietoverschrijding
met zich medebracht. Er is niet gefoefeld met geld, er
heeft niemand met geld geknoeid, er heeft ook nie
mand met uren geknoeid De verdediging, met het
aantal uren, is gewoon zwart op wit op tafel geko
men.
De heer Visser heeft gevraagd om het evaluatie: ap-
port. Hij is gisteren in de commissie maatschappelijke
dienstverlening en volksgezondheid op de publieke
tribune aanwezig geweest. Hij weet dat daar een toe
zegging is gekomen Wij zullen in het college moeten
afspreken of de evaluatienota rond de inspraakproce
dure in een gezamenlijke vergade'ing van de commis
sie voorlichting en inspraak en de commissie maat
schappelijke dienstverlening en volksgezondheid dan
wel alleen in de commissie voorlichting en inspraak
zal worden behandeld Daarover zal rnen vervolgens
op zo kort mogelijke termijn nader horen.
Er is door de heer Visser ook gezegd dat het een
schande is dat de raad het rappo't van het AWOS met
op tafel heeft. Maar het is nu eenmaal zo dat het
AWOS er niet in geslaagd is prioriteiten te stellen Het
121