cirkulatieplan en het naar de mening van onze fraktie
niet (meer) nodig is om, zoals de raad destijds besloot
5 jaren te wachten (tot '81) alvorens te beslissen om
trent de bestemming van gronden gelegen aan de Wil-
helminalaan, wanneer daartoe strekkende aanvragen
voor terugkoop van de aan deze laan gelegen gronden/
panden worden ontvangen op deze verzoeken op kor
te termijn te beslissen?
Zo ja, is het College dan ook voornemens om die vroe
gere eigenaren die juridisch (d.m.v. koopakte) en mo
reel (bedreiging met onteigening) aanspraak menen te
kunnen maken op terugkoop het voorkeursrecht van
koop van het perceel/pand te verlenen?"
De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Voor een
gedeelte van de Wilhelminalaan - nl. de zuidelijke kant,
met de even huisnummers - vigeert na het intrekken
van het plan Weg over de Eng weer het oude bestem
mingsplan Soestdijk-'t Hart. In dat plan is voor de per
celen aan de zuidkant van de Wilhelminalaan van toe
passing de bestemming wonen. Hieruit concludeer ik
dat nu vaststaat dat de bestaande woningen niet be
hoeven te worden gesloopt. Tevens blijkt hieruit dat
de gronden waarop deze woningen staan, niet nodig
zijn voor ander openbaar nut; anders zou de gemeente
immers vanzelfsprekend na het intrekken van het plan
Weg over de Eng onmiddellijk een voorbereidingsbe-
sluit hebben genomen voor de betreffende gronden.
Mijns inziens staat daardoor aan de terugkoop, gere
geld in diverse koopcontracten, onder andere in dat
van de heer Musolf, al genoemd door de heer Van Pop-
pelen, niets meer in de weg.
Als het college niet voornemens is om op korte termijn
te beslissen op ingekomen verzoeken, moet ik conclu
deren dat andere overwegingen hierbij een rol spelen,
misschien in relatie met de verkeersafwikkeling in
Soest. Ik vraag mij dan wel af of het college dan niet
is vergeten om aan de raad voor te stellen een voorbe-
reidingsbesluit te nemen. In de huidige situatie is het
nl. mogelijk dat er een nieuw huis wordt gebouwd,
welk huis dan weer door de gemeente zou moeten
worden teruggekocht of onteigend teneinde vervol
gens - enkele jaren dus na de bouw - te worden ge
sloopt.
De VOORZITTER: Dames en heren1 Ik meen dat de
heer Beijen hier een zaak aan de orde heeft gesteld die
veel dieper gaat dan gebruikelijk is bij het vragenhalf-
uurtje. Wat is nl. het geval? De heer Beijen heeft al
aangegeven dat het bestemmingsplan Weg over de Eng
is ingetrokken; dit raadsbesluit is kort geleden goedge
keurd door gedeputeerde staten. Daarnaast heeft de
raad in november jl. besloten om het Centrumplan -
niet vast te stellen, terwijl in januari jl. is besloten om
de procedure inzake de Centrumweg niet verder voort
te zetten. Sinds januari jl. weten wij dus concreet en;
kele zaken die niet zullen gebeuren. Het college is nu
bezig om de punten die thans spelen op dit vlak, op
een rijtje te zetten. Het gaat zeker niet alleen om enke
le woningen aan één kant van de Wilhelminalaan, maar
om allerlei percelen en gronden die op dit ogenblik in
ons grondbedrijf zitten en waarmee iets gedaan zal
moeten worden. Het college meent dat wij dit grondig
moeten uitzoeken. Enige tijd geleden zijn wij al begon
nen met de zaken aan de Talmalaan op een rijtje te
zetten en wij zijn thans met de andere gebieden doen
de. Ik verzoek de raad toch hierop nog even te wach
ten. Natuurlijk kan de raad van alles besluiten, bijvoor
beeld - maar dan wel graag aan de hand van een voor
stel van het college - dat de Wilhelminalaan blijft zo
als die nu is, of dat er toch iets anders moet gebeuren.
Zo is enkele jaren geleden in de commissie ruimtelijke
ordening al heel serieus gesproken over de vraag wat er
- ook al zou de Weg over de Eng er helemaal niet ko
men - nog aan de Wilhelminalaan zou kunnen worden
gedaan. In ieder geval is het niet mogelijk om nu, in
het kader van het vragenhalfuurtje, hierover bepaalde
uitspraken te doen. Het college is bezig om de zaken
op een rijtje te zetten en zal met voorstellen aan de
raad komen, waarna de raad een beslissing kan nemen.
Men kan er overigens van overtuigd zijn dat op zich
zelf het college nog liever vandaag dan morgen een
aantal zaken verkoopt; wij hebben nu veel gronden en
huizen in ons bezit die ons alleen maar veel geld kosten.
Als eenmaal goed vaststaat wat wij met die gronden en
huizen willen doen, willen ook wij zo snel mogelijk tot
afstoting van het nodige bezit overgaan.
De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Het lijkt
mij het beste dat dit punt nader aan de orde komt in
de commissie ruimtelijke ordening.
De VOORZITTER: Dan moeten wij toch eerst de in
ventarisatie hebben afgerond. Dan komt het natuurlijk
in een commissie ter sprake, hetgeen dan mijns inziens
de commissie voor het grondbedrijf zou moeten zijn.
De heer BEIJEN: Er moet in ieder geval spoed worden
betracht, gezien de verzoeken die voorliggen en in
verband met de mogelijkheid dat er een bouwvergun
ning wordt aangevraagd voor openliggende terreinen.
De VOORZITTER: Nu, dat zie ik niet zo snel gebeu
ren, gezien de bestemming die er nu geldt.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
De door mij genoemde brief van de heer Van der
Werf slaat ook hierop. Ik wijs hierbij ook nog op de
suggestie indertijd van de heer Musolf om eventueel
de woningen weer terug te verkopen en een deel van
de voortuinen daarbuiten te houden, met het oog op
uitvoering van het verkeerscirculatieplan. Dan behoeft
een en ander misschien niet zo lang te duren.
De VOORZITTER: Ja, ik ben het er wel mee eens dat
wij haast moeten betrachten op dit punt, maar wij
moeten dan toch ook nog bezien hoe het staat met sug
gesties die enkele jaren geleden zijn gedaan en waar
voor enkele panden aan de Wilhelminalaan gesloopt
zouden moeten worden. Dat moet toch ook nog goed
worden overwogen, alvorens nu snel beslissingen te
nemen die wij misschien later weer moeten betreuren.
De VOORZITTER verklaart het vragenhalfuurtje voor
geëindigd.
22 Voorstel tot wijziging van de Verordening op het be
heer van het grondbedrijf.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitter! Progressief Soest heeft in de commissie
personeelszaken tegen dit voorstel gestemd. Wij menen
nl. dat de gemeentesecretaris al met veel taken is be
last. Als men hem nu ook nog tot directeur van het
grondbedrijf benoemt, krijgt men een concentratie
van macht bij één persoon waar wij in principe tegen
zijn. Wij menen dat de functie van directeur grondbe
drijf door de directeur van gemeentewerken moet wor
den uitgeoefend. De werkzaamheden van het grond
bedrijf beginnen technisch en eindigen technisch. Dat
er ook sprake is van een juridische afwikkeling op de
secretarie is nog geen reden om het grondbedrijf aan
gemeentewerken te onttrekken. Wij blijven dan ook
tegen dit voorstel.
De heer BOLHUIS: Mevrouw de voorzitter! Dit voor
stel is ook behandeld in de commissie voor de finan-
24