van de raad van Hellevoetsluis inzake een aantal Zuid- Amerikaanse landen, maar volgende week kan een ge meenteraad zich uitspreken over het lot van bijvoor beeld bepaalde mensen in Iran en zo kan het doorgaan. Natuurlijk kunnen ook wij achter de inhoud van de motie van de raad van Hellevoetsluis staan, maar het lijkt mij toch niet op de weg van Nederlandse gemeen tebesturen liggen om dit soort zaken aan de orde te stellen. Wij kunnen ons echt beter bij de gemeentelijke politiek houden, hetgeen ook is overeenkomstig de in zichten die de VNG hierover heeft. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het minste wat de raad kan doen is dit stuk voor kennisgeving aan nemen. Het is jammer dat u er blijkbaar tegenop ziet om iedere week brieven te ontvangen. Wij willen in ieder geval geacht worden tegen het voor kennisgeving aannemen van dit stuk te hebben gestemd. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! U hebt zo juist al zelf de sleutel van de oplossing aangedragen door te zeggen dat ook het college natuurlijk helemaal achter de intentie van de motie van de raad van Helle voetsluis staat. Ingevolge bepaalde afspraken die zijn gemaakt, wilt u echter niet deze motie apart aan de orde stellen in de raad. Kunt u dan misschien een brief zenden aan de gemeente Hellevoetsluis met de medede ling dat, hoewel ook de gemeente Soest volledig achter de intentie van de motie staat, het stuk toch voor ken nisgeving is aangenomen ingevolge bepaalde afspraken? De VOORZITTER: Gemeentebesturen zijn altijd be leefd tegenover elkaar en wij schrijven natuurlijk een brief terug aan Hellevoetsluis. Dat is echter heel nor maal. De heer JONKER: Begrijp ik goed dat u een brief stuurt met de mededeling dat de raad de brief voor kennisgeving heeft aangenomen, maar geheel achter de intentie van de motie staat? De VOORZITTER: De heer Jonker zal best begrijpen wat ik heb bedoeld. Overigens zijn wij zelfs bereid om een uittreksel uit de notulen mee te zenden naar Hel levoetsluis. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld. De heer VAN POPPELEN: Mevtouw de voorzitter! Al enkele keren is in de raad gesproken over brieven van de heer Musolf ten aanzien van de verkoop van de woningen aan de Wilhelminalaan. Op 19 januari jl. is hierover weer een brief verzonden aan de gemeen teraad door de heer Van der Werf, maar deze brief komt niet op de lijst van ingekomen stukken voor. Waarom is dat niet het geval? Voor zover ik heb begre pen, is deze brief ook niet geplaatst op de agenda van de commissie financiën of de commissie ruimtelijke ordening, terwijl in die commissies dit onderwerp toch ook behandeld zou moeten worden. De heer Mu solf meent dat hij recht heeft op aankoop van een wo ning en ik meen niet dat hij dan lang behoort te wach ten op een antwoord van de gemeenteraad. De zaak loopt al lang genoeg. De VOORZITTER: Deze brief waarover de heer Van Poppelen spreekt, is inderdaad binnengekomen en is ook gericht aan de gemeenteraad. Wij hebben de brief echter aan gemeentewerken ter hand gesteld, voor het uitbrengen van advies en om de een of andere duistere reden - het zal een administratieve fout zijn - is de brief niet op de lijst van ingekomen stukken vermeld. Als dit wel was gebeurd, hadden wij voorgesteld om de brief in handen van het college te stellen, om advies. Teneinde nu tijd te winnen, lijkt het mij goed om dit voorstel alsnog te doen. Naar mij blijkt kan de raad hiermee instemmen. 21 Vragenhalfuurtje. De VOORZITTER: Dames en heren! Voor het vragen halfuurtje zijn twee groepen vragen van de heer Visser en één stel vragen van de heer Beijen ingekomen. In de eerste plaats heeft de heer Visser vragen gesteld in zake de Regentuuter. Deze vragen luiden als volgt: „1. Hoe luidt het antwoord van B W op de brief d.d. 27 november 1978 (brief t van de raadsagenda 20 december 1978) van de oudercommissie van de „Regentuuter"? Deze brief werd ter afdoening in han den gesteld van B W. 2. Wanneer dit antwoord er nog niet is, wat is dan Uw reactie en commentaar op de berichten over deze kwestie in de Gooi- en Eemlander van 13 februari?" Naar mij blijkt, wil de heer Visser hierop nog een toe lichting geven. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Voor de genen die de Gooi- en Eemlander niet hebben gelezen, wil ik nog even citeren wat er in dat artikel heeft ge staan. Dit artikel luidt als volgt: „Als de ouders de kinderen in auto's komen ophalen, ontstaat herhaaldelijk een chaos. Duidelijk is echter geworden dat het gemeentebestuur niet veel voelt voor een parkeerverbod. De wethouders Plomp en Hoekstra hebben tijdens gesprekken hierover laten doorschemeren dat naar hun mening de ouders meer gemotiveerd moeten worden, zo werd medegedeeld." Wat is er dus aan de hand? Er is een brief aan de raad gekomen en sinds een paar maanden heeft het college verzonnen dat het zelf sommige brieven af kan doen. Hierover is in de commissie algemene bestuurszaken wel eens gediscussieerd, omdat wij daarover niet zo ge lukkig zijn; de vraag is dan immers altijd, op welke manier het college zo'n brief heeft afgedaan. In dit ge val heeft het college dat kennelijk nog niet gedaan, want ik heb begrepen dat er nog geen schriftelijk ant woord is gekomen, terwijl het college er kennelijk toch wel een bepaald standpunt over heeft en ik mij afvraag of de raad het daarmee wel eens is. Is het de gewoonte om brieven die door de raad in handen van het college zijn gesteld, ter afdoening, zodanig af te doen dat alleen mondeling het een en ander wordt ge zegd? Geldt ook nog steeds de belofte dat het ant woord dat door het college wordt gegeven, voor de raadsleden ter inzage wordt gelegd? Is het eigenlijk niet veel verstandiger dat het college de brieven voor taan niet meer zélf afdoet, maar dat wij gewoon in de raad een antwoordbrief behandelen, zoals dat ook bij andere brieven gebeurt? Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Inder daad is de bewuste brief van 27 november jl. aan het college ter afdoening gegeven. In het kader van die af doening heeft een gesprek met een delegatie van de Re gentuuter plaats gevonden, onder andere bestaande uit ae oudercommissie van de Regentuuter. Als daarover zaken in de openbaarheid komen, is dat iets dat buiten onze verantwoordelijkheid ligt. In ieder geval hebben wij in het kader van de afdoening met oudercommis sie en schoolhoofd gesproken over de vraag op welke manier er een oplossing zou kunnen komen en het is duidelijk dat er ook een schriftelijk antwoord zal ko men. Tijdens dat gesprek met de Regentuuter zijn be paalde afspraken gemaakt en daarover wil ik nu - ove- 22

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 21